direct naar inhoud van Artikel 23 Water
Plan: Stavoren
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.2013zuidBPstavoren-onhe

Artikel 23 Water

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sloten, tochten, vaarten, vijvers en poelen en daarmee gelijk te stellen waterlopen en waterpartijen;
  • b. kaden en oevers;
  • c. aanleggelegenheid;
  • d. een podium voor sociaal-culturele doeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • e. liggelegenheden en ligplaatsen voor (recreatie)vaartuigen, overeenkomstig de Ligplaatsenverordening Súdwest-Fryslân, zoals deze geldt ten tijde van het van kracht worden van het plan;
  • f. de waterhuishouding;
  • g. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke waarden;

en mede bestemd voor:

  • h. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';
  • i. de bescherming van de functie van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met daaraan ondergeschikt:

  • j. het recreatief medegebruik;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. wegen, straten en paden;
  • m. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen en sluizen.
23.2 Bouwregels
23.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

23.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de breedte van een steiger zal ten hoogste 1,20 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van steigers zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een podium, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning' zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
23.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • de verkeersveiligheid.
23.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden als (permanente) liggelegenheid voor (recreatie)vaartuigen, met uitzondering van gebruik als ligplaats overeenkomstig de Ligplaatsenverordening Súdwest-Fryslân, zoals deze geldt ten tijde van het van kracht worden van het plan;
  • b. het gebruik van vaartuigen voor permanente bewoning.