Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Woning Herenweg 102a
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.PBHERENWEG102a-VAS1

4.5 Archeologie

In 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat waar nodig die waarden veiliggesteld kunnen worden en/of het initiatief aangepast kan worden.
 
Planspecifiek
De gemeenteraad van de gemeente Kaag en Braassem heeft op 23 mei 2011 het gemeentelijk archeologiebeleid vastgesteld. In dit beleid is de verwachting archeologische bescherming in kaart gebracht en onderbouwd. Op de volgende afbeelding is een uitsnede van de archeologische beleidsadvieskaart weergegeven. Deze kaart is richtinggevend bij de ontwikkeling van nieuwe, of het aanpassen van bestaande, ruimtelijke plannen.
 
Archeologische beleidsadvieskaart
 
Het plangebied is op de beleidsadvieskaart aangewezen als 'historische kernen' en 'ontginningsassen'. Tevens is het plangebied gelegen in een gebied met een middelhoge verwachting. Voor al deze drie gebieden geldt dat, indien het plangebied groter is dan 100 m2, er geen bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld mogen worden uitgevoerd zonder dat er archeologisch onderzoek is gedaan.
 
Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling van de locatie is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd1. Uit dit onderzoek volgt dat het plangebied binnen een terrein met een zeer hoge trefkans op archeologische waarde uit de periode Vroege Middeleeuwen - Nieuwe Tijd ligt. Vanwege het ontbreken van recente onderzoeksgegevens kan geen waardestelling worden bepaald. Bij het onderzoek aan de beschikbare historische kaarten is gebleken dat op het kadastraal minuutplan van 1811-32 bebouwing op het perceel aanwezig is, die voor 1849 is vervangen of uitgebreid. Tussen 1914 en 1950 is deze bebouwing afgebroken. De fundamenten van de bebouwing zijn mogelijk nog in de ondergrond aanwezig. Oudere kaarten vertonen niet genoeg detail om de aan- of afwezigheid van bebouwing uit de periode tussen ca. 1591 en 1811 aan te tonen. Tussen 1615 en 1647 is het terrein langs de Herenweg, tussen de ringdijken van de Rijnsaterwoudse- en de Wassenaarsche polder opgehoogd, waarbij de ringvaart in feite om beide polders kwam te liggen. Onder het ophogingpakket, waarvan de dikte op de onderzoekslocatie niet bekend is, is waarschijnlijk nog restveen aanwezig waarop zich mogelijk archeologische sporen bevinden die teruggaan tot de eerste helft van de 9e eeuw.
 
Om voorgaande redenen wordt vervolgonderzoek noodzakelijk geacht, in de vorm van een archeologisch begeleiding protocol opgraven. Dat wil zeggen dat bij de ontgravingen ten behoeve van de funderingen en de aanleg van de kelder een archeologisch veldteam aanwezig moet zijn om eventuele resten die daarbij worden aangetroffen te documenteren volgens het protocol 'opgraven' van de Kwaliteitsnorm Nederlandsche Archeologie (KNA). Hiervoor is een Programma van Eisen (PvE) vereist.
 
Gezien het beperkte oppvervlak van de ontgravingen wordt verder archeologisch vooronderzoek overbodig geacht. De verwachting is dat een dergelijk vooronderzoek de voorgenomen bouwwerkzaamheden meer zal vertragen dan een archeologische begeleiding van de al geplande ontgravingen.