Plan: | Partiële herziening Aa Broek 5 Agelo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1774.BUIBPAABROEK5AGELO-0401 |
In de Omgevingsvisie Overijssel (2009) wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel geschetst. De visie is daarbij gericht op 2030. Gekoppeld aan de Omgevingsvisie heeft de provincie een Omgevingsverordening (2009) opgesteld. Hierin worden voor ruimtelijke plannen regels gesteld ten aanzien van het provinciale belang. Van 11 januari 2013 tot en met 22 februari 2013 heeft de ontwerp-actualisatie van de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening ter inzage gelegen. Met de actualisatie wordt de visie geactualiseerd voor de thema's; herijking Ecologische Hoofdstructuur (EHS), streefbeeld wegencategorisering, windenergie (rol provincie), nieuwvestiging van intensieve veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden, kantorenbeleid, definitie van lokaal gewortelde bedrijvigheid, ruimtelijke reservering gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. en de aanpassing van de verordening op basis van de eerder uitgevoerde evaluatie.
De provincie wil met de Omgevingsvisie ruimte bieden aan nieuwe economische dragers van het buitengebied die ook een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van hun omgeving en aan het verbreden van het spectrum aan werkmilieus. De provincie Overijssel heeft daarvoor een sturingsfilosofie ontwikkeld. Hiermee wordt nagegaan waar en hoe een ruimtelijke ontwikkeling gerealiseerd kan worden. De sturingsfilosofie maakt onderscheid in generieke beleidskeuzes, ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerken.
1. Generieke beleidskeuzes
Het plangebied ligt in de 'groene omgeving'. Met de groene omgeving wordt het grondgebied buiten steden, dorpen en hoofdinfrastructuur bedoeld. Voor ontwikkelingen in de groene omgeving geldt het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik als uitgangspunt. De principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik zijn gebaseerd op de SER-ladder. De principes zijn als volgt samen te vatten:
De voorgenomen ontwikkeling sluit hier bij aan. Het voormalig kantonniersgebouw wordt voorzien van een nieuwe functie en past daarmee uitstekend in het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik.
2. Ontwikkelingsperspectieven
Voor de ontwikkeling aan de Aa Broek 5 zijn de ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving van belang. Het behoud en versterken van het landschap en het realiseren van de groen-blauwe hoofdstructuur alsmede de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw en andere economische dragers staan hier centraal.
Afbeelding 3. uitsnede Omgevingsvisie Overijssel 2009 (bron: Provincie Overijssel).
In het plangebied zijn de volgende ontwikkelingsperspectieven van belang:
1. Realisatie groene hoofdstructuur (concreet begrensde EHS, bestaande natuur)
Het plangebied behoort tot het ontwikkelingsperspectief 'Realisatie groene hoofdstructuur'. Dit ontwikkelingsperspectief omvat gebieden met als hoofdaccent de ontwikkeling van natuur en versterking van het watersysteem. Ook in de ontwerp-actualisatie Omgevingsvisie blijft deze locatie onderdeel uitmaken van de bestaande natuur binnen de EHS. In dit ontwikkelingsperspectief zijn er, afgezien van regels die overal gelden (zoals milieubeleid, Natura 2000-beleid en Reconstructiebeleid), geen beperkingen voor de bedrijfsontwikkeling van bestaande bedrijven. De ontwikkeling behelst slechts een functiewijziging van een bestaand kantonniergebouw, waarbij enkel inpandig activiteiten plaatsvinden. Dit plan heeft geen negatieve effecten op de directe omgeving en het ontwikkingsperspectief.
2. Nationaal landschap Noordoost Twente
Het projectgebied ligt binnen het Nationaal Landschap Noordoost Twente, zodat behoud en versterking van landschapskwaliteiten een belangrijk beleidsaccent voor dit gebied vormt. De kernkwaliteiten van dit landschap zijn:
In de praktijk betekent dat bij de realisatie van de voorgenomen ontwikkeling beplantingselementen die de kleinschaligheid bepalen behouden dienen te worden. Het gaat hierbij met name om bosjes, houtwallen, houtsingels en lanen. De ontwikkeling heeft alleen betrekking op gebouw zelf en heeft daarom geen betrekking op de directe omgeving en landschap. De ontwikkeling is in lijn me de geldende ontwikkelingsperspectieven. Er is sprake van het realiseren van een nieuwe werkplaats in een voormalig agrarisch bedrijfsgebouw (kantonnier). De ontwikkeling vindt plaats op een bestaand erf binnen een bestaand gebouw waarbij geen afbreuk wordt gedaan aan de groene omgeving. Geconcludeerd wordt dat de voorgenomen ontwikkeling past binnen de ter plekke geldende ontwikkelingsperspectieven.
3. Gebiedskenmerken
Voor deze locatie gelden de volgende gebiedskenmerken: natuurlijke laag 'dekzandvlakte', laag van het agrarisch cultuurlandschap 'jonge heide- en broekontginningslandschap', lust en leisurelaag 'donkerte'. Dit plan leidt niet tot aanpassingen aan het erf of de bebouwing op deze locatie, maar maakt slechts een gewijzigd gebruik van het pand mogelijk. Geconcludeerd wordt dat dit plan past binnen de geldende gebiedskenmerken.