direct naar inhoud van Artikel 24 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.BUIBPBUITENGEBIED-0402

Artikel 24 Maatschappelijk

 

24. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gron­den zijn bestemd voor:

a.    gebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van een maatschappelijke voorziening;

 

met daaraan ondergeschikt:

b.    wegen en paden;

c.    water;

 

met de daarbijbehorende:

d.    terreinen:

e.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

24. 2.    Bouwregels

24. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

a.    per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkap­pingen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde zorginstelling worden ge­bouwd;

b.    er zal geen bedrijfswoning met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd;

c.    de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, waaron­der overkappingen, zal ten hoogste de gezamenlijke oppervlakte bedragen, zoals die is weergegeven in kolom 4 in bijlage 4;

d.    de goothoogte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 6,00 m bedragen;

e.    de bouwhoogte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 12,00 m bedragen.

24. 2. 2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswo­ning(en) of gebouw(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;

b.    de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.

 

24. 3.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

 

-       het bepaalde in lid 24.2.1. onder b en toestaan dat er op het perceel Deurningerstraat 42 een bedrijfswoning met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen wordt gebouwd, mits:

1.    de regels voor bedrijfswoningen met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, genoemd onder lid 22.2.1. onder e van overeenkomstige toepassing zijn;

2.    de in kolom 4 in bijlage 4 genoemde gezamenlijke oppervlakte voor gebouwen en overkappingen niet wordt overschreden;

3.    er geen sprake is van onevenredige schade voor de aan­grenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrij­ven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

4.    geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusitu­atie, de woonsituatie, het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

24. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een inrichting voor verslaafdenzorg, penitentiaire zorg of reso­cialisatie van (ex-)gedetineerden;

b.    het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoning, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:

1.    het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de bedrijfswoning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;

2.    de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte in de bedrijfswoning meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning;

3.    de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 50 m² be­draagt;

4.    parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;

5.    detailhandel plaatsvindt anders dan productiegebonden de­tailhandel;

c.    het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning;

d.    het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor permanente bewoning;

e.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;

f.     het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;

g.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden.

 

24. 5.    Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat:

 

a.    de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, waaron­der overkappingen, per bestemmingsvlak wordt ver­groot tot ten hoogste de gezamenlijke oppervlakte, zoals weergegeven in kolom 5 in bijlage 4, mits:

1.    de vergroting noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de voorziening;

2.    er geen sprake is van onevenredige schade voor de aan­grenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrij­ven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

3.    er ten behoeve van een zorgvuldige landschappelijke inpas­sing een erfbeplantingsplan, afgestemd op de land­schaps- en beheersvisie uit het Landschapsontwikkelings­plan, zoals opgenomen in bijlage 5 van de toelichting, is opgesteld;

4.    geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusitu­atie, de woonsituatie, de landschappelijke waar­den, de waarde van de historische buitenplaatsen en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

 

b.    de bestemming ‘Maatschappelijk’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘Bedrijf’, ‘Horeca, of ‘Wonen’, ten behoeve van een functieverandering, mits:

1.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid respectieve­lijk de regels van de artikelen 8, 22 of 36 van overeenkomstige toepassing zijn;

2.    de maatschappelijke functie is beëindigd;

3.    er geen sprake is van onevenredige schade voor de aan­grenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrij­ven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

4.    de functie ondergebracht wordt in de bestaande gebou­wen, zoals die aanwezig zijn op het moment van toepas­sing van deze wijziging;

5.    geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusitu­atie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.