Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Leidseweg naast 36d
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPLeidsewegna36d-VAS1

3.2 Provinciaal beleid

In het provinciaal beleid vormt met name de nota Regels voor Ruimte het relevante beleidskader. Desalniettemin zullen de provinciale visies en verordeningen de revue passeren.
3.2.1 Provinciale structuurvisie: Visie op Zuid-Holland, Ontwikkelen met schaarse ruimte
Op 2 juli 2010 heeft de provincie Zuid-Holland de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte vastgesteld. In de structuurvisie omschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. Het doel van de visie is om duidelijk te hebben hoe de ruimtelijke ontwikkeling er tot 2040 uit komt te zien. Om zodoende, met hulp van inwoners en betrokken partijen, het toekomstbeeld van de provincie in te vullen.
 
De kern van de visie is: ‘Een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk realiseren. Hierin is het goed wonen, werken en leven voor de inwoners. Deze toekomstige ruimtelijke inrichting versterkt de economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor natuur en water zijn kenmerkend voor de provincie. Een brede landbouw is drager van het landschap.’
 
In de structuurvisie zijn tevens de ambities vastgelegd. Relevant voor onderhavig plan zijn de ambities op het gebied van wonen. Het beleid heeft een aantrekkelijk woon- en leefklimaat als doel. Dit wil men bereiken door een aantrekkelijk aanbod van woonmilieus en voorzieningen te realiseren.
 
De provincie bezit een groot aantal cultuurhistorische en archeologische waarden, die beschreven zijn in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur. Bij het provinciaal belang 'behoud van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur' horen de ambities:
  • topgebieden cultureel erfgoed beschermen;
  • kroonjuwelen cultureel erfgoed beschermen;
  • archeologische waarden beschermen;
  • molenbiotopen beschermen;
  • landgoedbiotopen beschermen.
Cultuurhistorie is een van de dragers van ruimtelijke kwaliteit. De opgave voor het ruimtelijk beleid is om vanuit een integraal perspectief:
  • te bevorderen dat cultuurhistorisch waardevolle structuren, complexen, ensembles en elementen behouden blijven;
  • te bevorderen dat de cultuurhistorie kan worden beleefd en bijdraagt aan de recreatief-toeristische kwaliteit van het landelijk gebied.
Binnen de provincie ligt hierbij het accent op die gebieden en structuren waar cultuurhistorische waarden in hoge mate voorkomen. Dit betreft de zogeheten topgebieden en kroonjuwelen cultureel erfgoed. Beide zijn weergegeven op de kwaliteitskaart.    
     
Planspecifiek 
De ontwikkeling van de recreatieve accommodatie draagt bij aan versterking van het toerisme en daarmee de lokale economie van de kern. De volgende twee afbeeldingen tonen uitsneden van de functiekaart en de kwaliteitskaart uit de Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte'.
 
   
Uitsnede functiekaart (plangebied binnen rode cirkel)
 
    
Uitsnede kwaliteitskaart (plangebied binnen rode cirkel)
 
In de structuurvisie zijn verschillende beleidthema's opgenomen die van toepassing zijn op het plangebied. Het plangebied is bijvoorbeeld aangewezen als Kroonjuweel en is onderdeel van het Hollandse Plassengebied.
 
Kroonjuweel
Binnen de topgebieden is een beperkt aantal gebieden of elementen benoemd met een zeer gave, kwetsbare cultuurhistorische samenhang, die door hun unieke karakter bepalend zijn voor de identiteit van een plek. Voor deze kroonjuwelen is de bescherming gericht op behoud van de uitzonderlijke kwaliteit. Vanwege het unieke karakter kunnen de kroonjuwelen ook een toeristische waarde hebben. Ruimtelijke ontwikkelingen die strijdig zijn met het cultuurhistorisch belang zijn in principe niet mogelijk. Het betreft de volgende gebieden:
  • Landgoed Keukenhof
  • Aarlanderveen en molenviergang
  • Oude Hollandse Waterlinie; Wierickeschans en Weteringen
  • Middengebied Krimpenerwaard; niet ruilverkaveld veenweidegebied
  • Panorama Kinderdijk
  • Nieuwe Hollandse Waterlinie: Diefdijk
  • Schurvelingengebied
  • Polder de Biesbosch
  • Kagerplassen en omgeving
  • Landgoederenzone Wassenaar / Voorschoten / Leidschendam
  • Weipoort
  • Meije
  • Kerngebied Midden-Delfland
Onderhavig plan ligt in het kroonjuweel gebied Kagerplassen en omgeving. Onderhavige planontwikkeling betreft de nieuwbouw van een recreatieve accommodatie. Deze nieuwbouw draagt bij aan de watergebonden recreatiemogelijkheden. De ontwikkeling sluit derhalve aan op de toeristische aantrekkingskracht van de kern. Er is dan ook sprake van ontwikkeling in overeenstemming met het cultuurhistorisch belang.
 
Hollands Plassengebied
Dit gebied, gelegen in het Groene Hart tussen de Zuidvleugel en de Noordvleugel kent een sterke stedelijke en recreatieve druk. Het Hollands Plassengebied is deels een zeer waterrijk veenweide- en plassenlandschap en in het oostelijk deel grootschalig droogmakerijenlandschap. De plassen, de bijzondere verkaveling en het grote aantal molens vertegenwoordigen een grote cultuurhistorische waarde. Het gebied is belangrijk voor de waterrecreatie.
 
Gebiedsopgaven
Ten aanzien van onderhavig plan is vooral het vierde punt van toepassing. Het versterken van watergebonden recreatiemogelijkheden. Onderhavig plan is geheel in lijn met deze gebiedsopgave. Voorts ontstaan geen knelpunten met de andere punten.   
3.2.2 Provinciale Verordening Ruimte
De Verordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de structuurvisie Ruimtelijke Ordening. De verordening bevat instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen. Ook zijn hierin rode bebouwingscontouren opgenomen, die de maximale ruimtelijke begrenzing aangeven van het stedelijk gebied.
 
Planspecifiek 
Onderhavig plangebied ligt niet binnen de rode contour. De Provinciale Verordening Ruimte geeft op basis van artikel 2 lid 4 ruimte voor recreatieve voorzieningen buiten de rode contour: In dit artikel wordt gesteld:
 
Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de bebouwingscontouren die betrekking hebben op recreatieve functies, mogen uitsluitend de volgende nieuwe bebouwing toelaten:
  1. kleinschalige bebouwing voor recreatie
Kleinschalige  bebouwing voor recreatie wordt gedefinieerd als: Kleinschalige bebouwing, uitgezonderd recreatiewoningen en bedrijfswoningen, passend bij en ondersteunend aan de recreatieve functie van het gebied. Bijvoorbeeld een restaurant, een café, een bed & breakfast, een manege, een centrum voor natuureducatie, een clubgebouw bij een golfbaan of voorzieningen bij een camping.
 
Onderhavig plan maakt een verblijfsaccommodatie voor een recreatieve functie mogelijk. Hiermee sluit onderhavig plan aan op de Provinciale verordening ruimte. Voorts is op gemeentelijk niveau in de structuurvisie en een specifieke richtlijn uitgewerkt waar in de gemeente recreatieve ontwikkelingen mogelijk geacht worden. Het uitgangspunt van de verordening dat de nieuwe functie passen en ondersteunend aan de recreatieve functie moet zijn wordt in paragraaf 3.3.1 en 3.3.2 dan ook nader toegelicht.
3.2.3 Provinciale ecologische hoofdstructuur
De Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur (afgekort PEHS) is een samenhangend netwerk van belangrijke natuurgebieden in de Provincie. De PEHS bestaat uit bestaande natuurgebieden, nieuwe natuurgebieden en ecologische verbindingszones. De PEHS is gebaseerd op de nationale Ecologische Hoofdstructuur.
 
Planspecifiek
Het plangebied valt, zoals te zien is op onderstaande afbeelding, niet binnen de PEHS. Gezien de beoogde ontwikkeling van een kleinschalig recreatieverblijf zal er geen negatieve invloed volgen op de PEHS. Vanuit de PEHS volgen dan ook geen directe aanwijzingen en of randvoorwaarden waar rekening mee gehouden moet worden.
 
 
Uitsnede Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur Zuid-Holland (plangebied nabij rode pijl)