direct naar inhoud van Artikel 24 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerreinen Born: Holtum Noord I & II en Sluisweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.BPHoltumnoord-VA02

Artikel 24 Algemene aanduidingsregels

24.1 Geluidzone - industrie
24.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ' Geluidzone - industrie ' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor een industrieterrein.

24.1.2 Verbod

Ter plaatse van de buitencontour van de geluidzone mag de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven gaan.

Het is niet toegestaan nieuwe woningen, geluidgevoelige andere gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder ter plaatse van de aanduiding ' Geluidzone - industrie ' op te richten.

24.2 Milieuzone - boringsvrije zone
24.2.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - boringsvrije zone' is het niet toegestaan om:

  • a. boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben dieper dan 30 meter beneden het maaiveld;
  • b. de grond te roeren dieper dan 30 meter beneden het maaiveld, of deze handeling toe te laten, of anderszins werken of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slechtdoorlatende bodemlagen kunnen aantasten.
24.2.2 Uitzonderingen

De in lid 24.2.1 gestelde verboden gelden niet voor:

  • a. het inrichten van boorputten ten behoeve van het provinciale grondwaterbeheer in het kader van de Wet bodembescherming en de Waterwet;
  • b. het verrichten van bodemonderzoeken die bij of krachtens wet zijn voorgeschreven.
24.2.3 Specifieke gebruiksregels

Tot strijdig gebruik van de gronden wordt in elk geval gerekend:

  • a. een boorput of een bodemenergiesysteem te maken of hebben of de grond te roeren dieper dan de bovenkant van de Bovenste Brunssumklei;
  • b. werken op of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de Bovenste Brunssumklei kunnen aantasten;
  • c. het voornemen tot het maken van een boorpunt, het aanleggen van een bodemenergiesysteem of het roeren van grond in de Roerdalslenk dieper dan 30 meter beneden maaiveld tot aan de Bovenste Brunssumklei.

Indien er bij de werkzaamheden als bedoeld in dit artikel sprake is van een boorput, dienen de doorboorde weerstandbiedende lagen en het boorgat, van 0 tot 3 meter beneden het maaiveld, te worden afgedicht met klei of bentoniet.

24.3 Milieuzone - gezoneerd industrieterrein

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - gezoneerd industrieterrein' zijn de gronden mede bestemd voor het gezoneerde industrieterrein zoals bedoeld in art 1 van de Wgh. De geluidbelasting van de inrichtingen (zowel zoneplichtige als niet zone-plichtige) die gelegen zijn binnen deze aanduiding worden toegerekend aan de geluidzone door deze mee te nemen in de geluidsboekhouding van het ter plaatse gezoneerde industrieterrein.

24.4 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied (freatisch)
24.4.1 Verbod

Het is niet toegestaan om ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied (freatisch)':

  • a. boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben dieper dan 3 meter beneden het maaiveld;
  • b. de grond te roeren dieper dan 3 meter beneden het maaiveld, of deze handeling toe te laten, of anderszins werken of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slechtdoorlatende bodemlagen kunnen aantasten;
  • c. een bodemenergiesysteem op te richten;
  • d. wegen, parkeerplaatsen, terreinen die open staan voor gemotoriseerd verkeer, vaarwegen of spoorwegen aan te leggen, veranderen of daaraan wijzigingen aan te brengen die de risico's voor de grondwaterkwaliteit verhogen.
24.4.2 Uitzonderingen

De in lid 24.4.1 gestelde verboden gelden niet voor:

  • a. het inrichten van boorputten ten behoeve van het provinciale grondwaterbeheer in het kader van de Wet bodembescherming en de Waterwet;
  • b. werkzaamheden ten behoeve van waterwinning met het oog op openbare drinkwaterproductie;
  • c. het saneren van de bodem en het verrichten van handelingen ten gevolge waarvan een bodemverontreiniging wordt verminderd of verplaatst, indien dat gebeurt overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Wet bodembescherming;
  • d. het oprichten van boorputten indien het voornemen tot het slaan van een boorput vier weken tevoren schriftelijk aan gedeputeerde Staten is gemeld en bij het maken en sluiten van een boorput het VKB-protocol 2006 Mechanisch boren als bedoeld in de Regeling bodemkwaliteit in acht wordt genomen.
  • e. het verrichten van bodemonderzoeken die bij of krachtens wet zijn voorgeschreven.
24.4.3 Afwijken

Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van de verboden in dit artikel.

24.4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

24.5 Veiligheidszone - bedrijven
24.5.1 Verbod

Het is niet toegestaan kwetsbare objecten in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen ter plaatse van de aanduiding ' Veiligheidszone - bedrijven ' op te richten.

24.6 Veiligheidszone - lpg
24.6.1 Verbod

Het is niet toegestaan nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen ter plaatse van de aanduiding ' Veiligheidszone - lpg ' op te richten.

24.6.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.6.1 teneinde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten ter plaatse van de aanduiding ' Veiligheidszone - lpg' op te richten, mits uit onderzoek blijkt dat dit vanuit het aspect externe veiligheid niet op bezwaren stuit.

24.6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone ' Veiligheidszone - lpg ' wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

24.7 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
24.7.1 Verbod

Het is niet toegestaan gebouwen uit te breiden of nieuw te situeren ter plaatse van het plasbrandaandachtsgebied dat is voorzien van de aanduiding ' Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen '.

24.7.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.7.1  teneinde gebouwen uit te breiden of nieuw te situeren ter plaatse van de aanduiding ' Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen ' mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

24.8 Vrijwaringszone - straalpad

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - straalpad' mag de hoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan 100 m.

24.9 Vrijwaringszone - vaarweg
24.9.1 Verbod

Het is niet toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding ' Vrijwaringszone - vaarweg ' op te richten.

24.9.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.9.1 teneinde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding ' Vrijwaringszone - vaarweg ' op te richten mits de belangen vanuit het waterweg niet in het gedrang komen; hiertoe wordt de waterwegbeheerder gehoord.

24.9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in lid 24.9.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • 1. het aanbrengen van hoogopgaande beplantingen en/of bomen;
  • 2. het ophogen van gronden;
  • 3. het opslaan van materialen.
b Weigering

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 24.9.3 onder a mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen van deze andere-werken en werkzaamheden zullen leiden tot een onevenredige aantasting van de zichthoeken van de vaarweg.

c Advies

De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat Rijkswaterstaat is gehoord.

d Niet van toepassing

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.4.1 is niet vereist indien:

  • 1. er reeds een omgevingsvergunning is verleend;
  • 2. de werken reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • 3. de werken behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden.

24.10 Vrijwaringszone - weg
24.10.1 Verbod

Het is niet toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduidingen 'Vrijwaringszone - weg 0-50 m' en 'Vrijwaringszone - weg 50-100 m' op te richten. Het verbod in de voorgaande zin geldt niet voor verkeers- en faunavoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - weg 0-50 m'.

24.10.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.10.1 teneinde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - weg 50 tot 100 m' op te richten, mits de belangen vanuit de weg niet in het gedrang komen; hiertoe wordt de wegbeheerder gehoord.

24.11 Wro-zone - Holtum Noord III

Ter plaatse van de aanduiding ' Wro-zone - Holtum Noord III ' blijven de planregels van het bestemmingsplan Holtum Noord III, vastgesteld door de gemeenteraad van Sittard-Geleen op 15 maart 2012, met planIDN NL.IMRO.0994.2009BP001-VA01, van toepassing.