1. Het is verboden de in dit plan bedoelde gronden en bouwwerken te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met het in dit plan bepaalde.

2. Het is verboden de gronden bestemd voor bedrijfsdoeleinden en waterzuiveringsinstallatie, voor zover ze niet worden bebouwd, anders dan als tuin, erf en/of open bedrijfsterrein te gebruiken.

3. Het is verboden de gronden bestemd voor woondoeleinden, vakantieappartementen, horecadoeleinden, detailhandelsdoeleinden, bijzondere doeleinden, doeleinden van openbaar nut, sportaccommodatie en begraafplaats, voor zover ze niet worden bebouwd, anders dan als tuin en/of erf te gebruiken.

4. Het is in ieder geval niet toegestaan de in dit plan begrepen gronden te gebruiken, te doen of te laten gebruiken:

a. voor het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;

b. voor het al dan niet ten verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;

c. het bedrijven van motorcross en het gebruik voor skelterbanen;

d. als opslag-, stort-, lozing of bergplaats van afvalstoffen alsmede van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;

e. voor boogkassen buiten de gronden aangegeven met de bestemming agrarische bedrijfsdoeleinden;

f. voor seksinrichting, (straat)prostitutie of escortbedrijf, met uitzondering van de bestaande seksinrichting aan de Maaseikerweg (gemeente Echt-Susteren) die als seksinrichting gebruikt mag worden;

g. voor coffeeshop.

5. Burgemeester en Wethouders verlenen van het bepaalde in de leden 1. t/m 4. vrijstelling, als strikte toepassing van het voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

6. Bij het verlenen van vrijstelling door Burgemeester en Wethouders wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 40.