direct naar inhoud van 4.3 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Kern Ochten Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1740.bpOCcentrum-vst1

4.3 Archeologie en cultuurhistorie

4.3.1 Archeologie

Ruimtelijke plannen en besluiten die archeologische gegevenheden in de bodem kunnen aantasten moeten zo veel mogelijk rekening houden met bekende en te verwachten archeologische waarden. Het door Nederland geratificeerde Verdrag van Malta bepaalt dat in beginsel de waarden in de bodem worden bewaard en dat bij ruimtelijke planvorming waarmee het archeologisch bodemarchief is gemoeid, de initiatiefnemer in een vroeg stadium een archeologisch (voor)onderzoek moet hebben uitgevoerd.

Naar aanleiding van “Malta” is een wijziging in de Monumentenwet aangebracht: ook van gemeenten wordt gevraagd om hun bestemmingsplannen “Malta-proof” te maken.

De Monumentenwet verschaft de provincie hiervoor het instrument van de aanwijzing van zogenaamde attentiegebieden, om gebieden bij voorrang planologische bescherming te beschermen totdat gemeenten de bescherming hebben verankerd in het bestemmingsplan. De provincie Gelderland wil geen gebruik maken van dit instrument, maar vraagt van gemeenten om hun bestemmingsplannen aan te passen aan de archeologische kwaliteiten.

Gemeentelijke archeologische beleidskaart

De gemeente Neder-Betuwe heeft een gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart van het gehele gemeentelijke gebied laten opstellen. Deze kaart is opgesteld ter ondersteuning van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de archeologische monumentenzorg.

Het is een kaart die op perceelsniveau inzichtelijk maakt waar bekende archeologische waarden zich bevinden en wat de kans is deze aan te treffen, zowel in de bebouwde kom als in het landelijk gebied. De archeologische waarden- en verwachtingskaart is voor toepassing op beleidsmatig, gemeentelijk niveau vertaald naar een beleidskaart. De archeologische beleidskaart dient te worden gebruikt als de beleidsmatige onderlegger bij het opstellen van nieuwe en te herziene bestemmingsplankaarten. De kaart is van een zodanig gedetailleerd schaalniveau (1:10.000) dat deze direct van toepassing is voor afwegingen op perceelsniveau. In de legenda staat kort aangegeven wat het gewenste beleid is (d.w.z. welke regels in het bestemmingsplan van toepassing dienen te zijn). De volgende figuur geeft een uitsnede van de archeologische beleidskaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.1740.bpOCcentrum-vst1_0009.png"

Figuur 9: uitsnede gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart

In het plangebied is sprake van de volgende relevante aanduidingen:

Archeologisch Waardevolle gebieden

  • De bekende archeologische vindplaatsen zijn, inclusief een zone rondom van 50 m, aangeduid als Archeologisch Waardevolle Gebieden 3 (AWG3): hier geldt dat moet worden gestreefd naar behoud in huidige staat. Bij bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 100 m² moet voortijdig archeologisch onderzoek plaatsvinden. De historische dorpskern van Ochten valt binnen de Archeologisch Waardevolle Gebieden 3 (AWG3): hier geldt dat moet worden gestreefd naar behoud in huidige staat. Bij bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 50 m² moet voortijdig archeologisch onderzoek plaatsvinden.
  • De 'historische dorpskern' valt binnen de Archeologisch Waardevolle Gebieden 4 (AWG4): hier geldt dat moet worden gestreefd naar behoud in huidige staat. Bij bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 30 m² moet voortijdig archeologisch onderzoek plaatsvinden.
  • De ‘oude woongronden’ vallen binnen de Archeologisch Waardevolle Gebieden 5 (AWG5): hier geldt dat moet worden gestreefd naar behoud in huidige staat. Bij bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 100 m² moet voortijdig archeologisch onderzoek plaatsvinden.

Archeologische Waardevol Verwachtingsgebied

  • De gebieden met een hoge archeologische verwachting vallen binnen de Archeologische verwachtingsgebieden 6 (AWV6) : hier geldt dat moet worden gestreefd naar behoud in huidige staat. Bij bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 500 m² moet voortijdig archeologisch onderzoek plaatsvinden, waarbij een vrijstelling geldt voor bedrijfswerkzaamheden in het kader van de boom- en fruitteelt.
  • Historische beeklopen zijn aangeduid als Archeologisch Waardevol Verwachtingsgebied 8 (AWV8): hier geldt dat moet worden gestreefd naar behoud in huidige staat. Bij bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 10.000 m² moet voortijdig archeologisch onderzoek plaatsvinden.

Verwerking in het bestemmingsplan

Om aan te sluiten bij de gehanteerde methodiek van het bestemmingsplan Ochten, is er gekozen voor een drietal dubbelbestemmingen. Om verwarring te voorkomen is voor de naamgeving aangesloten bij naamgeving in bestemmingsplan Ochten.

  • Waarde - Archeologie 2: Deze bestemming is van toepassing op de historische dorpskern van Ochten (AWG4). Ook de historische waterlopen (AWV8) die direct grenzen aan deze gebieden, vallen binnen deze bestemming.
  • Waarde - Archeologie 3: Deze bestemming is van toepassing op de oude woongronden (AWG5) alsmede de bekende archeologische vindplaatsen met 50m zones (AWG 3).
  • Waarde - Archeologie 4: Deze bestemming is van toepassing op gebieden met een hoge archeologische verwachting (AWV6). Ook de historische waterlopen (AWV8) die direct grenzen aan deze gebieden, vallen binnen deze bestemming.

4.3.2 Cultuurhistorie

Provinciaal beleid

Cultuurhistorie is een belangrijk aspect van de ruimtelijke kwaliteit van Gelderland.

Cultuurhistorische identiteitsgebieden

Door de inventarisatie van Gelderse waarden in combinatie met de ontwikkelingsgeschiedenis, is de provincie opgedeeld in 10 gebieden (Belvoir gebieden) met elk een aantal typerende kenmerken. Samen vormen ze unieke, cultuurhistorische identiteitsdragers van het landschap. De verdeling in tien unieke gebieden leidde tot de Cultuurhistorische Beleidskaart (CHB). Dit is een kaart waarop die 10 gebieden worden weergegeven, elk met 2 à 5 identiteitsdragers. De grenzen van die gebieden zijn niet absoluut: soms is er overlap.

afbeelding "i_NL.IMRO.1740.bpOCcentrum-vst1_0010.jpg"

Figuur 10: Ligging Belvoirgebieden (bron: Belvoir 3, cultuurhistorisch beleid 2009-2012)

De gemeente Neder-Betuwe valt in het "Rivierengebied". Voor dit gebied gelden de volgende cultuurhistorische identiteitsdragers:

  • Gelaagd landschap: iedere periode uit 5.000 jaar bewoning heeft een, soms inmiddels begraven, laag in het land gelegd, zandige oeverwallen en kleikommen vormen een ingewikkeld driedimensionaal patroon;
  • Strijd en leven met water: de rivieren creëerden kansen maar vormden ook bedreigingen, binnendijks ontstond een ingenieus ontwateringstelsel;
  • Grens en front: grensregio in Romeinse tijd en Middeleeuwen, later via waterlinies te verdedigen;
  • Bouwmarkt: klei, zand en grind zijn door de rivieren in grote hoeveelheden neergelegd, in de loop der jaren gewonnen voor de bouw;
  • (Inter)nationaal netwerk: rivieren waren een voorwaarde voor bloeiende handel in de Middeleeuwen, kasteelbouw ter verdediging van het land.

De provincie hanteert deze kaart om bij de ruimtelijke ontwikkeling actief bij te dragen aan behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische kwaliteiten. De cultuurhistorische beleidskaart geeft regionale cultuurhistorische kenmerken weer die inspiratie leveren bij planvorming door anderen. In relatie tot stedelijke ontwikkeling gaat het bij cultuurhistorie om 2 aandachtspunten:

  • 1. Stedelijke ontwikkeling heeft gevolgen voor aanwezige cultuurhistorische identiteiten;
  • 2. In de planvorming moeten die gevolgen zorgvuldig worden meegenomen.

De provincie inventariseerde alle Gelderse cultuurhistorische waarden. Deze zijn vertaald naar de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) met de lagen:

  • A. gebouwde monumenten;
  • B. (historische) landschappen;
  • C. archeologische waarden.

Monumenten

Binnen de plangrenzen van het voorliggende bestemmingsplan zijn geen monumenten aanwezig.

Historisch landschap

De historische-geografische dimensie van het landschap heeft een belangrijke rol gespeeld in de selectie van waardevolle landschappen. Ook in de kernkwaliteiten van de waardevolle landschappen de kernkwaliteiten van de waardevolle landschappen dimensie een belangrijke rol. Bij de ontwikkelingsgerichte landschapsstrategie dient rekening te worden gehouden met de (cultuur)historische dimensie van de waardevolle landschappen.

Historische (steden)bouw

Voor het behoud van historische gebouwen is de Monumentenwet van kracht. Op grond hiervan kunnen gebouwen en hun directe omgeving of delen van kernen aangewezen worden tot rijks- of gemeentelijk monument of beschermd stads- of dorpsgezicht. De provincie bevordert een goede samenloop van enerzijds aanwijzing in het kader van de Monumentenwet en Molenverordening, en anderzijds toepassing van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ter bescherming van de cultuurhistorische kwaliteiten die in het geding zijn. De provincie bevordert een hoge ontwerpkwaliteit die belangrijke historische gegevenheden integreert in de planvorming, en die bijdraagt aan het scheppen van nieuwe kwaliteiten die tot onze cultuurhistorische waarden kunnen gaan behoren.

Verwerking in het bestemmingsplan

Het voorliggende bestemmingsplan heeft een conserverend karakter, er worden door middel van dit plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.