Plan: | Buitengebied Maasland |
---|---|
Status: | geconsolideerd |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1842.bp21BG01Gec-VA01 |
het bestemmingsplan Buitengebied Maasland met identificatienummer NL.IMRO.1842.bp21BG01Gec-VA01 van de gemeente Midden-Delfland.
de verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied Maasland', bestaande uit de verbeelding NL.IMRO.1842.bp21BG01Gec-VA01.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een aaneengesloten oppervlakte met een bestemmingsaanduiding voorzien van een hoogteaanduiding en/of een percentage waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten.
de grens van een bouwvlak, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen.
de grens tussen twee percelen.
een aaneengesloten, voor agrarisch grondgebruik bestemd of mede bestemd terreinoppervlak, dat deel uitmaakt van een agrarisch bedrijf en dat, door een nadere aanwijzing op de plankaart of door in deze voorschriften genoemde maten, naar omvang en afmetingen nader is bepaald.
een gebouw dat op een perceel door zijn aard, functie, constructie en/of erfrichting als belangrijkste valt aan te merken.
een uit de gevel uitspringend ondergeschikt deel van een hoofdgebouw, zoals erkers, toegangsportalen, (bij)keukens en woon- of slaapgedeelten van een woning, garages en bergingen van woningen.
een vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwvlak gelegen hoofdgebouw en geen woonruimte zijnde, zoals garages, hobbyruimten, bergingen, hobbykassen en huisdierenverblijven.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
het maaiveld.
het maaiveld wordt geacht te liggen ter hoogte van de kruin van de weg die gelegen is aan de kant van de voorgevelrooilijn.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van vee, nader te onderscheiden in:
een agrarisch bedrijf waarin een volwaardige arbeidskracht gedurende het gehele jaar een volledige dagtaak vindt en dat voldoende bestaansmogelijkheden biedt om duurzaam bij wijze van hoofdberoep te worden geëxploiteerd.
een bedrijf, gericht op het verlenen van diensten en/of het leveren van dieren of goederen aan agrarische bedrijven, dan wel op het verwerken, opslaan en/of verhandelen van dieren of producten, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven.
een inrichting ter bevordering van de technische vooruitgang in agrarische bedrijven, zoals een proef- of testbedrijf, een controle- of k.i.-station of een inrichting van onderwijs, onderzoek of voorlichting.
een aan het agrarisch bedrijf verwant bedrijf, gericht op de handel in en de bewaring van landbouwproducten en huisdieren, alsmede de handel in en de bewaring van agrarische producten.
een bedrijf dat overwegend of uitsluitend gericht is op het telen van boomkwekerijgewassen.
de teelt van gewassen en dieren in niet-lichtdoorlatende gebouwen (onder andere witloftrekkerijen, champignonkwekerijen, bloembolprepareerbedrijven, vis- en wormenkwekerij) met uitzondering van de in 1.18 sub d bedoelde intensieve veehouderij.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie; onder een horecabedrijf wordt niet begrepen een discotheek.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke woning is bestemd voor de huisvesting van een persoon en diens gezin, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein.
een agrarisch bedrijfsgebouw van ondergeschikte aard, zoals een melkstal, bergschuur of schuilgelegenheid.
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal met een hoogte van 1.00 m of meer.
gebouwen waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m² en de goothoogte niet meer dan 3.00 m.
een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans, woonwagens en andere soortgelijke verblijfsmiddelen, alsmede tenten; een en ander voorzover geen bouwwerken en/of kampeermiddelen zijnde.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van natuur- en landschap.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de hygiëne van het milieu.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige op het gebied van landbouw en tuinbouw.
een bedrijf gericht op aanleg en onderhoud van tuinen en groenvoorzieningen.
een onderneming die uitsluitend of overwegend gericht is op de teelt en/of de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond, alsmede op de aanleg en het onderhoud van tuinen en groenvoorzieningen.
een bedrijf gericht op het opslaan, de emballage, de verkoop en het transport van potgrond en andere teeltsubstraten ten behoeve van agrarische bedrijven, aanverwante bedrijven als tuincentra en hoveniersbedrijven en dergelijke, alsmede aan de groothandel.
een bedrijfsvoering als ondergeschikt onderdeel van het hoofdbedrijf met een maximale omvang van 50% van het hoofdbedrijf uitgedrukt in NGE's.
te handhaven of aan te brengen beplanting zoals bedoeld in het reconstructieplan Midden-Delfland, deelplannen Lickebaert en Gaag.
een watergang als omschreven in artikel 81 van de Algemene Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland, laatstelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 18 december 1991.
het in de Provinciale Staten van Zuid-Holland in januari 1997 vastgestelde Streekplan Zuid-Holland West.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van de daken en dakkapellen.
tussen de bovenkant van goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel en het peil.
tussen de bovenkant van het gebouw, met uitzondering van antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen, en het peil.
tussen de bovenkant van het bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, en het peil; de hoogte van windturbines wordt gemeten vanaf het peil tot aan de top van de rotor van de windturbine in de hoogste stand.
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan:
Deze regels laten onverlet hetgeen met betrekking tot monumenten in de zin van de Erfgoedwet bij of krachtens die wet is bepaald.
Ongeacht het bepaalde in dit bestemmingsplan zijn vergunningvrije bouwwerken als bedoeld in artikel 43 van de Woningwet toegestaan.
In dit artikel wordt in hoofdlijnen beschreven op welke wijze met het onderhavige bestemmingsplan de doeleinden worden nagestreefd die zijn toegekend aan de gronden binnen het plangebied. Deze hoofdlijnen dienen als referentiekader bij de toetsing van bouwplannen, de uitvoering van werken en werkzaamheden, de toepassing van vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden, het stellen van nadere eisen en de ruimtelijke inrichting.
Het beleid in hoofdlijnen is er op gericht binnen het plangebied een juridisch-planologisch kader te scheppen voor:
De in lid 7.2 genoemde doelstellingen worden op de volgende wijze nagestreefd:
binnen aanvaardbare marges voor instandhouding van het landschap en het natuurlijke milieu:
door in het veenweidegebied optimale productieomstandigheden te bieden voor de veehouderij, met dien verstande dat:
Bij de beoordeling van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal mede de "Handleiding agrarische bouwaanvragen en aanlegvergunningen" een rol spelen.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor het behoud van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke en natuurlijke waarden, alsmede ten behoeve van de waterberging.
Op of boven deze gronden mag niet worden gebouwd.
Het is verboden op of boven de in lid 8.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, die geen bouwwerken zijn, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 8.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden niet worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor recreatie, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' de gronden bestemd zijn voor een golfterrein met de daarbij behorende parkeer- en groenvoorzieningen.
Op en boven deze gronden zijn in verband met de in lid 9.1 genoemde bestemming toelaatbaar:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor waterlopen ten behoeve van de berging, aan- en afvoer van water, alsmede voor het verkeer te water.
Op en boven deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, voorzover zulks voor de waterbeheersing, het verkeer te water of de verbinding der oevers nodig is.
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn bestemd voor zijn mede bestemd voor:
met een veiligheidsstrook met een breedte zoals nader op de verbeelding is aangegeven.
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 1 genoemde doeleinden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, zulks tot een hoogte van 3.00 m alsmede transformatorgebouwtjes ten dienste van de leidingen.
Indien en voorzover de in lid 11.1 bedoelde bestemming samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de bestemming ondergrondse leidingen en dat al datgeen in deze regels omtrent voornoemde andere bestemmingen is bepaald, uitsluitend is toegestaan of geldt indien een en ander niet in strijd is met de belangen van de betrokken leidingen terzake waarvan burgemeester en wethouders vooraf advies inwinnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De aanleg of uitvoering van de in lid 11.4.1 genoemde werken en werkzaamheden is uitsluitend toelaatbaar, indien en voorzover bedreiging of benadeling van de belangen in verband met de betrokken leiding(en) niet is te duchten dan wel - ingeval van verzwaring of verlegging van de leiding(en) - het gevarenaspect in verband met de betrokken leiding(en) niet wordt vergroot.
Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Maasland'.