Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
- maximaal 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voor (het denkbeeldig verlengde van) het hoofdgebouw;
- maximaal 2 m voor overige erf- en terreinafscheidingen;
- maximaal 7 m voor palen en masten;
- maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' maximaal 4 m voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde.