direct naar inhoud van Artikel 4 Waarde - Archeologie
Plan: Middelweg 12 Moordrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpMiddelweg12Mrd-Va01

Artikel 4 Waarde - Archeologie

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 algemeen

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn,naast de

andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, primair bestemd

voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden

voorkomende (potentiële) archeologische waarden.

4.1.2 toelaatbaarheid

Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met Waarde – Archeologie aangewezen gronden is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het, gehoord de provinciaal

archeoloog van de provincie Zuid-Holland, verenigbaar is met het archeologisch belang.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Alvorens in het als (potentieel) archeologisch waardevol gebied een omgevingsvergunning wordt verleend, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport van archeologisch onderzoek over te leggen waaruit, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkt dat het archeologisch belang in het gebied van het (bouw)plan niet wordt geschaad, dan wel op welke wijze dit belang kan worden gewaarborgd bij de uitvoering van het bouwplan. Het overleggen van een rapport van archeologisch onderzoek is echter niet vereist:

  • a. indien er naar het oordeel van burgemeester en wethouders al voldoende onderzoeksresultaat beschikbaar is;
  • b. indien met de bouw geen bodemingreep gepaard gaat;
  • c. indien de met de bouw (eventueel) gepaard gaande bodemingrepen
    in totaal een oppervlak van niet meer dan 50 m² beslaan;
  • d. indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Verbod

Het is verboden op of in deze gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning

de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen voor zover een en ander niet in het openbaar gebied is gelegen en indien de oppervlakte van de aan te brengen verharding meer bedraagt dan 50 m²;
  • b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodem verlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • d. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m ten opzichte van het niet opgehoogde, oorspronkelijke maaiveld, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen, diepploegen, aanleggen van drainage en ontginnen;
  • e. het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand.

Een omgevingsvergunning als bedoeld in dit lid mag alleen en moet

worden geweigerd indien is gebleken dat de daar genoemde werken of

werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan zullen

leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal.

4.3.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 4.3.1 is niet van toepassing op werken

en/of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
4.3.3 Voorwaarden

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.3.1 zijn slechts

toelaatbaar, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van de in lid 4.1 genoemde doeleinden;
  • b. vooraf advies is ingewonnen bij de gemeentelijk archeoloog.
4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de

bestemming “Waarde-Archeologie” geheel of gedeeltelijk vervalt, als op

basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de

archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn

vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd dient vooraf een

advies verkregen te zijn van de gemeentelijk archeoloog.