Volgens artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening pleegt het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan daarover overleg met de besturen van betrokken gemeenten, waterschappen en diensten van provincie en Rijk, die betrokken zijn met de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het projectbesluit in het geding zijn. Versnelling van besluitvormingsprocedures is één van de doelstellingen van de Wet ruimtelijke ordening. Als mogelijke vertrager in de procedure is het vooroverleg genoemd. Het overleg dient dan ook beperkt te blijven tot die overheidsinstanties waarmee overleg werkelijk noodzakelijk is om te voorkomen dat de taak of verantwoordelijkheid van het andere overheidsorgaan ontoelaatbaar wordt beperkt, of dat het door dat orgaan te behartigen belangen wordt benadeeld. Indien het gaat om een (ontwerp)-projectbesluit van geringe omvang dan wel in planologisch opzicht ondergeschikt belang, kan de gemeente afzien van het overleg. Het Rijk en de provincie hebben gecategoriseerd in welke gevallen het overleg wel of niet nodig is.
Rijk
De Minister van VROM heeft bij brief van juli 2008 (kenmerk 2008 055709) kenbaar gemaakt dat met het Rijk, bij de voorbereiding van bestemmingsplannen, alleen overleg hoeft te worden gevoerd indien nationale belangen in het geding zijn, die zijn omschreven in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid. In deze paragraaf zijn onderwerpen opgenomen die afkomstig zijn uit Planologische Kernbeslissingen (PKB's), die sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening de status van (rijks)structuurvisies hebben gekregen. De realisatie van onderhavige berging/overkapping behoort niet tot de belangen die zijn omschreven in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid. Er hoeft daarom geen overleg te worden gevoerd met het Rijk.
Provincie
Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Fryslân hebben bij brief van 30 juni 2008, met kenmerk 00769587, aangegeven voor welke plannen of projecten het vooroverleg in het kader van een ontwerp-bestemmingsplan of ontwerp-projectbesluit achterwege kan blijven. Niet elk plan of project raakt immers een provinciaal belang. De provinciale belangen zijn recent vastgelegd in het Streekplan Fryslân 2007. Op basis hiervan is een tijdelijke checklist, welke onderdeel uitmaakt van eerdergenoemde brief, opgesteld ten behoeve de stroomlijning van het vooroverleg ex artikel 5.1.1. Besluit ruimtelijke ordening en de toezending van ontwerp-projectbesluiten ex artikel 3.11 Wet ruimtelijk ordening. Hierbij wordt aangesloten bij de limitatieve lijst van vrijstellingscategorieën ex artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening-oud. Deze lijst is door GS vastgesteld op 18 oktober 2005 en aangevuld op 16 mei 2006. Het realiseren van een berging/overkapping is niet opgenomen in deze lijst. Vooroverleg met de provincie Fryslân is dan ook gewenst. Per brief van 3 januari 2012 (zie bijlage 3) heeft de provincie voorgesteld om alsnog een gebruiksbepaling op te nemen die het gebruik ten behoeve van het bedrijf tot 118 m2 beperkt. Bovengenoemd voorstel is verwerkt in de gebruiksbepalingen.
Wetterskip
Het Wetterskip Fryslân heeft per 19 juli 2010 de digitale watertoets geïntroduceerd. De digitale watertoets is de opvolger van de versnelde watertoets. Met de digitale watertoets kunnen watertoetsen worden aangevraagd voor alle ruimtelijke plannen. De digitale watertoets bepaalt welke procedure moet worden doorlopen voor de watertoets. Er zijn drie procedures mogelijk: - geen waterschapsbelang: de procedure “geen waterschapsbelang” wordt gevolgd voor ruimtelijke plannen die geen invloed hebben op het watersysteem. Deze procedure is van toepassing voor functiewijzigingen zoals een agrarisch bedrijf dat een woonbestemming krijgt. Voor deze plannen is een kort wateradvies voldoende en is geen overleg met het waterschap nodig. Het wateradvies wordt verstrekt via de email. Het waterschap ontvangt een melding van de aanvraag. - Korte procedure: de “korte procedure” wordt gevolgd voor ruimtelijke plannen met een beperkte invloed op het watersysteem zoals een uitbreiding van een bestaande woning. Voor deze plannen volstaat een standaard wateradvies en is geen overleg met het waterschap nodig. Een standaard wateradvies wordt verstrekt via de email. Het waterschap ontvangt een melding van de aanvraag. - Normale procedure: de “normale procedure” wordt gevolgd voor ruimtelijke plannen met een niet te verwaarlozen invloed op het watersysteem zoals uitbreidingen met meerdere woningen. De aanpassingen van het watersysteem moeten in overleg met het waterschap worden bepaald. Het waterschap ontvangt de aanvraag van de digitale watertoets en neemt binnen een paar weken contact met de gemeente op om een afspraak te maken voor overleg. De bevindingen van de digitale watertoets zijn beschreven in hoofdstuk 3.2 van deze toelichting.