direct naar inhoud van Regels
Plan: Denekamp, verleggen gasleiding Kloppendijk-Nordhornsestraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.DENBPKLOPPENDIJK-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Denekamp, verleggen gasleiding Kloppendijk-Nordhornsestraat' met identificatienummer NL.IMRO.1774.DENBPKLOPPENDIJK-VG01 van de gemeente Dinkelland.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestaand:
  • a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet aanwezige bouwwerken en werkzaamheden:
    • 1. bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van dit plan;
    • 2. aanwezig op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen worden gebouwd krachtens een daartoe verleende bouwvergunning;
  • b. ten aanzien van het overige gebruik:
    • 1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan;
1.4 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.5 bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Denekamp':

het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Denekamp' met identificatienummer NL.IMRO.1774.DENBPBEDRIJVENDKAM-0401 vastgesteld op 17 december 2013;

1.6 bestemmingsplan 'Buitengebied 2010':

het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Denekamp' met identificatienummer NL.IMRO.1774.BUIBPBUITENGEBIED-0402 vastgesteld op 18 februari 2010;

1.7 bestemmingsplan 'Denekamp Kern':

het bestemmingsplan 'Denekamp Kern' met identificatienummer NL.IMRO.1774.DENBPDENEKAMPKERN-0402 vastgesteld op 9 oktober 2012;

1.8 bestemmingsplan 'Facetbestemmingsplan parkeren Dinkelland':

het bestemmingsplan 'Facetbestemmingsplan parkeren Dinkelland' met identificatienummer NL.IMRO.1774.BPFACETPARKEREN-VG01 vastgesteld op 29 mei 2018;

1.9 bestemmingsplan 'Parapluplan Staat van Bedrijfsactiviteiten Dinkelland':

het bestemmingsplan 'Parapluplan Staat van Bedrijfsactiviteiten Dinkelland' met identificatienummer NL.IMRO.1774.PARAPLUBEDRLIJST-0401 vastgesteld op 19 april 2016;

1.10 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.11 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.12 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.13 gebouw:

elk bouwwerk, met uitzondering van windturbines, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.14 omgevingsvergunning:

een vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten en berekend:

2.1 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Leiding - Gas

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.

3.1.1 Voorrangsbepaling

De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.

3.2 Bouwregels

Op of in de in 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding;
  • b. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten;
  • c. het gebruik van de bestaande ondergrondse transportleiding ter plaatse van de 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' als hoge druk gastransportleiding zodra de nieuwe ondergrondse gastransportleiding in gebruik is genomen.
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5.1 Verbod

Het is verboden om op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
3.5.2 Uitzonderingen

Het in 3.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:

  • a. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • b. die het normale onderhoud ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • c. zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten;
  • d. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
3.5.3 Toetsingscriteria

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.

3.5.4 Advies leidingbeheerder

Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in 3.5.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing

Artikel 5 Algemene wijzigingsregels

5.1 Wijzigingsbevoegdheid
5.1.1 Wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' het bestemmingsplan wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te verwijderen, met dien verstande dat:

  • a. de aanleg en in bedrijf stelling van de nieuw aan te leggen gastransportleiding gereed is of het verleggen van de gasleiding in verband met de gasvoorziening nodig is;
  • b. hiervoor voorafgaand aan de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid een schriftelijk verzoek wordt ingediend bij de gasleidingbeheerder.

Artikel 6 Overige regels

6.1 Reikwijdte en toepassing

Het bepaalde in de regels en op de verbeeldingen van het:

blijven onverkort van toepassing, met dien verstande dat:

  • a. de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’, voor zover deze dubbelbestemming voorkomt in de regels van de voornoemde bestemmingsplannen en betrekking heeft op het plangebied van dit plan, wordt vervangen door de dubbelbestemming ‘Leiding - Gas' (Artikel 3) uit dit plan;
  • b. de verbeeldingen van de voornoemde plannen, voor zover de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ is opgenomen op de verbeelding van de voornoemde bestemmingsplannen en betrekking heeft op het plangebied van dit plan, wordt gewijzigd met de verbeelding van dit plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
7.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.1.2 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning eenmalig afwijken van lid 7.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 7.1.1 met maximaal 10%.

7.1.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 7.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik
7.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

7.2.3 Verboden gerbuik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 7.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan "Denekamp, verleggen gasleiding Kloppendijk-Nordhornsestraat" van de gemeente Dinkelland.