Plan: | Wijzigingsplan A. de Graaflaan 31 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1884.WPADEGRAAFLAAN31-VAS1 |
Het plangebied is voor een deel gelegen in de Polder Oudendijk. Het gehanteerde peil in de hoogwatervoorziening HW06 is niet bekend. Het zuidelijke deel van het plangebied is gelegen in de Vrouwgeestpolder. Binnen het peilvak OB01 wordt een zomerpeil van NAP -5,34 m en een winterpeil van NAP -5,36 m gehanteerd. Binnen het peilvak OB05 geldt een vast peil van NAP -5,38 m. Binnen het plangebied zijn een aantal watergangen aanwezig. Deze zijn allen aangeduid als 'overig polderwater'.
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit veen. Er is sprake van grondwatertrap II. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand minder dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,5 m en de 0,8 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte varieert ter plaatse tussen de circa NAP -4 m tot NAP -4,5 m.
Door de vergroting van het bouwvlak met 0,2 ha neemt de verharding binnen het plangebied toe. Op grond van de Keur is het zonder vergunning verboden in het beheergebied van Rijnland gebouwen, bouwwerken en dergelijke te plaatsen, onbebouwde/onverharde grond te verharden en werkzaamheden te verrichten als gevolg waarvan neerslag versneld tot afvoer komt. Concreet zijn er plannen voor een uitbreiding van de bebouwing met circa 6.500 m². Bij een toename aan verhard oppervlak dient 15% van deze toename gecompenseerd te worden in de vorm van functioneel oppervlaktewater. Dit komt neer op minimaal 975 m² oppervlaktewater dat binnen hetzelfde peilgebied gerealiseerd dient te worden. In overleg met het Hoogheemraadschap wordt de benodigde compensatie bepaald. Compensatie kan gerealiseerd worden door bestaande watergangen te verbreden.
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid, is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terechtkomt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Gezien de slechte doorlatendheid van de bodem, dient hemelwater dat niet herbenut kan worden, afgevoerd te worden naar oppervlaktewater.
Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dir plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn en blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheersen en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatveranderingen. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en hevigere buiten, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen. Het Waterbeheerplan 2010-2015 van Rijnland is te vinden op de website: www. Rijnland.net.
Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels die in 2011 geactualiseerd zijn. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De 'Keur en Beleidsregels' maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:
De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels (voluit: Beleidsregels en Algemene Regels Inrichting Watersysteem 2011 keur), die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt. De Keur en Beleidsregels van Rijnland zijn te vinden op de website: www. Rijnland.net.