direct naar inhoud van Regels
Plan: B&B - Hotel Bonegraafseweg 59 Ochten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1740.bpOCbonegraafsew59-vst1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan "B&B - Hotel Bonegraafseweg 59 Ochten" met identificatienummer NL.IMRO.1740.bpOCbonegraafsew59-vst1 van de gemeente Neder-Betuwe.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bebouwd oppervlak

het totaal van de oppervlakken van bouwwerken voor zover deze een grotere bouwhoogte hebben dan 1,2 m.

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.7 bedrijfsbouwwerk c.q. bedrijfsgebouw

een bouwwerk c.q. een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.

1.8 bedrijfswoning

een woning, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de aard van de bedrijfsvoering noodzakelijk is.

1.9 bestaand
  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen;
  • b. bij gebruik: gebruik dat op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan bestond.
1.10 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.11 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.12 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.13 bijgebouw

een gebouw, dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw.

1.14 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.15 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.16 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.17 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.18 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.19 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.20 dagrecreatie

een vorm van recreatie dat niet langer duurt dan een dag en is gericht op verblijven, vermaken en beleving. Onder dagrecreatie wordt in deze niet verstaan lawaaisporten zoals motorcross.

1.21 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.22 escortbedrijf

een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.

1.23 extensief dagrecreatief medegebruik

een aan de bestemming ondergeschikt gebruik voor dagrecreatie gericht op het rustig beleven en gebruikmaken van aanwezige specifieke omgevingskwaliteiten in de vorm van wandelen, fietsen, varen, vissen e.d.

1.24 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.25 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is.

1.26 hoofdwoonverblijf c.q. hoofdverblijf

een gebouw of een deel van een gebouw dat:

òf door eenzelfde persoon of huishouden gebruikt wordt als woonruimte voor permanente bewoning;

òf indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres is waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten,

met dien verstande dat van een gebruik als hoofdwoonverblijf voorts wordt geacht sprake te zijn wanneer buiten het zomerseizoen (dat loopt van 1 mei tot 1 oktober) in een kalenderjaar ter plaatse meer dan 70 maal nachtverblijf wordt gehouden en door betrokkene niet aannemelijk is of kan worden gemaakt, dat elders over een hoofdwoonverblijf kan worden beschikt.

1.27 hotel

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht);

1.28 ondergeschikte functie

een activiteit welke ten dienste van een andere hoofdfunctie voorkomt, daar in functioneel oogpunt onlosmakelijk mee is verbonden en derhalve niet zelfstandig mag functioneren.

1.29 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.30 peil
  • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang van het perceel aan een weg grenst, mits het gebouw op een afstand van niet meer dan 12 m van die weg is gelegen: 35 cm boven de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het perceel;
  • b. in andere gevallen bij gebouwen: de gemiddelde bestaande hoogte van het aan het gebouw grenzende terrein;
  • c. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde bestaande hoogte van het aan het bouwwerk grenzende terrein.
1.31 perceel

een aaneengesloten stuk grond met een bepaald doel of eigendom.

1.32 perceelsgrens

de scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.

1.33 permanente bewoning c.q. gebruik als hoofdwoonverblijf

gebruik van een woning, zomerhuis of andere woonruimte door eenzelfde persoon of eenzelfde huishouden op een wijze die ingevolge het bepaalde in de artikelen 24 t/m 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie noopt tot inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente Neder-Betuwe.

1.34 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.35 woning/wooneenheid

een complex van intern met elkaar in verbinden staande ruimten, in een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 beschermingszones van hoogspanningsleidingen

vanuit de lijn door het hart van de hoogspanningsmasten.

2.2 de afstand van een gebouw tot de perceelgrens

het buitenwerks meten van de kortste afstand van een gevel van het gebouw tot de perceelsgrens

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 de dakhelling

de hoek die het dakvlak maakt ten opzichte van het horizontale vlak gerekend in graden.

2.5 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met dien verstande dat balkonhekken tot 1 m bij aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen hierbij niet worden meegerekend.

2.6 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.8 ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van een logiesverstrekkend bedrijf in de vorm van:

  • a. een hotel met maximaal 30 kamers met, in dit hotel en ondergeschikt aan de hotelfunctie een keuken ten behoeve van het bereiden van maaltijden (ontbijt en lunch) met een maximale oppervlakte van 30 m2 en daarbij ruimte(n) voor het bereiden van dranken, wellness, fysiotherapie, fitness en kantoor-/vergaderruimte waarbij geldt dat deze ruimte(n) niet meer dan 15 % van het bruto-vloer-oppervlakte van het hotel mogen beslaan;
  • b. en waarbij tevens geldt dat dit hotel als ondergeschikte functie van de dagrecreatieve functie van het naastgelegen Fruitpark moet functioneren en daar een onlosmakelijk functioneel geheel mee moet vormen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, groen- en parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de bestemming;
  • b. overig bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming.
3.2.1 Gebouwen

Bij de bouw van bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bestemming dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • a. het bebouwd oppervlakte mag niet meer bedragen dan 1.250 m2;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • d. afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Bedrijfsgebouw buiten bouwvlak

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1, voor de bouw van een bedrijfsgebouw voor zover dat de bouwgrens overschrijdt, indien en voor zover het bouwwerk niet of niet doelmatig in zijn geheel binnen een bouwvlak kan worden opgericht.

3.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in de leden 3.3.1 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Als gebruik in strijd met de bestemming "Recreatie" wordt in ieder geval begrepen:

  • a. permanente bewoning in relatie tot de huisvesting van seizoenarbeiders;
  • b. gebruik als seksinrichting en escortbedrijf;
  • c. zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte.

3.4.2 Voorwaardelijke verplichting parkeren

Zodra de gronden ter plaatse van de bestemming 'Recreatie' in gebruik worden genomen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten dienen voldoende parkeerplaatsen te zijn aangelegd en in stand gehouden conform de Nota Parkeernormen van de gemeente. De parkeerplaatsen dienen op het eigen terrein te worden gerealiseerd. De parkeernorm voor een vier-sterren-hotel is gesteld op 9,5 parkeerplaatsen per 10 kamers.

3.4.3 Voorwaardelijke verplichting waterberging

Zodra de gronden ter plaatse van de bestemming 'Recreatie' in gebruik worden genomen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten dient voldoende waterberging te zijn aangelegd en in stand gehouden conform de regels van het Waterschap Rivierenland.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid onder artikel 5.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • 3. Het eerste lid onder artikel 5.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 5.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 5.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. Het eerste lid onder artikel 5.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan "B&B - Hotel Bonegraafseweg 59 Ochten".