direct naar inhoud van 4.4 Trillingen
Plan: Verbindingsweg Dodewaard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1740.bpVerbindingsweg-vst1

4.4 Trillingen

Ontwikkeling ten opzichte van trillingen

Verkeerstrillingen worden vrijwel altijd veroorzaakt door de interactie tussen een voertuig en de onvlakheid van de weg. Bij het passeren van vooral zware voertuigen worden ter plaatse van de onvlakheid kortdurende trillingen gegenereerd (trillingsbron) die zich in de wegconstructie en de ondergrond voortplanten. Deze trillingen bereiken in verzwakte vorm de bebouwing in de omgeving van de trillingsbron en kunnen aanleiding geven tot overlast. Deze overlast kan bestaan uit schade aan een gebouw en/of hinder voor personen in het gebouw.

Normstelling en beleid

In Nederland bestaan voor de beoordeling van trillingen geen specifieke wetten, zoals die er bijvoorbeeld zijn voor geluidshinder. Wel zijn er de 'Meet- en Beoordelingsrichtlijnen van de Stichting Bouwresearch' (SBR-richtlijnen).

De SBR-richtlijnen kunnen worden beschouwd als de vigerende beoordelingsrichtlijnen voor trillingsoverlast:

  • SBR deel A: betreffende schade aan bouwwerken door trillingen;
  • SBR deel B: betreffende hinder voor personen in gebouwen door trillingen.

De richtlijn SBR deel A stelt dat volgens de bestaande praktijkervaring een aanvaardbare kleine kans (kleiner dan 1%) bestaat dat schade aan bouwwerken en fundering zal optreden indien de grenswaarden voor schade niet wordt overschreden.

Omdat grenswaarden voor hinder niet scherp gedefinieerd kunnen worden, wordt in de richtlijn SBR deel B gesproken over streefwaarden voor trillingshinder. Als de trillingssterkte onder deze streefwaarden blijft, mag worden verwacht dat in de meeste situaties geen hinder zal optreden.

De volgens de SBR-richtlijnen van toepassing zijnde grenswaarden voor schade, respectievelijk streefwaarden voor hinder, zijn in dit onderzoek gehanteerd voor de beoordeling van de trillingsoverlast.

Resultaten onderzoek

In opdracht van de Provincie Gelderland heeft KOAC•NPC een trillingsonderzoek uitgevoerd in een tweetal gebouwen gelegen aan de Waalbandijk in Dodewaard, te weten het kerkgebouw op nummer 58 en de nabij gelegen woning op nummer 52, die als maatgevend wordt beschouwd.

Voor de woning op nummer 52 is gekozen omdat dit pand, dat de woningen met de huisnummers 52 en 53 omvat, van de woningen tussen de aantakking van de toegangsweg en de verbindingsweg op de Waalbandijk het dichtst op de dijk staat. Het onderzoeksrapport is opgenomen in bijlage 4 van de toelichting van dit bestemmingsplan.

Doel van het onderzoek is om voor beide gebouwen de trillingsgevolgen te bepalen als gevolg van toekomstig intensief vrachtverkeer over de Waalbandijk, in het geval het bedrijf op de Waalwaard wordt gevestigd. Daarbij is gekeken naar de totale verwachte toekomstige verkeersintensiteit (van zwaar vrachtverkeer). De uitkomsten van de metingen zijn getoetst aan de criteria voor schade en hinder volgens de vigerende Meet- en Beoordelingsrichtlijnen voor trillingsoverlast van de Stichting Bouwresearch (SBR).

Uit het trillingsonderzoek is gebleken dat de grenswaarde voor het aspect schade in zowel de kerk als de woning niet wordt overschreden. De kans op schade wordt hiermee voor zowel de kerk als de woning aanvaardbaar klein geacht (kleiner dan 1%). Dit geldt ook bij intensief vrachtverkeer als het bedrijf op de Waalwaard wordt gevestigd.

Voor het aspect hinder is uit het trillingsonderzoek in het kerkgebouw, Waalbandijk 58, gebleken dat de streefwaarden niet worden overschreden.

Uit het trillingsonderzoek in de woning, Waalbandijk 52, is gebleken dat er bij passages in de nachtperiode een reële kans is op trillingshinder voor personen in de slaapkamer bij snelheden van 50 en 60 km/uur. Bij passages bij snelheden van 30 km/uur blijven de waarden onder de streefwaarde.

Er is aanvullend aan het trillingsonderzoek op de Waalbandijk een prognose opgesteld voor de trillingen ten gevolge van de aanleg van de verbindingsweg (“Prognose trillingsgevolgen bij aanleg nieuwe Verbindingsweg te Dodewaard”, KOAC•NPC , juli 2012, zie bijlage 5). Hierin is ook een update van de verkeersgegevens voor de Waalbandijk meegenomen, waarbij is gerekend met het totale (zware) verkeer conform de prognose voor het jaar 2024. Hieruit blijkt dat, hoewel er sprake is van meer passages van zwaar verkeer, de conclusies van het onderzoek in stand blijven. Er zijn voor de drie panden die het dichtst bij de verbindingsweg liggen berekeningen uitgevoerd. De conclusie is dat voor elk van de beoordeelde panden de verwachte trillingssterkten ruim onder de van toepassing zijnde grenswaarden voor schade (SBR deel A) en streefwaarden voor hinder (SBR deel B) liggen. Op grond hiervan wordt geen trillingsoverlast verwacht door zwaar verkeer op de verbindingsweg.

Conclusie  

Als gevolg van de toename van de verkeersintensiteit en met name de hoeveelheid zwaar vrachtverkeer op de Waalbandijk wordt de grenswaarde voor het aspect schade in zowel de kerk als de maatgevende woning niet overschreden. Op de Waalbandijk tussen de aantakking van de toegangsweg van de Waalwaard en de verbindingsweg op de Waalbandijk wordt een maximumsnelheid van 30 km/uur ingesteld, zodat ook aan de streefwaarde voor hinder wordt voldaan. De gemeente kan dit waarborgen, omdat de gemeente wegbeheerder is van de Waalbandijk. De gemeente zal besluiten dat de snelheid op de Waalbandijk maximaal 30 km/uur bedraagt en zal maatregelen treffen ten behoeve van de uitvoering en handhaving.

Uit onderzoek blijkt verder dat de verwachte trillingssterkten ten gevolge van het verkeer op de verbindingsweg ruim onder de van toepassing zijnde grenswaarden voor schade en streefwaarden voor hinder liggen