Plan: | Beheersverordening bedrijventerreinen Zwartewaterland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1896.BV0002-VS01 |
De gemeente Zwartewaterland is momenteel bezig met het actualiseren van de bestemmingsplannen. Vanuit de (Invoerings)Wet ruimtelijke ordening geldt de verplichting dat alle bestemmingsplannen die ouder zijn dan 10 jaar op 1 juli 2013 moeten zijn herzien.
De komende jaren zal worden gewerkt aan een nieuw bestemmingsplan waarin de drie grote bedrijventerreinen (Hasselt, Genemuiden en Zwartsluis) worden opgenomen. Ter voorbereiding op dat nieuwe bestemmingsplan zal een brede beleidsafweging plaatsvinden in de vorm van een Nota van Uitgangspunten. Mede vanwege die brede aanpak, zal het niet mogelijk zijn op 1 juli 2013 te beschikken over een nieuw bestemmingsplan voor de bedrijventerreinen.
Teneinde aan de wettelijke verplichting te voldoen is ervoor gekozen om - in afwachting van dat nieuwe bestemmingsplan - voor de bedrijventerreinen een beheersverordening vast te stellen. Voor het bedrijventerrein Meppelerdiep in Zwartsluis is inmiddels een beheersverordening van kracht geworden. De voorliggende beheersverordening heeft betrekking op de bedrijventerreinen in Hasselt en Genemuiden, voorzover deze niet zijn opgenomen in een recent bestemmingsplan. Daarnaast is in deze beheersverordening een aantal kleinere gebiedjes opgenomen.
In al deze gebieden worden geen (grootschalige) nieuwe ontwikkelingen verwacht. In de voorliggende beheersverordening wordt dan ook de bestaande, feitelijke situatie vastgelegd. Dit betekent dat er geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, met uitzondering van een aantal in de vigerende bestemmingsplannen opgenomen mogelijkheden.
De ligging van de gebieden waarop deze beheersverordening betrekking heeft is weergegeven in onderstaande figuur. Wat betreft de begrenzing is zoveel mogelijk aangesloten bij recente digitale plannen.
Figuur: Ligging verordeningsgebied
Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik voor een gebied met een lage dynamiek waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien binnen de horizon van de verordening. Het begrip 'bestaand gebruik' kan zowel 'eng' als 'ruim' worden uitgelegd. Bij bestaand gebruik in enge zin worden enkel de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Het gaat daarbij om gebruik en bouwen inclusief hetgeen dat op basis van verleende vergunningen is toegestaan, maar nog niet is gerealiseerd. Bij gebruik in ruime zin worden de geldende bestemmingsplannen als uitgangspunt genomen.
Bij het begrip 'bestaand gebruik' wordt in deze beheersverordening aangesloten bij de regeling in de vigerende bestemmingsplannen (inclusief het parapluplan betreffende de bedrijfswoningen op bedrijventerreinen) en de verleende vrijstellingen/ontheffingen/omgevingsvergunningen. De gemeente kiest daarmee voor de ruime uitleg van het begrip 'bestaand'. Dit houdt in dat ook niet benutte mogelijkheden uit vigerende bestemmingsplan worden meegenomen, zolang deze niet als een nieuwe ontwikkeling worden gezien. Bij een beheersverordening moet het immers gaan om beheer en niet om het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen. Uitbreidingen van bedrijven conform het vigerende bestemmingsplan worden in dit geval gezien als beheer.
De onderhavige bedrijventerreinen zijn praktisch geheel ingevuld. Daar waar echter nog braakliggende terreinen aanwezig zijn, kunnen ook deze onder het ruime begrip bestaand vallen. Deze mogelijkheid uit het vigerende bestemmingsplan wordt dan ook niet als een ruimtelijke ontwikkeling aangemerkt.
De beheersverordening is als volgt opgebouwd. In het volgende hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie in het beheersgebied. Daarna wordt in Hoofdstuk 3 het beleid en de milieu- en omgevingsaspecten uiteengezet. Hoofdstuk 4 geeft een juridische toelichting op de beheersverordening en gaat in op de uitvoerbaarheid hiervan. Vorm en inhoud van deze toelichting zijn waar mogelijk afgestemd op beheersverordening die recentelijk is vastgesteld voor het Bedrijventerrein Meppelerdiep te Zwartsluis.
In dit hoofdstuk wordt een beschrijving van de bestaande situatie gegeven. Alvorens wordt ingezoomd op het plangebied is het van belang de bestaande structuur van het omliggende gebied te beschrijven en te analyseren. In het navolgende wordt daarom eerst een korte beschrijving van de ruimtelijke en functionele structuur rondom het plangebied uiteengezet.
Hasselt is gelegen aan het Zwart Water nabij de monding van de Overijsselse Vecht. Door de ligging aan een knooppunt van land- en waterwegen werd Hasselt een belangrijk handelscentrum. Rond 1250 kreeg Hasselt stadsrechten, terwijl de stad vanaf 1367 wordt gerekend tot de zogenaamde 'Hanzesteden'. In de late Middeleeuwen ontwikkelde Hasselt zich bovendien tot religieus centrum. Tijdens de Reformatie werd Hasselt een speelbal van de Spaans- en Staatsgezinden. In 1672 werd de stad zwaar beschadigd door oorlogsgeweld. In de decennia die volgden raakte Hasselt meer en meer in verval.
De aanleg van de Dedemsvaart in 1809 zorgde ervoor dat Hasselt politiek, cultureel en financieel weer opbloeit. De ligging aan het water maakte dat met name de watergebonden bedrijvigheid volop tot ontwikkeling kwam. Vanaf de jaren '60 van de vorige eeuw ontstond een omvangrijke industrie die haar speerpunten heeft in (woning)bouw, wegenbouw en vloerbekleding.
Vanaf de jaren de '70 van de vorige eeuw wordt daarnaast meer en meer geprofiteerd van de bedrijfstak 'toerisme'.
Figuur: Hasselt 1649
De structuur en bijbehorende karakteristiek van de kern Hasselt wordt in hoofdzaak bepaald door het historische stadscentrum met de aanwezige compacte bebouwing en het water dat overal in het gebied voelbaar is. De noord-zuidverbinding N331 (Zwolle - Emmeloord) loopt langs het centrum van Hasselt en heeft twee belangrijke aftakkingen: de N758 richting Genemuiden/Kampen en de N377, de weg van Hasselt naar Coevorden.
De woonwijken van Hasselt zijn gesitueerd aan de oostzijde van het Zwart Water en zijn georiënteerd op de N377. Het bedrijventerrein is gelegen ten westen van de kern Hasselt. Het terrein ligt relatief geïsoleerd ten opzichte van de kern, doordat het Zwarte Water tussen het terrein en de kern is gelegen. Omdat het bedrijventerrein aan het Zwarte Water is gelegen, omvat het zowel gronden die aan vaarwater, geschikt voor grotere schepen tot 2000 ton, als aan de weg zijn gelegen.
Figuur: Structuur kern Hasselt. Bron: Structuurvisie Zicht op Zwartewaterland 2005-2020
In de beginjaren zeventig is het bedrijventerrein Zwarte Water, in exploitatie genomen. Dit terrein raakte rond 1988 vol, waarna vanaf de jaren '90 van de vorige eeuw het (in de voorliggende beheersverordening opgenomen) 'Bedrijvenpark' tot ontwikkeling kwam. Het Bedrijvenpark is momenteel voor het grootste deel in gebruik bij een tapijtfabriek. Ook bevindt zich op het park een bedrijf voor rookgasafvoersystemen, een repro- en een schildersbedrijf.
Op het industrieterrein 'De Breker', ten oosten van het Zwart Water bevinden zich een tankstation (met LPG), een bouwmarkt en een metaalbewerkingsbedrijf. De in 2004 opgestelde 'partiële herziening Dedemsvaart-Zuid, De Breker' is destijds niet vastgesteld, zodat ter plaatse nog het bestemmingsplan Dedemsvaart-Zuid vigeert.
Genemuiden kent (net als Hasselt) een rijke historie. Omstreeks het jaar 500 wordt de naam Gelmuda voor het eerst genoemd en in 1275 kreeg de kern stadsrechten. De ligging aan de zee was een belangrijke bestaansbron. In de vroege middeleeuwen had Genemuiden al een bloeiende visindustrie. Daar kwam de mattenhandel bij; al in het begin van de 17e eeuw was sprake van een florerende mattenindustrie. Deze matten gingen vooral naar het rijke en dichtbevolkte Holland. Vanaf 1795 heeft Genemuiden zich weten te ontwikkelen tot het centrum van de mattenindustrie. Rond 1900 omvatte de biezencultuur meer dan 500 hectare. Aan het eind van de eerste wereldoorlog werd overgeschakeld op kokosmatten en in de jaren '60 van de vorige eeuw op nylon en wol. Daarnaast werden hooibouw en veeteelt ook belangrijke bestaansbronnen. De ligging aan het water zorgt ervoor dat een haven aanwezig is, met de daarbij behorende activiteiten. In de praktijk blijkt evenwel dat er de laatste decennia weinig belangstelling is geweest voor de ligging aan het water. Zo is het eerste bedrijventerrein gelegen aan het Zwarte Water, maar dit leidde niet tot een grootschalig gebruik van het water. Ook een vorm van wonen aan of bij het water - met uitzondering van de Ooster- en Westerkaai - heeft geen vlucht genomen. De verschillende uitbreidingen van Genemuiden hebben ertoe geleid dat de bescherming tegen het water steeds veranderde. Dat resulteerde vooral in nieuwe dijken, waardoor de oude dijken - zonder functie - beeldbepalend aanwezig bleven, als cultuurhistorische overblijfselen van de strijd tegen het water.
Figuur: Genemuiden 1893
Het huidige Genemuiden kent een tweedeling in enerzijds bedrijventerreinen (dat het oostelijk deel van Genemuiden overheerst) en woningbouw (dat het westelijk deel van Genemuiden overheerst). Een belangrijke infrastructurele drager is de N760 van Genemuiden naar IJsselmuiden/Kampen. De N760 stopt aan Het Zwarte Water en continueert zich door middel van een pontverbinding richting Zwartsluis/Meppel en de Noordoost polder. De Randweg/N759 begrenst Genemuiden in het zuidoost en vormt tevens de verbinding via Hasselt naar Zwolle. Het Zwarte Water is, zoals ook in bovenstaande paragraaf beschreven, al lange tijd bepalend voor Genemuiden. Het bedrijventerrein is grotendeels gericht naar het water. Bedrijvigheid heeft een groot aandeel in het ruimtegebruik in Genemuiden. Ongeveer van de helft van het bebouwde gebied is bedrijventerrein en is voornamelijk gesitueerd in het oostelijk deel. Het meer westelijk deel bestaat uit historische bebouwing rondom de havenarm, die nu wordt gebruikt voor plezierjachten, en parallel aan de hoofdstraat richting het zuiden. Daaromheen zijn in de loop der tijd op kleine schaal uitbreidingswijken gebouwd.
Een harde grens is Het Zwarte Water aan de noordzijde van Genemuiden. De rivier is bepalend voor het beeld van Genemuiden. Aan de zuid-, oost- en westzijde wordt Genemuiden begrensd door het polderlandschap van de Mastenbroek, bestempeld als onderdeel van het Nationaal Landschap IJsseldelta.
Figuur: Structuur kern Genemuiden. Bron: Structuurvisie Zicht op Zwartewaterland 2005-2020
Vanaf de jaren '60 van de vorige eeuw kwam het Industrieterrein in Genemuiden tot ontwikkeling. Het wekt geen verbazing dat de eerste bedrijfsvestigingen een sterke binding hadden met het water. Vanaf de jaren '80 werd het terrein in zuidelijke richting uitgebreid met de gebieden Zevenhont 1 tot en met 4. Gelet op het ruime vestigingsbeleid, herbergt het terrein een keur aan bedrijven, waaronder een handelsonderneming, machinefabriek, bouwbedrijf, installatiebedrijf, een verhuurbedrijf, en containerbedrijf en een tegelhandel. Meer naar het zuiden bevinden zich tevens kantoren. Deze opsomming is slechts een beperkte bloemlezing uit de aanwezige bedrijven, maar geeft een indruk van de diversiteit.
Naast de bedrijventerreinen is in deze beheersverordening een aantal kleinere gebiedjes opgenomen, waarvoor anders op 1 juli 2013 geen actueel en digitaal planologisch regiem zou gelden. Het betreffen over het algemeen kleine gebieden die onderdeel vormen van een woongebied.
Het gebied Westeinde te Zwartsluis vormt daarop een uitzondering. Dit betreft namelijk een iets groter gebied met meerdere functies, waaronder een begraafplaats, jachthaven, bedrijven en woonbebouwing.
Ook de nog niet benutte mogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan worden in de beheersverordening gezien als bestaand.
Bij het opzetten van deze beheersverordening is een aantal bronnen geraadpleegd. In de eerste plaats het geldende bestemmingsplan en de in paragraaf 3.1. genoemde beleidsstukken, alsmede andere ruimtelijke besluiten zijn in te zien op het gemeentehuis van Zwartewaterland of op de gemeentelijke website www.zwartewaterland.nl.
Er is tevens gebruik gemaakt van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Deze informatie kan tevens ingezien worden op de website van het in opdracht van het Ministerie van I&M en het kadaster ontwikkelde BAG viewer, http://bagviewer.geodan.nl/. De bedrijvenlijsten met de bestaande bedrijven in het verordeningsgebied is opgenomen in bijlage 1 en 2.
Voor het beleid van waterschap Groot Salland kan de website http://www.wgs.nl/ worden ingezien.
Tot slot kan de gemeentelijke luchtfoto worden geraadpleegd, deze is opgenomen in bijlage 3.
In het kader van de handhaafbaarheid is binnen het gemeentelijk intranet een inventarisatie opgesteld, aan de hand waarvan de bestaande situatie kan worden nagegaan.
Op verschillende niveaus gelden beleidsnota's die betrekking hebben op het plangebied. Op rijks- en provinciaal niveau zijn dit onder andere de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), de Omgevingsvisie Overijssel 'Visie en uitvoeringsprogramma voor de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel' en de Omgevingsverordening Overijssel 2009. Deze beleidsnota's geven geen specifieke uitgangspunten voor het plangebied. In algemene zin wordt gestreefd naar een voortzetting en verbetering van het bestaande kwaliteitsniveau. Dit geldt dan ook voor het plangebied.
Op gemeentelijk niveau zijn dit onder andere:
De gemeentelijke beleidsnota's geven voor het plangebied geen ontwikkelingen aan die voor de beheersverordening van belang zijn. In met name de Structuurvisie en de Bedrijventerreinenvisie worden echter wel beleidsuitgangspunten geformuleerd op het gebied van revitalisering en uitbreiding. Deze aspecten zullen een plaats krijgen in het op te stellen 'Bestemmingsplan Bedrijventerreinen'.
Figuur: Gewenste structuur kern Hasselt. Bron: Structuurvisie Zicht op Zwartewaterland 2005-2020
Figuur: Gewenste structuur kern Genemuiden. Bron: Structuurvisie Zicht op Zwartewaterland 2005-2020
In de beheersverordening dient rekening te worden gehouden met de aanwezige functies in en rond het beheersgebied met als uitgangspunt dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen worden de milieu- en omgevingsaspecten behandeld.
Ten behoeve van de milieuzonering is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het systeem “Bedrijven en milieuzonering” ontwikkeld, in de vorm van een bedrijvenlijst, waarin de bedrijven zijn gecategoriseerd op hun milieueffecten. De lijst is onderverdeeld in bedrijfsklassen en bedrijfstypen. Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder (uitgaande van de gemiddelde bedrijfssituatie) kunnen veroorzaken, kent de lijst aan de bedrijven een milieucategorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de milieu-indeling op van 1 t/m 6, met bijbehorende richtlijnafstanden tot een 'rustige woonwijk' of een 'gemengd gebied'.
Onderstaand tabellen laten zien dat op (delen van) het bedrijventerrein in Genemuiden bedrijven tot en met categorie 5 zijn toegestaan, terwijl in Hasselt minder zware bedrijven zijn toegestaan.
Genemuiden | ||||||||||
Terrein | Bedrijventerrein 1982 | Zevenhont 1 | Zevenhont 2 | Zevenhont 3 | Zevenhont 4 | |||||
Categorie | Zone 1: 2 + tapijt (=4) Zone 2: 3 + tapijt (=4) Overig: 4 |
4 | Zone 1: 3 Zone 2: 4 Zone 3: 5 (A-inrichting uitgesloten) |
Zone 1: 4 Zone 2: 4 + 5 mits hoogste afstand max. 500 m. Zone 3: 4 + 5 mits hoogste afstand max. 700 m. (A-inrichting uitgesloten) |
Zone A: 3 Zone B: 3 + 4 mits hoogste afstand max. 200 m. Zone C: 4 Zone D: 4 + 5 mits hoogste afstand max. 500 m. (A-inrichting uitgesloten) |
Hasselt | |||
Terrein | Bedrijvenpark | De Breker | |
Categorie | 3 | 2 (*) |
(*) Bestemmingsplan niet vastgesteld
Aangezien de bestaande situatie wordt vastgelegd in de beheersverordening, is en blijft de bestaande milieuhygiënische situatie gehandhaafd en is een verslechtering niet mogelijk. Hierbij is de regeling vanuit het geldende bestemmingsplan overgenomen. Vanuit milieuzonering gelden er geen belemmeringen voor het plangebied.
Voor het aspect geluid is de Wet geluidhinder (Wgh) van toepassing. De Wgh kent voor weg- en railverkeer alsmede voor gezoneerde industrieterreinen voorkeursgrenswaarden op nieuwe bestemmingen. De Wgh gaat uit van zones langs (spoor)wegen en zones bij industrieterreinen. Het gebied binnen deze zone geldt als akoestisch aandachtsgebied waar, voor bouwplannen en bestemmingsplannen, een akoestische toetsing uitgevoerd dient te worden. In het kader van deze beheersverordening is het aspect wegverkeerslawaai en industrielawaai van belang. Er liggen in het plangebied of in de directe omgeving geen spoorlijnen.
In de Wgh is bepaald dat elke weg van rechtswege een geluidszone heeft (art. 74 lid 1). Een uitzondering hierop zijn wegen die zijn gelegen in een 30 km/uur-zone of in een woonerf.
De beheersverordening maakt de bouw van nieuwe geluidsgevoelige objecten niet mogelijk. Bedrijfsgebouwen zijn namelijk geen geluidsgevoelige objecten in het kader van de Wgh. Nieuwe bedrijfswoningen worden niet mogelijk gemaakt. Het aantal bedrijfswoningen mag niet worden uitgebreid. Derhalve zijn er vanuit het aspect wegverkeerslawaai geen belemmeringen voor de beheersverordening.
In artikel 40 van de Wgh is bepaald dat indien bij de vaststelling van een bestemmingsplan aan gronden een zodanige bestemming wordt gegeven dat daardoor een industrieterrein ontstaat, daarbij tevens een rond het betrokken terrein gelegen zone wordt vastgesteld, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan. Een zone kan alleen worden bepaald bij vaststelling of wijziging van een bestemmingsplan. Bij het voorbereiden van de vaststelling of wijziging van een zone moet onder meer akoestisch onderzoek worden ingesteld naar de geluidbelasting die door woningen binnen de ontworpen zone, alsmede door andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, vanwege het industrieterrein ten hoogste kunnen worden ondervonden. De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting aan de gevel van woningen bedraagt 50 dB(A). Onder voorwaarden kan een hogere waarde tot maximaal 60 dB(A) worden vastgesteld. Onder een industrieterrein wordt een terrein verstaan waaraan een bestemming is gegeven die de mogelijkheid van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, insluit (artikel 1 Wgh). Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het bijbehorende Besluit omgevingsrecht (Bor) per 1 oktober 2010 is deze AMvB Inrichtingen vervangen door een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Bor.
Het bedrijventerrein in Hasselt is een gezoneerd industrieterrein (zie onderstaand figuur); in de verordening worden inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken namelijk niet uitgesloten. Op het bedrijventerrein in Genemuiden is geen ruimte voor 'grote lawaaimakers'.
Zoals hierboven aangegeven maakt de beheersverordening het niet mogelijk om nieuwe geluidsgevoelige gebouwen op te richten. De bestaande situatie wordt gehandhaafd en hiermee wordt voldaan aan de Wgh. De geluidzone krijgt een vertaling in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied
Figuur: Ligging gezoneerde industrieterreinen gemeente Zwartewaterland
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Er is een analyse gemaakt van de externe veiligheid voor het plangebied. Hiervoor is gebruik gemaakt van de 'Externe Veiligheidsvisie Zwartewaterland op Veilig' die in 2007 is vastgesteld. Verder is gebruik gemaakt van de Risicokaart van de Provincie Overijssel.
Figuur Uitsnede risicokaart Overijssel Hasselt
Figuur Uitsnede risicokaart Overijssel Genemuiden
Hasselt
Op bedrijventerrein De Breker bevindt zich een LPG-tankstation. Hoewel de grenswaarde voor het PR10-6 wordt overschreden is geen sprake van een saneringssituatie.
Genemuiden
Aan de Nijverheidsstraat te Genemuiden bevindt zich een LPG-tankstation. De grenswaarde voor het PR10-6 wordt weliswaar overschreden, er is geen sprake van een saneringssituatie.
Transportbedrijf Verhoek, eveneens gevestigd aan de Nijverheidsstraat beschikt ook over een LPG-station. LPG-levering vindt uitsluitend plaats aan de eigen transportmiddelen van het bedrijf. Binnen de PR10-6 zijn geen objecten gesitueerd.
Tot slot beschikt ook autobedrijf Naberman, eveneens gevestigd aan de Nijverheidsstraat, over een LPG-tankstation. Binnen de PR10-6 zijn geen objecten gesitueerd.
Blijkens de Externe Veiligheidsvisie zijn er in en nabij het plangebied geen transportroutes over de weg van gevaarlijke stoffen aanwezig. Het aantal LPG-transporten en het transport van propaan (bedoeld ter bevoorrading van de aanwezige LPG-tankstations) leidt binnen de gemeente Zwartewaterland nergens tot overschrijdingen van het plaatsgebonden risico PR10-6.
Wel is er een transportroute van gevaarlijke stoffen over water aanwezig. Dit betreft de hoofdvaarweg Zwarte Water. In de huidige situatie wordt hier het plaatsgebonden risico en groepsrisico niet overschreden. In de Externe Veiligheidsvisie is al rekening gehouden met de vestiging van bedrijven in het plangebied, omdat de percelen reeds een bedrijfsbestemming hebben. In de Externe Veiligheidsvisie wordt als bestaande situatie namelijk ook een geprojecteerde objecten verstaan, die nog niet zijn gerealiseerd. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico niet wordt overschreden. Omdat in de bedrijven die het bestemmingsplan mogelijk maakt in principe niet meer personen aanwezig zullen zijn, dan de bedrijven die het huidige bestemmingsplan al mogelijk maakt, kan er geconcludeerd worden dat ook het groepsrisico ten gevolge van de beheersverordening niet overschreden wordt.
Op of nabij het plangebied bevinden zich geen buisleidingen waarmee in het kader van het externe veiligheidsbeleid rekening dient te worden gehouden.
Ten zuiden van Bedrijvenpark Hasselt bevinden zich (naast elkaar) een 380- en een 220-Kv hoogspanningslijn. De indicatieve zone van deze lijn bedragen respectievelijk 120 (220 Kv) en 150 (380 Kv) m ter weerszijden van de betreffende lijn. Het plangebied ligt op veel grotere afstand van de lijn dan 150 m meter, waardoor deze lijnen geen belemmering vormen voor het plangebied.
De Wet luchtkwaliteit vormt een onderdeel van de Wet milieubeheer. In de wet zijn normen opgenomen voor de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen vormen onder andere geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of als een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt. In het beheersgebied zijn geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die nader luchtkwaliteitsonderzoek vereisen. Ook zijn er in Hasselt en Genemuiden geen overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen bekend.
Het is wettelijk (via de bouwverordening) geregeld dat nieuwbouw pas kan plaatsvinden als de bodem geschikt is (of geschikt is gemaakt) voor het beoogde doel. Om deze reden dient bij iedere nieuwbouwactiviteit de bodemkwaliteit door middel van onderzoek (conform NEN5740) in beeld te worden gebracht. Het onderzoek mag niet meer dan vijf jaar oud zijn. Als blijkt uit het onderzoek dat de bodem niet geschikt is dan zal voor aanvang van de werkzaamheden een sanering moeten worden uitgevoerd, om de bodem wel geschikt te maken. Met betrekking tot de bodem kan gemeld worden dat in het plangebied geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan waarvoor op voorhand bodemonderzoek noodzakelijk is. Vanuit het omgevingsaspect bodem zijn er dan ook geen belemmeringen voor het beheersgebied.
Het waterschap Groot Salland is primair verantwoordelijk voor de waterhuishouding in het plangebied. Onder de verantwoordelijkheden vallen onder andere beveiliging tegen hoog water, peilbeheer en aan- en afvoer van water. Daarnaast wordt geadviseerd hoe om te gaan met hemelwater. Volgens de Wet gemeentelijke watertaken (2008) is de gemeente verantwoordelijk voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater en hemelwater. De gemeente mag vervolgens zelf bepalen op welke wijze het ingezamelde hemelwater wordt verwerkt. De wijze van verwerking van het hemelwater door de gemeente moet wel passen binnen het beleid van het Waterschap Groot Salland.
De gemeente Zwartewaterland is niet primair verantwoordelijk voor alle watertaken, maar moet de waterbelangen wel goed beschrijven en afwegen binnen de ruimtelijke ordening. Een van de instrumenten hiervoor is de verplichte watertoets. De watertoets houdt in dat het Waterschap beoordeeld of de waterbelangen voldoende gewaarborgd zijn. De voor de gemeente en waterschap van belang zijnde wateraspecten zijn hieronder beschreven.
Verder heeft de gemeente de zorgplicht om structurele problemen als gevolg van een voor de gebruiksfunctie nadelige grondwaterstand in openbaar bebouwd gebied te voorkomen of te beperken.
In het algemeen zoekt het waterschap naar duurzame oplossingen. Uitgangspunt is dat het water zoveel mogelijk binnen een plangebied wordt vastgehouden en dat relatief schoon water ook relatief schoon blijft. Daarbij geldt dat het regenwater, dat op verharde oppervlaktes valt en schoon genoeg is (zoals van gevels en daken), zoveel mogelijk wordt vastgehouden of wordt geborgen.
Beleidskader
Het beleid van het Waterschap Groot Salland staat beschreven in het Waterbeheerplan 2010-2015, de beleidsnota Leven met Water in Stedelijk Gebied, Strategische Nota Rioleringsbeleid 2007, Visie Beheer en Onderhoud 2050 en het Beleidskader Recreatief Medegebruik. Daarnaast is de Keur van het Waterschap Groot Salland een belangrijk regelstellend instrument waarmee in ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden. De genoemde beleidsdocumenten liggen ter inzage op het hoofdkantoor van het Waterschap Groot Salland. Ook zijn deze te raadplegen op de internetsite: www.wgs.nl . Op gemeentelijk niveau is het in overleg met het waterschap opgestelde gemeentelijk Waterplan en het (verbreed) gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van belang.
Om het hemelwater van verhardingen en daken zo schoon mogelijk te houden, zodat het zuiveringsproces zo eenvoudig mogelijk is (bij afvoer via het gescheiden rioolstelsel) of om vervuiling van het oppervlaktewater te (bij lozing op het oppervlaktewater), is het gewenst om bij het bouwen rekening te houden met de materiaalkeuze. Het gebruik van zink, lood of andere uitlogende materialen dient daarbij zoveel mogelijk vermeden te worden. In dit kader wordt opgemerkt dat bij nieuwbouw geen uitloogbare materialen worden gebruikt.
Op de aanwezige primaire waterkering (de dijken langs het Zwarte Water) en de bijbehorende kern- en beschermingszone is de Keur van het waterschap van toepassing. De Keur van het waterschap geeft regels met betrekking tot het onderhoud van dergelijke werken. Als werkzaamheden hierbinnen worden uitgevoerd is een ontheffing op de Keur noodzakelijk.
De beheersverordening is gericht op de bestaande situatie, veranderingen in watergangen zijn niet mogelijk. Het water in het plangebied is hiermee gewaarborgd.
In 2003 is een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Zwartewaterland en de archeologische dienst van de gemeente Zwolle gesloten. Deze samenwerking is vertaald in een door de gemeente Zwartewaterland opgesteld archeologisch beleid en een bijbehorende Archeologische Waardenkaart Zwartewaterland. Op een klein deel van het bedrijventerrein De Breker, Bedrijventerrein Genemuiden en het gebied Westeinde te Zwartsluis ligt een gebied met een archeologische verwachtingswaarde van 50%. In de beheersverordening is een regeling opgenomen dat bij ruimtelijk ingrepen archeologisch onderzoek noodzakelijk is. De rest van het beheersgebied kent een archeologische verwachtingswaarde van 10%. Dit betekent dat archeologisch proefonderzoek wordt aanbevolen.
Figuur: Uitsnede archeologische verwachtingskaart Zwartewaterland
Het bedrijventerrein de Breker valt voor en zeer beperkt deel binnen het beschermd stadsgezicht Hasselt (zie onderstaand afbeelding). Te zien is dat een smalle strook aan de westzijde van De Breker zowel binnen het beheersgebied als het beschermd Stadsgezicht valt. Gelet op het feit dat sprake is van een zeer beperkte overlap en de voorliggende Beheersverordening ter plaatse niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen, zal geen afbreuk worden gedaan aan het Beschermd Stadsgezicht. Er is dan ook afgezien van een nadere verankering in de regels.
Figuur Ligging De Breker (oranje) in relatie tot Beschermd Stadsgezicht (zwarte stippellijn)
Het verordeningsgebied is getoetst aan de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.
Gebiedsbescherming
De toets in het kader van gebiedsbescherming vindt zijn oorsprong in de Natuurbeschermingswet 1998 en draagt zorg voor de bescherming van natuurwaarden. De wet kent drie typen gebieden:
Onderstaande kaart laat zien dat op twee plaatsen sprake is van een overlapping tussen het beheersgebied en Natura 2000-gebied 'Uiterwaarden Zwarte Water en Overijsselse Vecht':
Figuur Ligging Natura 2000-gebieden in relatie tot beheersgebied
Voor het overige komen in het verordeningsgebied geen Natura-2000 gebieden of beschermde natuurmonumenten voor. Wel komen in de (directe) omgeving van het plangebied nog deze Natura-2000 gebieden voor, te weten:
Daar de beheersverordening is gericht op de bestaande situatie, waar geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk kunnen worden gemaakt is een nadere toetsing niet noodzakelijk. Daarbij zij tevens gewezen op het exclaveringsprincipe, op basis waarvan bestaande bebouwingen (inclusief erven en tuinen) en verhardingen geen onderdeel uitmaken van het Natura 2000-gebied.
Soortenbescherming
Voor het beheersgebied kan worden gesteld dat het om een bestaande situatie gaat waarin geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan. Het is en blijft voornamelijk in gebruik als bedrijventerrein. Open plekken worden intensief gemaaid. Wat betreft de soortenbescherming, zijn er daarom geen belemmeringen te verwachten.
In de beheersverordening is de bestaande situatie verbeeld door middel van bestemmingen. Qua systematiek is daarbij aangesloten bij de SVBP-richtlijnen. De feitelijk aanwezige bebouwing en het feitelijk aanwezige gebruik onder het begrip 'bestaand'. In de begripsomschrijving van 'bestaand' zijn situaties die in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan uitgesloten.
Naast de bestaande situatie zijn de mogelijkheden uit de vigerende bestemmingsplannen overgenomen. Wat betreft het bedrijventerrein Genemuiden gelden meerdere bestemmingsplannen met diverse mogelijkheden, bijvoorbeeld op het gebied van bouw- en goothoogtes en de toegestane typen bedrijven (milieucategorieën). Middels aanduidingen op de verbeelding is het vigerende planologische beleid vertaald naar de voorliggende beheersverordening. Op deze wijze ontstaat er geen verruiming van mogelijkheden (hetgeen dient te worden aangemerkt als een nieuwe ontwikkeling), dan wel een inperking van vigerende rechten.
Wat betreft het industrieterrein Genemuiden en het Bedrijvenpark Hasselt heeft dit geresulteerd in ruime bestemmingsvlakken met de bestemming 'Bedrijventerrein'. In de verbeelding zijn geen bouwvlakken aangegeven, maar is gekozen voor een verbale regeling; de in de verordening opgenomen bouwmogelijkheden zijn gekoppeld aan een minimale afstand uit de as van de weg.
In het gebied 'De Breker' is een andere benadering gekozen. Vanwege de aanwezigheid van een korenmolen 'De Zwaluw' en de noodzaak voor een goede windvang, is het ter plaatse gewenst een terughoudender (bouw)beleid te voeren (waarin overigens in het vigerende bestemmingsplan reeds is voorzien). In de voorliggende beheersverordening is het op De Breker vigerende planologische regiem (Bestemmingsplan Dedemsvaart-Zuid) 1-op-1 is overgenomen, hetgeen resulteert in een aantal bouwvlakken op de verbeelding alsmede terreinen die uitsluitend mogen worden gebruikt ten behoeve van opslag. De thans aanwezige functies wijken af van hetgeen in het vigerende bestemmingsplan is opgenomen. De bepaling in de regels dat het 'bestaand legale gebruik is toegestaan', vangt dit echter op. De regeling in het gebied De Breker is meer gedetailleerd van opzet dan de overige bedrijventerreinen.
Dit geldt ook voor het gebied Westeinde, waar eveneens een meer gedetailleerde opzet als passend wordt gezien. Dit sluit aan bij het vigerende bestemmingsplan en de ter plaatse voorkomende functies. De huidige wijze van bestemmen is in de voorliggende beheersverordening overgenomen.
Het bovenstaande maakt duidelijk dat in de voorliggende beheersverordening gebruik is gemaakt van de ruime uitleg van het begrip 'bestaand'. Onder bestaande situatie wordt in dit geval dus het vigerend bestemmingsplan met alle gerealiseerde en nog niet gerealiseerde mogelijkheden van het bestemmingsplan verstaan. Ook verleende vrijstellingen, ontheffingen en omgevingsvergunning zijn meegenomen in de beheersverordening.
De beheersverordening maakt onderscheid in gebruiksregels en bouwregels. Hoofdregel is dat het bestaande gebruik mag worden voortgezet (mits niet illegaal uiteraard) en dat bestaande bebouwing mag worden herbouwd met dezelfde afmetingen. In de regels die daarnaast zijn opgenomen zijn de planologische mogelijkheden van het geldende bestemmingsplan overgenomen. In de beheersverordening is overgangsrecht opgenomen, dat wil zeggen dat illegale situaties niet door een beheersverordening worden gelegaliseerd. Dit geldt ook voor de als burgerwoning in gebruik zijnde bedrijfswoningen, dit gezien de regeling in de vigerende bestemmingsplannen. Ook worden hiermee de omliggende bedrijven zo min mogelijk beperkt. Een gewenste revitalisering van het bedrijventerrein is al mogelijk binnen het geldende bestemmingsplan en past bij toepassing van het ruime begrip 'bestaand' binnen de reikwijdte van de beheersverordening.
Er zijn specifieke regels opgenomen voor archeologische verwachtingswaarden die mogelijk in het verordeningsgebied aanwezig zijn, en de veiligheidszone rondom het LPG-tankstations.
De Wro kent geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening. De beheersverordening zal door de gemeenteraad worden vastgesteld. Hierop is hoofdstuk 3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. De dag na het publiceren van het vaststellingsbesluit treedt de beheersverordening in werking. Tegen het besluit tot vaststellen van een beheersverordening kan geen bezwaar of beroep worden aangetekend.
De veranderingen die de beheersverordening mogelijk maakt zijn perceelsgebonden van aard en kleinschalig van karakter. De beheersverordening voorziet niet in ingrijpende veranderingen waarbij particuliere belangen geschaad zouden kunnen worden. De situatie uit het geldende bestemmingsplan wordt voortgezet. De maatschappelijke uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd.
Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wro en het Bro beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Het is niet mogelijk een exploitatieplan te koppelen aan een beheersverordening. Aangezien de beheersverordening het bestaande gebruik regelt, zijn aan de uitvoering hiervan ook geen kosten verbonden die ten laste komen van de gemeente. Bovendien staat de beheersverordening geen bouwplannen toe waar het verhalen van kosten mogelijk is. Om deze reden is ook het weergeven van de economische uitvoerbaarheid ten behoeve van de inzet van gemeentelijke middelen niet relevant.