Plan: | Buitengebied Rijssen, Biesterij |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPB2010003-0401 |
In 1900 bestond het gebied tussen Enter en Rijssen uit laaggelegen veengebieden en hoger gelegen heidegronden. Van landbouwkundig gebruik van de veengronden was in die tijd nog geen sprake. Pas na de veenontginningen rond 1930, is er op de locatie waar het agrarische bedrijf aan de Enterveenweg is gevestigd, sprake van agrarische exploitatie. In figuur 2.1. is een historische kaart opgenomen met daarop het grondgebruik rond 1900.
Figuur 2.1. Historische kaart met daarop het grondgebruik rond 1900
Ten tijde van de veenontginningen, rond 1930, is het gebied omgezet in landbouwgrond. Aan de westzijde van de Biesterij is het heidegebied van de Rijsserberg in dezelfde periode omgezet naar bos. De hoogtelijn op het kaartbeeld geeft het verschil aan tussen het natte laag gelegen gebied (het Enterveen) in het oosten en het iets hoger gelegen gebied ten westen ervan (de Biesterij).
Op het kaartbeeld in figuur 2.2 is te zien dat in 1954 het gehele Enterveen is ontgonnen en agrarisch in gebruik is. Opvallend zijn de vele kavelsloten in het veengebied.
Figuur 2.2. Situatie in 1954
Op de luchtfoto in figuur 2.3 staat de situatie anno 2010. Het landschap is aanzienlijk veranderd. Bebouwing en infrastructuur zijn aangelegd en de N347 doorsnijdt het gebied. De karakteristieke kenmerken van de verschillende landschapstypen zijn echter nog aanwezig. Het veenontginningsgebied wordt gekenmerkt door openheid met hier en daar een boerderij en een rechthoekig verkavelingspatroon met rechte wegen en kavels, die overwegend als gras- en maïsland in gebruik zijn. Op de overgang tussen het veenontginningslandschap en het hoger gelegen heideontginingslandschap (bos) is de meeste bebouwing opgericht.
Figuur 2.3. De situatie in het gebied anno 2010 (Bron: Google Maps)