direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Bedrijventerrein 't Wegdam e.o. (Hengevelde)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1735.KNxHENxACTWDx-OH10

3.3 Gemeentelijk beleid

Strategische visie Hof van Twente

Deze strategische visie uit 2010 geeft een overzicht van beleidsdoelen die de gemeente zich stelt ten aanzien van de sociale, de economische en de ruimtelijke ontwikkeling gedurende de periode 2010-2030. Met betrekking tot de ontwikkeling van de niet-agrarische bedrijvigheid en de bedrijventerreinen zijn de volgende beleidsdoelen van belang.

De Hof van Twente beschikt in 2030 over een uitstekende bereikbaarheid over spoor, weg en water. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor het vestigen van bedrijven in de gemeente. Binnen de gemeente is een grote diversiteit aan locaties ten behoeve van bedrijven. Voor grotere bedrijven is er het bedrijventerrein Zenkeldamshoek in Goor.

Wat de behoefte aan nieuwe bedrijfsterreinen betreft: door revitalisering en in hoogte bouwen (efficiënter ruimtegebruik) is de behoefte aan nieuwe terreinen beperkt. Bedrijventerreinen en bedrijfsverzamelgebouwen zullen in belangrijke mate centraal worden gecreëerd en gerevitaliseerd. Maar ook voor die centrale bedrijventerreinen geldt, dat ze voor lokale bedrijvigheid van binnen de gemeente bedoeld blijven en géén regionale functie bezitten.

In de kleine kernen beperkt zich dit tot werkelijk lokaal gebonden bedrijvigheid. Niet sociaal economisch gebonden bedrijven zijn aangewezen op de centrale kernen. Ook in industrieel-economisch opzicht biedt de demografische krimp kansen om de focus te verleggen van expansie naar kwaliteit en duurzaamheid van bedrijventerreinen.

De directe nabijheid van de zich sterk ontwikkelende kenniseconomie in de regio Twente en de Euregio is een voordeel voor kleinere bedrijven en vooral voor kennis- en netwerkeconomie. Dit zorgt er voor dat ook jongeren hun kennis kunnen aanwenden in bedrijven gevestigd in onze gemeente.

Goede netwerken in de regio en actieve ondersteuning van al gevestigde ondernemers in de regio bieden de beste kans om onze aantrekkelijkheid om te zetten in economische activiteit. Verruiming van vestigingsmogelijkheden in vrijgekomen agrarische bebouwing en een optimale digitale bereikbaarheid werken hierop versterkend.

Het bestemmingsplan voor dit lokale bedrijventerrein is grotendeels conserverend van aard. Het plan biedt de mogelijkheid om nieuwe bedrijven van een ander bedrijfstype te vestigen op vrijgekomen bedrijfslocaties. De gekozen planregeling leidt ertoe dat de ruimtelijke ontwikkeling waarvoor het bestemmingsplan de mogelijkheden biedt past in de bovenbeschreven strategische visie van de gemeente voor wat betreft de ontwikkeling van de bedrijvigheid.

Structuurvisie Hengevelde (2009)

In maart 2009 heeft de gemeente Hof van Twente de 'Structuurvisie Hengevelde' vastgesteld. De visie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen in Hengevelde en de hoofdzaken van het te voeren ruimtelijk beleid. In de visie is een kaart opgenomen met daarop aangegeven welke ruimtelijke activiteit in welk gebied bestaat danwel wordt voorzien in de periode tot ongeveer 2020.

afbeelding "i_NL.IMRO.1735.KNxHENxACTWDx-OH10_0002.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1735.KNxHENxACTWDx-OH10_0003.png"

Fragment kaart Structuurvisie Hengevelde met legenda

In de structuurvisie is het grootste deel van het plangebied aangeduid als “bestaand bedrijventerrein” conform het huidig gebruik.

Het zuidoostelijke deel van het plangebied heeft de aanduiding “Mogelijke uitbreiding bedrijven categorie 1 in combinatie met wonen”. Die mogelijke uitbreiding wordt echter niet meegenomen in dit bestemmingsplan, omdat dit bestemmingsplan zich beperkt tot het (opnieuw) bestemmen van de bestaande situatie. Betekenisvolle nieuwe ontwikkelingen, zoals de genoemde mogelijke uitbreiding, worden dus niet opgenomen in dit bestemmingsplan. Om diezelfde reden zijn in dit bestemmingsplan geen betekenisvolle nieuwe ruimtelijke mogelijkheden opgenomen ter verbetering van de uitstraling van de entree van de dorpskern en de verbetering van de landschappelijke inpassing (zie aanduiding “grens landschap en dorp”).

Bedrijventerreinenvisie

In februari 2011 heeft de gemeente de Bedrijventerreinenvisie vastgesteld. De gemeente heeft ambities om de kwaliteit op bedrijventerreinen te garanderen. Kort samengevat hanteert de gemeente de volgende kwaliteitsopgaven en doelen:

  • Het versterken van het ondernemersklimaat in alle kernen;
  • Het verduurzamen van het ondernemerschap, de gebouwde omgeving, de verkeers-structuur en de openbare ruimte;
  • Een goede landschappelijke inpassing van bedrijventerreinen;
  • Het tegengaan van veroudering;
  • Het - waar mogelijk - intensiveren van arbeid op het terrein;
  • Het opstellen van een uitgifte- en vestigingsprotocol.

De ambitie van de gemeente is om alle bedrijvigheid die zich aandient zo goed mogelijk te accommoderen. Daarom wil de gemeente een gevarieerd en compleet aanbod aan bedrijventerreinen aanbieden. Het juiste bedrijf op de juiste plek is de doelstelling. Actieve uitbreiding van bedrijventerreinen vindt binnen de gemeente vooral plaats in Goor op Zenkeldamshoek. Voor de overige kernen geldt dat deze in eerste instantie bedoeld zijn voor de opvang van lokale aan de kern gebonden bedrijvigheid. Dit geldt ook voor lokaal gewortelde bedrijven. Daarbij probeert de gemeente zo veel mogelijk in te breiden op de bestaande locaties in de kernen, staat kleinschaligheid voorop en wordt ruimte geboden aan lokale ondernemers.

Detailhandelsnota

In april 2004 heeft de gemeente een detailhandelsnota vastgesteld. Centraal in deze nota staat de vraag welke kansen en bedreigingen er voor de detailhandel in de diverse kernen in Hof van Twente zijn en op welke wijze de gemeente een rol kan vervullen bij het oppakken van de kansen en het verminderen van de bedreigingen.

Bedrijfswoningen op bedrijventerreinen

Op 27 januari 2004 heeft het College van burgemeester en wethouders besloten beleid vast te stellen inzake de aanwezigheid van bedrijfswoningen op bedrijventerreinen en dit beleid toe te passen voor nieuwe bestemmingsplannen. Een advies van SAB (eind 1999 opgesteld in opdracht van de voormalige gemeente Goor) was hiervoor leidend. De gemeente heeft ervoor gekozen een verbod op te nemen voor de realisatie van nieuwe bedrijfswoningen en een uitsterfconstructie toe te passen voor de bestaande bedrijfswoningen. Bestaande bedrijfswoningen worden als zodanig bestemd.

Het onderhavige plan sluit niet aan op bovenstaand beleid (zie hoofdstuk 5 Juridische vormgeving). De bestaande rechten op de bouw van nieuwe bedrijfswoningen uit de vroeger vigerende bestemmingsplannen worden gehandhaafd en nieuwe bedrijfswoningen worden toegelaten op percelen waarop zij momenteel nog niet aanwezig zijn.

Welstandsnota

De gemeenteraad van Hof van Twente heeft voor de hele gemeente een welstandsnota vastgesteld met criteria voor de welstandstoets. Daarbij is zowel het buitengebied als de kernen ingedeeld in verschillende gebieden aan de hand van karakteristieken van de bestaande bebouwing. Per gebied zijn criteria opgesteld die door de welstandscommissie worden gebruikt bij het beoordelen van aanvragen om vergunning. Daarbij wordt onder andere gelet op de plaats, de hoofdvorm en de detaillering. Er zijn geen welstandsvrije gebieden. Naast de gebiedscriteria zijn objectgerichte criteria opgesteld die niet voor een gebied, maar voor een bouwwerk gelden. Het gaat dan om regels voor bijvoorbeeld monumenten, landgoederen en serrestallen.

Het plangebied valt in de welstandsnota onder de gebiedscategorie 'Bedrijventerreinen'.

Gemeentelijk mobiliteitsplan

De gemeente heeft in december 2007 een mobiliteitsplan vastgesteld. Dit plan biedt een overzicht van maatregelen op verkeersgebied die erop gericht zijn om de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de veiligheid van de bewoners en de bedrijven te verbeteren. Dit plan biedt tevens een kader waaraan ruimtelijke plannen met betrekking tot deze aspecten kunnen worden getoetst. In het bijbehorende maatregelenpakket wordt het beleid naar de praktijk vertaald.

Relevante doelstellingen zijn de volgende:

  • het wegen- en stratennet wordt duurzaam veilig ingericht en heringericht;
  • het fietsverkeer wordt gestimuleerd, het fietsroutenetwerk wordt verbeterd;
  • bij nieuwbouwplannen wordt een parkeertoets en een mobiliteitstoets uitgevoerd.

Met deze doelstellingen wordt bij het beheer, de inrichting en de eventuele ontwikkelingen in het plangebied rekening gehouden.

Verder gelden voor het vrachtwagenverkeer van en naar bedrijventerreinen de volgende specifieke doelstellingen:

  • De bereikbaarheid van bedrijventerreinen moet gewaarborgd blijven en, waar mogelijk en noodzakelijk, worden verbeterd. Het gaat daarbij om een goede directe ontsluiting van verkeer en vrachtverkeer naar het hoofdwegennet, zodat dit (vracht)verkeer niet (meer) door de woonwijken rijdt als het daar niet thuis hoort.
  • Vanwege de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en de verkeersveiligheid moet het parkeren en laden en lossen op eigen terrein plaatsvinden en niet op de openbare weg.
  • Ten slotte streeft de gemeente ernaar om op het gemeentelijke grondgebied geen reguliere routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vast te stellen.

Waterbeleid

Het gemeentelijk waterbeleid is vastgelegd in het Waterplan Hof van Twente (2004) en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2008-2012 (2009). Hieronder wordt een samenvatting gegeven van deze plannen.

Waterplan Hof van Twente (2004)

Het waterplan is een overkoepelend beleidsstuk over het waterbeheer in de gemeente Hof van Twente dat ook door de waterbeheerders – de waterschappen Regge en Dinkel en Rijn en IJssel en drinkwaterleidingbedrijf Vitens is vastgesteld. Het waterplan geeft een visie hoe het watersysteem binnen de gemeente over ongeveer 25 jaar er uit ziet en welke maatregelen er op korte en lange termijn daarvoor nodig zijn. De visie wordt op basis van drie invalshoeken beschreven, te weten:

  • Twents landschap

Water speelt een belangrijke rol in het gevarieerde en kleinschalige landschap. Het water is zo ingericht dat meerdere functies tegelijk kunnen vervullen. Het waterbeheer sluit zoveel mogelijk aan bij de natuurlijke omstandigheden, zoals hoogteligging, grondwaterstroming en bodemsoort.

  • Ruimte voor water

De visie is gericht op het ontwikkelen van een robuust en veerkrachtig watersysteem met als doel wateroverlast en verdroging zoveel mogelijk te voorkomen. Om dit te bereiken is er voldoende ruimte nodig voor het vasthouden en tijdelijk bergen van water. Voor de verbetering van de waterkwaliteit dienen de vervuilende lozingen te worden beperkt. Door het afkoppelen van schoon hemelwater van de riolering wordt de emissie door lozingen vanuit riooloverstorten en rioolwaterzuiveringen gereduceerd.

  • Beleving van water

In de woon- en werkomgeving is water zichtbaar, bereikbaar en veilig voor bijvoorbeeld vissers en wandelaars. Zichtbaar water dat beleefd wordt, is er niet alleen om van te genieten, maar ook er van bewust van te zijn. Om dit te bereiken wordt het hemelwater bij voorkeur met bovengrondse voorzieningen ingezameld en geïnfiltreerd.

Gemeentelijk Rioleringsplan 2008-2012 (GRP)

In de Waterwet en de Wet milieubeheer zijn de gemeentelijke watertaken geregeld. Deze taken hebben betrekking op de gemeentelijke zorgplicht voor:

  • inzameling en transport van stedelijk afvalwater.
  • het inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater.
  • grondwater(maatregelen).

De doelmatige uitvoering van deze zorgplichten is in het GRP vastgelegd en gaat uit van de volgende principes:

De trits “vasthouden - bergen - afvoeren” houdt in dat in eerste instantie getracht wordt het (gebiedseigen) water in de bodem te infiltreren. Indien dit niet mogelijk is dient het afstromend regenwater lokaal te worden geborgen in vijvers en watergangen. Pas in de laatste instantie kan overwogen worden het water (zo traag mogelijk) af te voeren naar de omgeving.

De trits “schoonhouden - scheiden - schoonmaken” omvat ten eerste het niet toelaten dat de kwaliteit van water verslechtert (schoon houden), vervolgens het gescheiden houden van schone en vuile waterstromen en als laatste het zuiveren (schoonmaken) van verontreinigd water. Door water schoon te houden en vuile waterstromen zoveel mogelijk gescheiden te houden kan de omvang van te zuiveren water worden beperkt en tevens het zuiveringsrendement te worden verhoogd.

In het GRP zijn de gemeentelijke zorgplichten nader gedefinieerd.

  • Lozingen van stedelijk afvalwater worden zoveel mogelijk aangesloten op het openbaar vuilwaterriool. De emissie naar bodem, grond- en/of oppervlaktewater wordt zo veel mogelijk voorkomen.
  • De gemeente stemt de verwerking van het hemelwater af op aard, samenstelling en hoeveelheid. Op lokaal niveau wordt een integrale afweging gemaakt ten aanzien van inzameling en verwerking van hemelwater, waarbij onder ander ruimtelijke aspecten, kosten en verkeersveiligheid een rol spelen. Particulieren kunnen daarom worden opgedragen het overtollige hemelwater op hun perceel te verwerken.
  • Om structureel nadelige gevolgen van hoge grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of te beperken, treft de gemeente in openbaar gemeentelijk gebied maatregelen. Deze maatregelen zijn doelmatig en behoren niet tot de zorg van het waterschap. Maatregelen in particulier gebied behoren tot de zorgplichten van de eigenaar.

De uitvoering van het bestemmingsplan vindt plaats met inachtneming van hierboven vermelde uitgangspunten. Voor een nadere beschrijving hiervan wordt verwezen naar paragraaf 4.5.

Groenstructuurplan (2003)

Het gemeentelijke groenstructuurplan bevat een lange termijn visie op de inrichting en het beheer van het groen in de openbare ruimte. Groene elementen in de openbare ruimte hebben veelal een onderlinge samenhang en vormen zo een groenstructuur. Deze structuur hangt nauw samen met de stedenbouwkundige en ruimtelijke opbouw van een stad of dorp. Vaak is de aanwezigheid van groen gekoppeld aan rode functies (gebouwen) doordat het deze aankleedt of accent geeft. De relatie tussen groen en rood is dan ook een belangrijk aspect binnen een Groenstructuurplan.

Binnen de groenstructuur speelt de bomenstructuur een overheersende rol. Bomen zijn door hun ruimtelijke werking de meest beeldbepalende groenelementen en daarom sterk sfeerbepalend. Om die reden heeft de gemeente ook een aparte Bomenverordening waarin voorgeschreven wordt hoe moet worden omgegaan met het 'Bewaren van houtopstanden'.

Verder zijn ook vakbeplantingen, gazons en waterelementen van betekenis binnen de groenstructuur. Een belangrijke opgave van het Groenstructuurplan is om alle groene en blauwe onderdelen te integreren tot een samenhangend geheel dat op basis van één visie wordt beheerd en ontwikkeld.

De onderhavige actualisering van de geldende bestemmingsplannen in het plangebied past binnen het geformuleerde beleid.

Landschapsontwikkelingsplan Haaksbergen en Hof van Twente

Uitgaande van de huidige kwaliteiten van het landschap is een landschapsontwikkelingsvisie opgesteld en vastgesteld in 2005. Per landschapstype is aangegeven welk kenmerken dienen te worden behouden en/of versterkt. De uitwerking is gebaseerd op vier thema's:

  • behoud en versterking van waardevolle ensembles; behoud, herstel, aanleg en onderhoud van een samenhangend patroon van landschapselementen (beplantingen inclusief lanen, historische elementen met name in het kampenlandschap, open essen en erfbeplantingen) is het speerpunt;
  • landschappelijke versterking van het watersysteem;
  • zorg voor het agrarisch werklandschap; dit doel uit zich met name in het behouden van relicten van het voormalige kampenlandschap, zonder de patronen te willen herstellen;
  • inpassen van kernen en routes.

Nieuwe ontwikkelingen dienen getoetst te worden aan deze visie. Inrichtingsvoorstellen krijgen als leidraad deze visie mee.

Deze thema's worden vertaald naar concrete maatregelen, variërend van aanpassing van waterlopen tot verbrede landbouw en onderhoud van bestaande landschapselementen. Het plangebied wordt in het landschapsontwikkelingsplan van de gemeente Hof van Twente aangeduid als deel van een landelijke kern. Door het plangebied ligt de Goorsestraat, een van de belangrijkste gemeentelijke interlokale wegen. Het beleid van het landschapsontwikkelingsplan is erop gericht om deze wegen, die ook als entrees van de verschillende dorpen functioneren, zorgvuldiger in te richten. Ook de randen van de kernen, waaronder de buitenrand van het bedrijventerrein 't Wegdam, verdient zorg, en waar mogelijk en noodzakelijk, dient de bestaande afschermende groenstructuur te worden verbeterd.

Monumentale bomenlijst

Het college van B&W heeft een lijst met monumentale bomen in Hof van Twente vastgesteld. De status van een monumentale boom is sterk en is vastgelegd in de Bomenverordening. Voor een monumentale boom wordt in beginsel geen kapvergunning afgegeven. De bomenlijst is dynamisch. Nieuwe bomen en boomgroepen kunnen aan de lijst toegevoegd worden en ook kunnen houtopstanden eraf worden gehaald. De lijst bestaat nu uit ongeveer 320 monumentale houtopstanden. Ten behoeve van deskundige advisering omtrent de monumentale bomen heeft het college een Bomencommisie aangesteld.

In de toelichting op de Bomenverordening wordt een bepaalde wijze van bestemmen van de monumentale bomen voorgeschreven. In het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan zijn geen monumentale bomen aanwezig die planologisch moeten worden beschermd.

Woonvisie 2009-2013 'Groeien in kwaliteit'

In april 2009 heeft de gemeente Hof van Twente een woonvisie voor de periode 2009-2013 vastgesteld. De gemeente staat voor een grote opgave. De komende jaren zal de bevolking verder vergrijzen, waardoor er een einde komt aan een periode van geleidelijke bevolkingsgroei. De gemeente wil een zo goed mogelijk woonklimaat bieden aan de bestaande inwoners.

De woonvisie vormt een actuele basis om samen met andere partijen op de woningmarkt te zorgen dat ook in de toekomst alle inwoners van de Hof van Twente naar wens kunnen blijven wonen. Concreet wordt ingezet op het bouwen voor de eigen woningbouwbehoefte. De bijlage bij de woonvisie bevat een dynamisch woningbouwprogramma dat per kern en per project inzicht geeft in de verdeling naar sector (huur, koop, kaveluitgifte) en doelgroep (starters, ouderen/ zorg, overig).

Voor dit bestemmingsplan heeft de woonvisie geen concrete uitgangspunten. Het bestemmingsplan is voor wat betreft de woningen die zijn toegelaten binnen de bestemming "Wonen" conserverend van aard. Wel wordt de bouw van nieuwe bedrijfswoningen mogelijk gemaakt op daarvoor aangewezen locaties waar deze woningen nog niet zijn gebouwd op basis van de bestaande rechten daartoe uit de vigerende bestemmingsplannen. Binnen de grenzen van het bestemmingsplan is verder ruimte voor een eventuele gewenste kwaliteitsverbetering van de burgerwoningen en de bedrijfswoningen.

Bodembeleid

De gemeente heeft in het Bodembeleidsplan haar beleid ten aanzien van bodemverontreiniging uiteengezet. De ambitie van de gemeente is om bodemverontreinigingen te voorkomen en de bodem geschikt te houden voor toekomstige ontwikkelingen. Ten tweede heeft de gemeente de ambitie om bodemaspecten tijdig mee te nemen in planvorming.

De gemeente geeft prioriteit aan het opheffen van bodemverontreinigingen die actuele risico's opleveren voor mensen of milieu. De gemeente besteedt in het bijzonder aandacht aan de mogelijke aanwezigheid van asbest in de bodem. Hiervoor wordt verwezen naar het asbestbeleid en de asbestsignaleringskaart.

Voor een nadere beschrijving van de wijze waarop in het kader van dit bestemmingsplan wordt omgeaan met de zorg voor bodemkwaliteit wordt verwezen naar paragraaf 4.2.

Nota gemeentelijk geluidbeleid

De gemeenteraad heeft op 22 maart 2011 de gemeentelijke geluidnota 2011 - 2012 vastgesteld. De nota bevat in hoofdlijnen het gemeentelijk geluidbeleid voor de komende 10 jaar met betrekking tot industrielawaai, wegverkeerslawaai en bouwlawaai. De nota werkt niet rechtsreeks door in ander gemeentelijk beleid, maar vormt een afstemmingskader tussen diverse beleidsvelden.

Op grond van de nota is het gemeentelijk grondgebied in gebiedstypen ingedeeld. De nota bevat uitspraken met betrekking tot het gewenste ambitieniveau (voorkeurswaarde) voor de dag-, avond- en nachtperiode en het maximale toelaatbare geluidniveau ten gevolge van industrielawaai en wegverkeerslawaai voor nieuwe situaties in die gebieden.

Bestaande situaties

Aanscherping van geluidnormen voor bestaande situaties vindt in beginsel niet plaats, tenzij lokale vraagstukken daarom vragen.

Beleidsambities voor bedrijventerreinen zonder geluidszone

Voor nieuwe situaties gelden ten aanzien van de geluidsniveaus waarnaar gestreefd moet worden op niet-gezoneerde bedrijventerreinen de volgende beleidsambities.

De geluidambitie voor industrielawaai op niet gezoneerde bedrijventerreinen is 45 dB(A), 40 dB(A) en 35 dB(A) voor de dag-, avond- en nachtperiode en de plafondwaarden bedragen 50 dB(A), 45 dB(A) en 40 dB(A) voor de dag-, avond en nachtperiode.

Niet representatieve bedrijfsactiviteiten worden na een bestuurlijke afweging uitgezonderd van voorschriften. Dit betreft activiteiten zoals het laden- en lossen op het terrein van de inrichting.

De geluidsambitie voor verkeerslawaai op niet-gezoneerde bedrijventerreinen is 43 dB met als plafondwaarde 58 dB.

Beleidsambitie met betrekking tot maximale geluidniveaus

In die gevallen waarin niet aan de streefwaarden kan worden voldaan, worden na goede motivatie de volgende hogere maximale geluidniveaus LAmax vergund:

  • 70 dB(A) voor de dagperiode (7.00 uur - 19.00 uur);
  • 65 dB(A) voor de avondperiode (19.00 uur - 23.00 uur);
  • 60 dB(A) voor de nachtperiode (23.00 uur - 7.00 uur).

Een verhoging van voornoemde geluidwaarde in de dagperiode met 5 dB wordt uitsluitend toegestaan als sprake is van een situatie waarin gemotiveerd is aangetoond dat technische noch organisatorische maatregelen het geluidniveau kunnen beperken.

Vergunningen Wabo

Voor vergunningplichtige bedrijven wordt de geluidnormstelling vastgelegd in de omgevingsvergunning onderdeel milieu. Op grond van de Wet milieubeheer moet eerst worden getoetst of het principe van de Beste Beschikbare Technieken (BBT) wordt toegepast. Als wordt voldaan aan de BBT-toets worden in beginsel de ambitiewaarden uit deze nota overgenomen in de geluidvoorschriften.

Als na toepassing van het beginsel BBT een geluidbelasting resteert boven de ambitiewaarde, maar onder de plafondwaarde dan wordt een bestuurlijke afweging gemaakt.

Activiteitenbesluit

Bedrijven die vallen onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim ook wel genoemd Activiteitenbesluit) moeten voldoen aan de algemene geluidnormstelling die behoort bij het Activiteitenbesluit. Daarbij bestaat de mogelijkheid om zogenaamde maatwerkvoorschriften te stellen die afwijken van reguliere normen.

Nota externe veiligheid

De gemeente heeft haar beleid ten aanzien van externe veiligheid vastgelegd in de nota “Bewuste veiligheid op maat”. Binnen de gemeente zijn een aantal risicovolle inrichtingen aanwezig. Op de site www.risicokaart.nl is een actueel overzicht van de risicovolle bedrijven te vinden. Ten aanzien van nieuwvestiging van zwaardere en risicovolle bedrijvigheid stelt de gemeente zich terughoudend op. Verder moet met name bij gevoelige functies, rekening gehouden worden met het vervoer van gevaarlijke stoffen via de weg, het spoor, het water of buisleidingen. Het voorliggende plan past binnen het geformuleerde beleid.

Archeologiebeleid

Op 1 januari 2010 is het gemeentelijke archeologiebeleid in werking getreden. Op de bijbehorende archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart is aangegeven welke gebieden een lage, een middelhoge en een hoge archeologische verwachtingswaarde hebben. Verder zijn ook de terreinen met bekende archeologische waarden in beeld gebracht (de archeologische monumenten). Afhankelijk van de verwachtingswaarde dient bij bouwplannen en ingrepen in de grond met een bepaalde omvang en diepte archeologisch vooronderzoek plaats te vinden.

  • Historische kern: bij verstoringen dieper dan 40 cm en een oppervlakte van 50 m2 of meer;
  • Hoge verwachting: bij verstoringen dieper dan 40 cm en een oppervlakte van 2500 m2 of meer;
  • Middelhoge verwachting: bij verstoringen dieper dan 40 cm en een oppervlakte van 5000 m2 of meer;
  • Lage verwachting: bij verstoringen dieper dan 40 cm en een oppervlakte van 10 ha of meer.

Dit beleid dient vertaald te worden in de planregels van de bestemmingsplannen die in procedure worden gebracht.

Plangebied

Een groot deel van het plangebied heeft een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Ter bescherming van deze waarden zijn dubbelbestemmingen opgenomen op de verbeelding. Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk waarbij bodemingrepen worden beoogd met een diepte en oppervlakte die archeologisch onderzoek nodig maken.