direct naar inhoud van Artikel 4 Leiding - Leidingstrook
Plan: Bestemmingsplan verlegging Kropsbeek te Ootmarsum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.OOTBPKROPSBEEK-0401

Artikel 4 Leiding - Leidingstrook

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding - Leidingstrook’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse leiding ten behoeve van het transport van vrijkomend injectiewater.

4.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemming(en) mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:

  • a. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder;
  • b. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leidingen.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Verbod

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning, buiten de bouwpercelen, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemming(en):

  • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm;
  • c. het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 40 cm;
  • d. het aanleggen of verharden van oppervlakteverhardingen anders dan klinkerverharding;
  • e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 40 cm.

4.4.2 Uitzondering

Het in lid 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan met een daarvoor benodigde vergunning of reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • c. die dienen ten behoeve van de uitvoering van het in Bijlage 1 opgenomen Inrichtingsplan.

4.4.3 Afwegingskader

De in lid 4.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leidingen.