Plan: | Langs de Veestraat, Obbicht |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1883.langsdeVeestraat-ON01 |
De watertoetsprocedure is verplicht voor alle bestemmingsplannen en projectbesluiten, inclusief uitwerkings- en wijzigingsplannen (zie het Besluit ruimtelijke ordening artikel 3.1.1). Daarnaast wordt op landelijk en provinciaal niveau geadviseerd om ook voor andere ruimtelijke plannen met een mogelijk waterhuishoudkundig belang (zoals structuurvisies) de watertoetsprocedure te doorlopen. Niet alle ruimtelijke plannen hoeven in het watertoetsproces aan het waterschap te worden voorgelegd. Voor plannen waarbij door de aard of omvang van het plan geen gevolgen voor de waterhuishouding te verwachten zijn, hoeft geen (pre)wateradvies te worden aangevraagd bij het watertoetsloket en bepaalt de gemeente zelf aan welke waterhuishoudkundige randvoorwaarden het plan moet voldoen.
In het “Stroomschema toepassingsbereik watertoets" is aangegeven welke plannen aan het watertoetsloket moeten worden voorgelegd. Het uitgangspunt van het watertoetsloket Roer en Overmaas is dat alle ruimtelijke plannen die mogelijk relevant zijn voor de waterhuishouding aan het loket worden voorgelegd, ongeacht het plantype of de gevolgde planprocedure. Plannen waarbij door hun aard, ligging en omvang slechts een geringe invloed op het watersysteem te verwachten is vallen onder de zogenaamde ondergrens en hoeven niet aan het loket te worden voorgelegd. Het stroomschema op de vorige pagina geeft aan welke plannen wel of niet onder deze ondergrens vallen. Ook voor ondergrensplannen dient een korte waterparagraaf in de
plantoelichting of de ruimtelijke onderbouwing te worden opgenomen. Het algemene advies van het watertoetsloket daarbij is dat ook voor deze plannen de uitgangspunten van duurzaam stedelijk waterbeheer zoveel mogelijk worden toegepast.
Langs de Veestraat
Bij het voorliggend plan zijn qua aard of omvang geen gevolgen voor de waterhuishouding te verwachten en hoeft geen (pre)wateradvies te worden aangevraagd bij het watertoetsloket. Volgens het "Stroomschema toepassingsbereik watertoets", hoeft het plan niet ingediend te worden bij het watertoetsloket omdat het plan geen (toename van) bebouwd en/of verhard oppervlak groter dan 1.000 m² met zich meebrengt en tevens is het plangebied buiten de contour van het waterbergend winterbed gelegen. De gemeente bepaalt zelf aan welke waterhuishoudkundige randvoorwaarden het plan moet voldoen.
In overeenstemming met het gemeentelijk beleid inzake duurzaam waterbeheer, schrijft de gemeente voor dat 31 mm regenwater op eigen terrein geborgen dient te worden. De gedetailleerde technische uitwerking wordt in de bouwvergunningsfase nader uitgewerkt en ter toetsing aan de gemeente voorgelegd.