15.2 vrijwaringszone - spoor
15.2.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming van de veiligheid van het spoorwegverkeer.
15.2.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen, conform het bepaalde in artikelen 19 tot en met 23 van de Spoorwegwet, geen nieuwe bouwwerken worden gebouwd en mogen geen werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in strijd met de Spoorwegwet, zonder ontheffing door of vanwege de Minister van Verkeer en Waterstaat.
15.2.3 Afwijken van de bouwregels
-
a. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de spoorweg.
-
b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.2 voor wat betreft het oprichten van:
-
1. bouwwerken toegestaan op de als zodanig weergegeven bouwpercelen;
-
2. bouwwerken, geen gebouw zijnde met een maximale bouwhoogte van 2 meter;
-
3. bebouwing ten behoeve van het beheer en onderhoud van het railverkeer binnen een afstand van 15 meter uit de buitenste spoorstaaf, mits dit vanuit het oogpunt van veiligheid verantwoord wordt geacht;
-
4. het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder lichtmasten, verwijsborden en seinpalen ten behoeve van het railverkeersbelang, met een maximale bouwhoogte van 10 meter;
een en ander indien het uitzicht in verband met het railverkeersbelang hierdoor niet wordt belemmerd en mits advies is verkregen van de beheerder van de spoorweg.
15.2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het ophogen van gronden;
-
b. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
-
c. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden.
b Uitzondering
Het verbod als bedoeld onder a geldt niet voor het uitvoeren van:
-
a. andere werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
b. andere werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
c Toelaatbaarheid
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar indien:
-
a. door het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van het spoorwegverkeer, danwel indien hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende kan worden tegemoet gekomen;
-
b. vooraf advies is verkregen van de beheerder van de spoorweg.