9.2 Bouwregels
Op de voor “Wonen" aangewezen gronden mogen ten dienste van de in lid 9.1omschreven doeleinden uitsluitend hoofdgebouwen worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
-
1. het woongebouw mag uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
-
2. de goothoogte en bouwhoogte van het woongebouw, bedragen maximaal de op de verbeelding aangegeven goothoogte en bouwhoogte;
-
3. in afwijking van het bepaalde onder b is ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven aanduiding een hoogteaccent toegestaan met een maximale oppervlakte van 17 m² en een maximale bouwhoogte van 26 m;
-
4. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
a. van erfafscheidingen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen-erfafscheiding" 8 m.