Plan: | De Bonegraaf-Oost te Dodewaard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1740.bpDObonegraafoost-vst1 |
het bestemmingsplan 'De Bonegraaf-Oost te Dodewaard' met identificatienummer NL.IMRO.1740.bpDObonegraafoost-vst1 van de gemeente Neder-Betuwe;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en waarbij een showroom en/of verkoopruimte ter plaatse aanwezig is; horeca-activiteiten zijn hieronder niet begrepen;
functies in gebouwen en/of verblijfsruimten die een langdurig menselijk verblijf met zich meebrengen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
woningen en gebouwen die op grond van art. 1 Wgh worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting;
een gebouw, dat op een bouwperceel, door zijn bestemming, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een verblijfsruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard zonder baliefunctie;
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 1 m boven de gemiddelde, bestaande hoogte van het aan het gebouw grenzende terrein;
afdak of overkapping met een diepte van tenminste 1 m, aan of bij een gebouw, al of niet ondersteund;
een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
onder peil;
detailhandel die als activiteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt en gerelateerd is aan de hoofdfunctie en waarbij geen specifieke inrichting voor de detailhandelsfunctie is toegestaan;
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie en ondergeschikt en ondersteunend aan deze hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;
een aan- of uitgebouwd bouwdeel, dat gelegen is op minimaal 2,5 m boven peil, dat geen grotere hoogte heeft dan het aangrenzende bouwdeel, dat uitsteekt ten opzichte van het eronder gelegen deel en dat geen rechtstreekse verbinding heeft met het aansluitend afgewerkte terrein;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde met één dakvlak en maximaal één gesloten wand;
een dak met een dakhelling van minder dan 15º;
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, dan wel daarmee vergelijkbare inrichtingen zoals genoemd in bijlage VII van het Besluit kwaliteit Leefomgeving.;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een aan een hoofdgebouw gebouwde uitbreiding van een reeds bestaande ruimte van het hoofdgebouw, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap;
de naar architectuur, indeling en/of uitstraling meest gezichtsbepalende gevel(s) van een hoofdgebouw, (doorgaans) gekeerd naar de weg of het openbaar gebied;
de lijn die gelijk loopt aan voorgevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan. (Van een hoofdgebouw gelegen op de hoek van twee straten moeten beide gevels van het hoofdgebouw, gelegen aan de straatkant, gezien worden als voorgevel);
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
een kantoor dat op zichzelf het bedrijf vormt;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens wordt bepaald door het buitenwerks meten van de kortste afstand van een gevel van het gebouw tot de perceelsgrens;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of daarbij gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, parkeer- voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, fietsenstallingen, wegen, straten, paden e.d. en overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de doeleinden.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:
Voor bedrijfsactiviteiten gelden de volgende bepalingen:
Voor detailhandel gelden de volgende bepalingen:
Voor kantoren geldt de volgende bepaling:
Voor horeca geldt de volgende bepaling:
Voor buitenopslag gelden de volgende bepalingen:
Voor parkeergelegenheid gelden de volgende bepalingen:
(GSM-)antennemasten zijn uitsluitend toegestaan na verlening van een omgevingsvergunning als opgenomen in 3.3.1.
Binnen de bestemming zijn laadvoorzieningen in de vorm van tankinstallaties voor fossiele brandstoffen, elektra en waterstof voor de eigen bedrijfsvoering toegestaan;
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan na verlening van de omgevingsvergunning als bedoeld in 3.3.3.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Overschrijding van het bouwvlak is toegestaan voor ondergeschikte bouwdelen, mits het bouwdeel ondergeschikt is en het een overschrijding betreft van maximaal 0,5 m.
Het bevoegd gezag kan uitsluitend ter plaatse van de bouwaanduiding 'antennemast' een omgevingsvergunning verlenen als bedoeld in 3.1.2 onder g teneinde de bouw van een (GSM-)antennemast mogelijk te maken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in 3.2.4 onder a teneinde voor erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak een bouwhoogte toe te staan van maximaal 2,5 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in 3.2.3 verlenen, teneinde het bouwen van ondergrondse gebouwen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gebouwen en terreinen overeenkomstig artikel 3.1.2;
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gebouwen en terreinen overeenkomstig artikel 3.1.2:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder a2 teneinde bedrijven toe te staan, met een maximum van categorie 3.2, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de doeleinden.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:
Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van groen - geluidswal 1 en 2' worden de gronden aangewezen voor een geluidwal met groene inpassing ten behoeve van het beperken van geluid in, en visuele afscheiding van, de directe omgeving.
Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van groen - wal' zijn de gronden aangewezen voor een wal ter visuele afscheiding.
c Wandelpad
Ter plaatse van de aanduiding 'pad' is een wandelpad voor voetgangers toegestaan.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige landschappelijke waarde, zoals deze tot uiting komt in een (nieuwe)bomenrij met watergang.
De dubbelbestemming 'Waarde - Landschap' is primair ten opzichte van de andere aan deze gronden toegekende bestemmingen. De realisatie van wegen en of parkeervoorzieningen zoals beoogd in het inrichtingsplan zoals deze is opgenomen in Bijlage 3 bij de regels is zonder meer toegestaan.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
De voor 'Waterstaat - Beheerszone watergang' watergang aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn bestemd voor de eveneens voor deze gronden aangegeven bestemming Water, mogen op deze gronden bouwwerken worden gebouwd overeenkomstig de bepalingen van die bestemming.
Op gronden met de bestemming 'Waterstaat - Beheerszone watergang', met uitzondering van de gronden met de eveneens voor deze gronden aangegeven bestemming 'Water', mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' is de vestiging van geluidgevoelige gebouwen en terreinen niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.1.1, nadat zij een of tegelijkertijd met het vaststellen van hogere grenswaarde in de zin van de Wet geluidhinder.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - spoor' mogen geen woningen worden gebouwd.
De voor 'Milieuzone - spuitzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het voorkomen van regelmatige en langdurige blootstelling aan toxiciteit.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - spuitzone' zijn geen driftgevoelige functies toegestaan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3.2 het toestaan van driftgevoelige functies, indien uit onderzoek blijkt die functies mogelijk zijn in relatie tot risico’s voor de volksgezondheid.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'De Bonegraaf Oost te Dodewaard'.