direct naar inhoud van Artikel 21 Waarde - Archeologie
Plan: Kernen Obbicht en Grevenbicht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.BPKernObbichtGrev-va01

Artikel 21 Waarde - Archeologie

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Archeologie" aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - grafheuvel' voor bescherming en behoud van de grafheuvel in het bijzonder.

21.2 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt tevens verstaan het gebruik van de op de verbeelding aangegeven 'specifieke vorm van waarde - grafheuvel' voor enige activiteit waardoor de bodem wordt geroerd dan wel gepenetreerd.

21.3 Aanlegvergunning
21.3.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouder op de in lid 21.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het vergraven en afgraven van gronden tot een diepte van meer dan 0,30 m beneden het peil;
  • b. het egaliseren van gronden;
  • c. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
  • f. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en vijvers.
21.3.2 Weigering

Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 21.3.1 wordt niet verleend dan nadat aanvrager door middel van een onderzoek heeft aangetoond dat er geen behoudenswaardige archeologie (meer) in de bodem zit. Een aanlegvergunning als bedoeld onder 21.3.1kan niet worden verleend voor activiteiten binnen het gebied met de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - grafheuvel'.

21.3.3 Advies

Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 21.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van een deskundige op het gebied van archeologie.

21.3.4 Niet van toepassing

Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 21.3.1 is niet vereist voor:

  • a. andere-werken, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. andere-werken, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
  • c. andere werken, waarvoor een vergunning ingevolgde de Monumentenwet 1988 is vereist;
  • d. projecten met een oppervlakte kleiner dan 100 m2 met dien verstande dat deze uitzondering slechts eenmalig per bouwperceel geldt.
21.3.5 Strabaar feit

Overtreding van het bepaalde in 21.3.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a onder 2 van de Wet op de economische delicten.