direct naar inhoud van 3.6 Externe veiligheid
Plan: Woonkern s-Gravenzande
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.abp00000005-vast

3.6 Externe veiligheid

Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken3 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.


Risicovolle inrichtingen

In 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) in werking getreden. Met het besluit wordt beoogd een wettelijke grondslag te geven aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten4. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.
Het Bevi bevat geen norm voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als buitenwettelijke oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties.
Voor inrichtingen waar vuurwerk wordt opgeslagen of bewerkt is het Vuurwerkbesluit uit 2002 van toepassing. Op basis van dit besluit dienen alle bedrijven te voldoen aan afstanden tot kwetsbare objecten. Voor de opslag van consumentenvuurwerk tot 10.000 kg geldt, indien aan de eisen voor een bufferbewaarplaats wordt voldaan, een afstand van 8 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object. Bij meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk gaat het om 20 tot 30 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object, afhankelijk van de grootte van de deuropening.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In december 2009 is de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in de Staatscourant gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.
Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht5. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.


Vindplaatsen van explosieven

In de gemeente Westland zijn er op verschillende plaatsen munitie en explosieven gevonden. Er is een gemeentelijke kaart opgesteld met mogelijk verdachte locaties en vindplaatsen van explosieven. Ter plaatse van eventuele vindplaatsen wordt de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone-munitie' opgenomen. Binnen deze gebiedsaanduiding is het niet toegestaan werkzaamheden uit te voeren of werken aan te leggen, mits uit nader onderzoek blijkt dat dit verantwoord is.


Onderzoek en conclusie

Risicovolle inrichtingen

Binnen het plangebied en in de directe omgeving daarvan bevindt zich een aantal inrichtingen die uit het oogpunt van externe veiligheid relevant zijn. Bij Mondt Tweewielers (Pompe van Meerdervoortstraat 23) wordt vuurwerk opslagen. Deze inrichting ligt net buiten het plangebied. Bij de schietvereniging aan de Julianaweg wordt munitie opgeslagen. Voor beide inrichtingen geldt een aan te houden afstand van 8 m vanaf de opslag. Ten zuiden van de kern 's-Gravenzande, aan de Wouterseweg, is het bedrijf Brinkman gevestigd. Dit bedrijf is ook relevant uit oogpunt van externe veiligheid. Er worden op deze locatie namelijk gevaarlijke stoffen opgeslagen. In de huidige situatie ligt het GR ruimschoots onder de oriëntatiewaarde. Aangezien het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, heeft het plan geen gevolgen voor de risicosituatie rond de inrichting. Wel heeft de Hulpverleningsregio Haaglanden advies uigebracht. Dit advies is verwerkt in de verantwoording van het GR. Een verantwoording van het GR is te vinden in Bijlage 4.

In het bestemmingsplan zijn wel aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Bij toepassing van de desbetreffende wijzigingsbevoegdheid dient een aparte verantwoording van het GR plaats te vinden. Overige risicovolle inrichtingen liggen op dermate grote afstand dat deze niet relevant zijn in het kader van het voorliggende bestemmingsplan.


Vervoer van gevaarlijke stoffen

Uit telgegevens van de gemeente Westland blijkt dat over de N211 aan de noordwestzijde van het plangebied op beperkte schaal transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het aantal vervoersbewegingen is dermate beperkt dat de PR 10-6-contour niet buiten de weg ligt en dat het GR ruimschoots onder de oriënterende waarde ligt. Aangezien er in het bestemmingsplan geen ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt op korte afstand van de N211, heeft de vaststelling van het plan geen gevolgen voor de hoogte van het GR. Het GR als gevolg van deze transportroute is verantwoord in Bijlage 4. Het vervoer van gevaarlijke stoffen door leidingen zal worden behandeld in de volgende paragraaf.


Vindplaatsen van explosieven

In en nabij het plangebied zijn locaties gelegen die als vindplaats van explosieven worden verdacht (zie onderstaande afbeelding). Verdachte locaties worden voorzien van een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone-munitie'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000005-vast_0015.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000005-vast_0016.png"  

Uitsnede explosievenkaart