direct naar inhoud van 2.1 Rijks-/ nationaal beleid
Plan: Bedrijventerrein Keizersweg-zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPHB2009001-0401

2.1 Rijks-/ nationaal beleid

2.1.1 Nota Ruimte

De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen waarin het nationaal ruimtelijke beleid en de bijbehorende doelstellingen tot 2020 (met een doorkijk naar de periode 2020-2030) zijn opgenomen. De nota heeft krachtige steden en een vitaal platteland op het oog. Naast de kernpunten deregulering en decentralisatie is de Nota gericht op ontwikkelingsplanologie en uitvoeringsgerichtheid.

Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om op een duurzame en efficiƫnte wijze ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies, de leefbaarheid van Nederland te waarborgen en te vergroten en de ruimtelijke kwaliteit van stad en platteland te verbeteren, waarbij speciaal aandacht wordt geschonken aan het scheppen van de juiste condities voor het toepassen van ontwikkelingsplanologie. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden, en borging van de veiligheid.

Bij locatiekeuzes en herinrichting van bestaand bebouwd gebied dienen provincies, gemeenten en waterschappen nadelige effecten op kwantiteit en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater te voorkomen of te verminderen en te compenseren door consequent uitwerking te geven aan de uitgangspunten van het ruimtelijke waterbeleid en door een analyse te maken van zowel de risico's wat betreft verdroging, overstromingen en overlast van grond- of oppervlaktewater als de kosten van het beperken van deze risico's. Waar mogelijk wordt optimaal gebruik gemaakt van mogelijkheden die water biedt voor verbetering van de stedenbouwkundige structuur en voor wonen, werken en recreƫren aan het water en wordt dit als een gecombineerde meervoudige ontwerpopgave met bovenstaande waterbeheerdoelen opgepakt.

Een toename van verhard oppervlak wordt gecombineerd met compenserende ruimte voor berging van afvoerpieken en aanvulling van zoetwatervoorraden (waterneutraal of waterpositief bouwen). De kosten komen voor rekening van de planexploitatie, tenzij het waterbergende vermogen in de uitgangssituatie niet op orde was.

2.1.2 SER-ladder

Voor het inpassen van de ruimtebehoeften voor functies als wonen, bedrijvigheid en infrastructuur heeft de Sociaal Economische Raad (SER) een redeneringsmodel opgezet.

Deze "ladder" ziet er als volgt uit:

  • Gebruik de ruimte die reeds beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden.
  • Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen.
  • Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Door een zorgvuldige keuze van de locatie van rode functies en door investeringen in kwaliteitsverbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik voor wonen, bedrijventerreinen of infrastructuur de kwaliteit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt.

Aan de noord-, west- en oostzijde van het plangebied is reeds bebouwing aanwezig. Het bedrijventerrein Vletgaarsmaten wordt tevens in zuidelijke richting uitgebreid. Ook zijn er plannen om de sportvoorzieningen aan de zuidzijde van het plangebied uit breiden. De locatie voor deze ontwikkeling ligt tussen deze ontwikkelingen in. Dit betekent dat er sprake is van een inbreidingslocatie. Bovendien is er geen sprake van een waardevol natuurgebied.

Uiteindelijk is er ook nog sprake van een lokaal economisch belang, omdat de wortels van de verschillende bedrijven in Holten liggen.

Met de toepassing van de het denkmodel van de SER kan daarom geconcludeerd worden dat er sprake is van een gewenste ontwikkeling.