Plan: | Bedrijventerrein Holten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPHB2009000-0401 |
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie: | ter plaatse van de aanduiding: |
1 of 2 | 'bedrijf tot en met categorie 2' |
1, 2 of 3.1 | 'bedrijf tot en met categorie 3.1' |
1, 2, 3.1 of 3.2 | 'bedrijf tot en met categorie 3.2' |
1, 2, 3.1, 3.2 of 4.1 | 'bedrijf tot en met categorie 4.1' |
1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 of 4.2 | 'bedrijf tot en met categorie 4.2' |
bedrijven: | ter plaatse van de aanduiding: |
nutsvoorziening | 'nutsvoorziening' |
opleidingsbedrijf voor infrastructurele voorzieningen | 'specifieke vorm van bedrijf - opleidingsbedrijf infrastructuur' |
verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG | 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG' |
volumineuze detailhandelsbedrijf | 'detailhandel volumineus' |
zend- en ontvangstinstallatie | 'zend-/ontvangstinstallatie' |
een en ander met uitzondering van:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
erf- of perceelafscheidingen | 2 m |
lichtmasten, technische installaties en overige andere bouwwerken | 12 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.2, onder a, ten behoeve van het bouwen op bedrijfspercelen met een oppervlakte van ten hoogste 1,5 ha, voor zover dat redelijkerwijs nodig kan worden geacht voor een doelmatige bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.2, onder b, ten behoeve van het bouwen van bergingen, fietsenstallingen en andere ondergeschikte dienstgebouwen buiten bouwvlakken:
mits de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering is aangetoond.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.2, onder b, voor zover betreft de afstand van ten minste 3 m tot de overige perceelsgrenzen van de bij een bedrijf behorende gronden, ten behoeve van het bouwen tot in die perceelsgrenzen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Een gebruik in strijd met de bestemming is in ieder het gebruik van niet aan een bedrijfswoning aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor bewoning.
Voor opslag buiten gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.1, onder a, omtrent toegelaten bedrijven, ten behoeve van andere bedrijven, mits het betreft bedrijven die gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die ter plaatse zijn toegestaan krachtens lid 3.1, onder a.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de in lid 3.2.2, onder a, bepaalde oppervlakte van het bedrijfsperceel per geval op maximaal 2 ha wordt gesteld, voor zover dat in het betreffende geval redelijkerwijs nodig kan worden geacht voor een doelmatige bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat een aanduiding als bedoeld in lid 3.1, onder b, uit het plan wordt verwijderd, indien vast is komen te staan dat op de betreffende gronden de bij de betreffende aanduiding vermelde bedrijfsactiviteiten niet meer worden uitgeoefend.