Plan: | De Nieuwe Rietgraaf - Rietgraaf |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.319OOSTwpnwrietgr-VSG1 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan De Nieuwe Rietgraaf - Rietgraaf van de gemeente Overbetuwe;
het bestemmingsplan 'De Nieuwe Rietgraaf' met identificatienummer NL.IMRO.1734.0013OOSTrietgraaf-ONHE, vastgesteld door de gemeenteraad van Overbetuwe op 26 januari 2010 en onheroepelijk geworden op 01 maart 2012;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1734.319OOSTwpnwrietgr-VSG1 met de bijbehorende regels;
voor de overige begripsbepalingen wordt verwezen naar het bestemmingsplan 'De Nieuwe Rietgraaf' met identificatienummer NL.IMRO.1734.0013OOSTrietgraaf-ONHE, vastgesteld door de gemeenteraad van Overbetuwe op 26 januari 2010 en onheroepelijk geworden op 01 maart 2012;
dit plan wijzigt de verbeelding met nummer NL.IMRO.1734.0013OOSTrietgraaf-ONHE van het bestemmingsplan 'De Nieuwe Rietgraaf', vastgesteld door de gemeenteraad van Overbetuwe op 26 januari 2010 en onheroepelijk geworden op 01 maart 2012, overeenkomstig de wijze zoals vervat in de verbeelding behorend bij dit plan;
De regels van artikel 2 Wijze van meten van het moederplan en de herziening daarop zijn van overeenkomstige toepassing.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende:
Met dien verstande dat niet zijn toegestaan:
Waar de in dit artikel bedoelde gronden samenvallen met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' zijn deze gronden primair bestemd voor de bescherming van archeologische waarden en is het bepaalde in artikel 4 van toepassing.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
dient een groepsrisico te worden gehanteerd, dat niet meer bedraagt dan 100 slachtoffers bij een kans van 10-6 per jaar;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en bouwpercelen alsmede de inrichting van de gronden voor wat betreft de aanleg en omvang van watergangen en -partijen, parkeer- en groenvoorzieningen en de aanleg en profilering van wegen indien dit noodzakelijk is:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:
mits:
Ontheffing zoals bedoeld onder 3.5.1 wordt slechts verleend indien:
Tot een strijdig gebruik met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de in de bijlage bij dit plan opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten te wijzigen, indien vernieuwde inzichten en/of technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.
De voor 'Waarde - Archeologie - Hoog', aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende (potentiële) archeologische waarden.
Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met Waarde - Archeologie - Hoog aangewezen gronden is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het voorzover zulks, gehoord de provinciaal archeoloog van de provincie Gelderland, verenigbaar is met het belang van het archeologisch belang.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het overleggen van een rapport van archeologisch onderzoek is echter niet vereist:
In verband hiermee kunnen voorts nadere eisen of ontheffingen dan wel wijzigingen als bedoeld in de uit te werken bestemming of bij de uitwerking daarvan worden toegepast.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de andere bouwwerken.
Verbod:
Het is verboden op of in deze gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien is gebleken dat de daar genoemde werken of werkzaamheden zoals genoemd in artikel 4.4.1 dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan zullen leiden tot een verstoring van de potentiële archeologische waarde.
Uitzonderingen:
Het verbod als bedoeld in lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde-Archeologie (geheel of gedeeltelijk) vervalt, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd dient vooraf een advies verkregen te zijn van de provinciaal archeoloog van Gelderland.
De voor 'Waarde - Archeologie - Middelhoog', aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende (potentiële) archeologische waarden.
Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met Waarde - Archeologie - Middelhoog aangewezen gronden is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het voorzover zulks, gehoord de provinciaal archeoloog van de provincie Gelderland, verenigbaar is met het belang van het archeologisch belang.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het overleggen van een rapport van archeologisch onderzoek is echter niet vereist:
In verband hiermee kunnen voorts nadere eisen of ontheffingen dan wel wijzigingen als bedoeld in de uit te werken bestemming of bij de uitwerking daarvan worden toegepast.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de andere bouwwerken.
Verbod:
Het is verboden op of in deze gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 5.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien is gebleken dat de daar genoemde werken of werkzaamheden zoals genoemd in artikel 5.4.1 dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan zullen leiden tot een verstoring van de potentiële archeologische waarde.
Uitzonderingen:
Het verbod als bedoeld in lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde-Archeologie (geheel of gedeeltelijk) vervalt, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd dient vooraf een advies verkregen te zijn van de provinciaal archeoloog van Gelderland.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van het plan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij de verlening van de ontheffing voorwaarden stellen ten aanzien van:
De in lid 7.1 genoemde ontheffingen mogen slechts worden verleend indien:
Dit plan kan worden aangehaald als het wijzigingsplan De Nieuwe Rietgraaf - Rietgraaf van de gemeente Overbetuwe.