Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Dorpshart Leimuiden Noordzijde
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPDHLEIMUIDENNOORD-VAS1

4.10 Water

4.10.1 Beleid
Het algemene waterbeleid dat op het projectgebied van toepassing is, staat beschreven in de Vierde Nota Waterhuishouding van de rijksoverheid (zie hoofdstuk 3) en het beleid van hoogheemraadschap van Rijnland. Daarnaast zullen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) de komende jaren richtinggevend worden voor het regionale waterbeheer in Nederland.
 
NBW en KRW
Het NBW betreft vooral kwantiteitsaspecten van het waterbeheer, zoals de waterberging bij hevige regenval. De KRW richt zich met name op de chemische en ecologische waterkwaliteit. Het Hoogheemraadschap van Rijnland is volop bezig met beide richtlijnen.
Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland te verbeteren en op orde te houden. Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen gaan dit samen aanpakken. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig met als uitgangspunt het eerst vasthouden, dan bergen en vervolgens afvoeren van water.
 
Beleid Hoogheemraadschap van Rijnland
Het beleid van het hoogheemraadschap is beknopt weergegeven in onderstaande alinea's.
 
Waterbeheerplan 2010-2015
Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op de uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te riepten. goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem  op orde en toekomstvast wordt gemaakt. rekening houdend met verandening.
Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplal!, sorteert voor op deze ontwikkelingen Het Waterbeheerplan 2010-2015 van Rijnland is te vinden op de website:
Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem.
De "Keur en Beleidsregels" maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan
uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:
• Waterkeringen (onder andere duinen. dijken en kaden),
• Watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten, beken),
• Andere waterstaatswerken (o.a. bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen).
De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. AIs Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels. die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt. De Keur en Beleidsregels van Rijnland zijn te vinden op de website:
 
De beleidsregels voor waterkeringen zijn te vinden via:
4.10.2 De watertoets
De watertoets is als planologisch ‘instrument’ ingevoerd om vroegtijdig in een planproces middels overleg tussen initiatiefnemer en hoogheemraadschap nadelige effecten op het watersysteem zo veel mogelijk te beperken. Door middel van overleg in het begin van een planproces kunnen dure of gecompliceerde oplossingen voorkomen worden. Het hoogheemraadschap is daarom voorafgaand aan de formele procedure in het kader van de Wet ruimtelijke ordening geconsulteerd.
 
Vergelijking oud en nieuw plangebied ivm watertoets
   
        
  
oud
nieuw
 
verschil
  
        
bebouwing
       
 
handhaven
1498
1498
m2
   
 
slopen
3920
 
m2
   
 
nieuw
 
5823
m2
   
 
totaal
5418
7321
m2
1903
toename
verhard
tuinen
 
4292
1876
m2
-2416
afname
onverhard
groen
 
1100
1615
m2
515
toename
onverhard
water
       
 
handhaven
1186
1186
m2
   
 
dempen
517
 
m2
   
 
graven
 
695
m2
   
 
totaal
1703
1881
m2
178
toename
onverhard
verharding
 
8303
8123
m2
-180
afname
verhard
        
     
0
totaal verschil
plangebied
 
20816
20816
m2
   
 
De toename van totale verharding (bebouwing + verharding) is 1723 m2.
De benodigde compensatie bedraagt 15% daarvan, namelijk 258 m2.
 
Hiervan wordt 178 m2 binnen het plangebied gerealiseerd. Het restant wordt buiten het plangebied gecompenseerd, te weten door verbreding van een watergang ten zuiden van het zwembad te Leimuiden. Hier heeft het hoogheemraadschap mee ingestemd.
 
Waterafvoer
Het vuilwaterafvoer van het plan zal aangesloten en afgevoerd worden via het openbaar riool grenzend aan het plangebied. Het hemelwater zal zoveel als mogelijk afgekoppeld worden van het riool en worden geloosd op open water.
 
Conclusie
De watertoets toont aan dat het oppervlak aan verharding in het plangebied toeneemt. Een deel van de watercompensatie vindt plaats binnen het plangebied. Het overige deel zal door middel van een verbreding van een watergang ten zuiden van het zwembad te Leimuiden gerealiseerd worden. Het hoogheemraadschap heeft hier mee ingestemd.