direct naar inhoud van 4.1 Rijksbeleid
Plan: N223 Westerlee-Maasdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.OBP00000010-VAST

4.1 Rijksbeleid

Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid

In juni 2008 heeft het kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld welke is toegevoegd aan de Nota Ruimte. Deze paragraaf geeft inzicht in welke nationale belangen het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het Rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder welke belangen zullen worden gewaarborgd in de AMvB Ruimte. De Realisatieparagraaf beschrijft enerzijds voor de Nota Ruimte hoe het beleid van de PKB-teksten worden gerealiseerd en anderzijds voor de andere vigerende ruimtelijke nota's hoe de PKB-teksten, die zijn bedoeld door te werken tot op lokaal niveau, worden gerealiseerd.

De Nederlandse tuinbouwsector is een speler van wereldformaat. Bij dit nationale ruimtelijke belang hecht het Rijk eraan dat de tuinbouwfunctie in vijf zogenoemde greenports, waar het Westland onderdeel van uitmaakt, behouden blijft en versterkt wordt.

De Nota Ruimte benoemt de mainports en greenports als onderdeel van de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur en legt het voortouw om het beleid op de greenports en herstructurering van bestaande terreinen beleidsmatig uit te werken en ruimtelijk te verankeren bij de provincies.

PKB Nota Mobiliteit

In de Nota Ruimte is infrastructuur als structurerend ruimtelijk principe opgenomen. Verder zijn duidelijke prioriteiten gesteld voor de investeringen in de infrastructuur ter versterking van de Nederlandse concurrentiepositie, moet er uitbreidingsruimte beschikbaar blijven en moet de hoofdinfrastructuur goed worden ingepast. De Nota Mobiliteit werkt de genoemde uitgangspunten uit en het MIRT is hierbij het uitvoeringsprogramma. De samenhang tussen ruimte, verkeer en vervoer en economie wordt op ieder niveau (gemeentelijk, regionaal en nationaal) vergroot.

In de Nota Mobiliteit wordt aangegeven dat de ontwikkeling van de greenports zodanig dient te worden gestuurd, dat hun functie als greenport op lange termijn behouden blijft en/of wordt versterkt. Belangrijk aspect daarbij is de wisselwerking tussen logistieke en ruimtelijke keuzes.

In de greenports zijn de primaire productie, de verwerking, de handel en de distributie op elkaar afgestemd. Deze clustering draagt bij aan geconcentreerde en efficiƫnte vervoerstromen, die transportstromen als geheel kunnen doen afnemen.


Agenda voor een vitaal platteland
Het rijksbeleid, zoals neergelegd in de 'Agenda voor een vitaal platteland', is erop gericht de ontwikkeling van de greenports te versterken. Er zal dus ruimte en infrastructuur moeten worden gemaakt voor agrologistiek. Samen met andere overheden streeft het Rijk ernaar te komen tot een agenda voor de greenports waarin bedrijfsleven en bestuurders elkaar kunnen vinden.


Conclusie

In de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid/AMvB Ruimte en de Nota Mobiliteit, zijn de voorgestane infrastructurele maatregelen in het Westland niet concreet aangegeven. Wel is aangegeven dat de bereikbaarheid van de greenports goed moet zijn om de internationale concurrentiepositie te handhaven en te versterken. Dit geldt ook voor bereikbaarheid van nieuwe economische dragers als gevolg van de herstructurering van de glastuinbouwgebieden.