De meest voorkomende vorm van geluidhinder is degene die wordt veroorzaakt door het wegverkeer. Met betrekking tot dit punt is in artikel 82 van de Wgh bepaald dat in principe de geluidsbelasting op woningen binnen een zone, de 48 dB niet mag overschrijden.
Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen, met uitzondering van 30 km wegen, op een bepaalde afstand van de geluidsgevoelige functie(s). Indien na akoestisch onderzoek blijkt dat de grenswaarden van de gevelbelasting worden overschreden dient er een ontheffing te worden verkregen via een hogere voorkeursgrenswaarde procedure.
Conclusie
Een kantoorgebouw is geen geluidsgevoelige bestemming. Akoestisch onderzoek is daarom niet noodzakelijk. Er moet echter wel nagegaan worden of er een aanvaardbaar werkklimaat bestaat. De uitbreiding is achter het bestaande gemeentehuis gesitueerd aansluitend op het bestaande woonmilieu. De uitbreiding is niet direct gelegen aan een doorgaande weg en wordt daarmee in een verkeers- en geluidsluwe omgeving gerealiseerd. Aannemelijk is dat er een aanvaardbaar werkklimaat ontstaat.
Door de uitbreiding is daarnaast sprake van een toename in het aantal verkeersbewegingen. De toename is reeds in het kader van de tijdelijke uitbreiding door middel van een verkeerskundig onderzoek (bijlage 2) in beeld gebracht. Hieruit volgt dat de toename dusdanig gering is dat er geen invloed op de gevelbelasting te verwachten is. De beperkte extra parkeervoorziening achter de uitbreiding zal deze conclusie niet beïnvloeden.
Voor de herbestemming van 'Detailhandel' naar 'Wonen' geldt dat wonen in de Wet geluidhinder wordt gezien als een gevoelige bestemming. Het betreft hier echter enkel de woning zelf en niet de gronden. Aangezien voorliggend plan enkel de gronden herbestemd is een akoestisch onderzoek niet noodzakelijk.