4.3 Geluid
De mate waarin het geluid, bijvoorbeeld veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder. De Wet geluidhinder is sinds het einde van de jaren zeventig een belangrijk juridisch kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. De kern van de wet is dat geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) wordt beschermt tegen geluidhinder uit de omgeving ten gevolge van wegverkeer, spoorweg en industrie. Het beschermen van bijvoorbeeld het woonmilieu gebeurt aan de hand van vastgestelde zoneringen. Door deze zoneringen is er sprake van een sterke link met de Wro. De naam 'Wet geluidhinder' doet vermoeden dat hier sprake is van een alles omvattende regelgeving, echter niet alle geluidsaspecten worden in de Wet geluidhinder geregeld. De belangrijkste onderdelen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn:
- toestellen en geluidwerende voorzieningen;
- industrielawaai;
- wegverkeerslawaai;
- spoorweglawaai;
- geluidbelastingkaarten en actieplannen.
De meest voorkomende vorm van geluidhinder is degene die wordt veroorzaakt door het wegverkeer. Zo stelt de wet, dat in principe de geluidsbelasting op woningen niet de 48 dB mag overschrijden. Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen, met uitzondering van 30 km wegen, op een bepaalde afstand van de geluidsgevoelige functie(s).
Onderhavig plan voorziet in de realisatie van een woning aan het Zuideinde in Roeloefarendsveen. Voor het Zuideinde geldt een maximum snelheid van 50 km/uur. Alle wegen met een snelheidsregime van 50 km/u hebben wettelijke geluidszones. Voor wegen met twee rijstroken die binnenstedelijk gelegen zijn geldt een geluidszone van 200 meter aan weerzijden van de weg. Nieuwe woningen die binnen de zone van een weg liggen, moeten in principe op een zodanige afstand van de weg liggen dat de geluidsbelasting niet te hoog wordt (de zogenaamde ‘voorkeursgrenswaarde’ die de Wet geluidhinder stelt). Middels een akoestisch onderzoek
[1] is bepaald in welke mate er sprake is van een geluidbelasting op de gevels van de te bouwen woning, veroorzaakt door het verkeer rijdend op het Zuideinde. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de berekende geluidsbelasting vanwege verkeerslawaai op de gevels van de woning ruim lager is dan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder.
Conclusie
De nieuwe woning is gelegen aan het Zuideinde. Akoestisch onderzoek heeft in beeld gebracht in hoeverre er sprake is van een overschrijding van de grenswaarden. Uit het onderzoek volgt dat het aspect geluid geen belemmering veroorzaakt voor de herontwikkeling van het voormalige bedrijfspand tot een woning.
[1] O&M Akoestisch adviseurs, 9 augustus 2007, rapportnr.: 2007-036, Akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai op een geprojecteerde woning gelegen aan het Zuideinde 22 te Roelofarendsveen (gemeente Alkemade).