direct naar inhoud van Artikel 3 Dienstverlening
Plan: Elst, Woongebied Linge- en Lanenbuurt
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0153ELSTwstaam2013-ONHE

Artikel 3 Dienstverlening

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. administratieve, zakelijke en/of financiële dienstverlening;
  • b. ten minste 3 parkeerplaatsen per 100 m² bedrijfsvloeroppervlak administratieve, zakelijke en/of financiële dienstverlening;
  • c. voet- en fietspaden, speeltoestellen en straatmeubilair;
  • d. gebouwen en bouwwerken ten dienste van de bestemming, waaronder begrepen bouwwerken voor openbaar nut, zoals een abri al dan niet met fietsenstalling, telefooncellen, (ondergrondse) afvalcontainers, verlichtingsarmaturen en bebording;
  • e. wateraanvoer en -afvoer, sierwater, waterberging, taluds en groenvoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. in afwijking van het genoemde onder a mogen ondergeschikte bouwdelen buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. in afwijking van het genoemde onder a mogen gebouwen ten behoeve van parkeren en opslag buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • d. de gebouwen zoals bedoeld onder c dienen in zijn geheel onder peil te worden gebouwd;
  • e. per bouwvlak mag maximaal één hoofdgebouw worden gebouwd;
  • f. in afwijking van het genoemde onder e mag in het bouwvlak met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' maximaal twee hoofdgebouwen worden gebouwd;
  • g. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dienen onderdelen van de gevel van het hoofdgebouw in de gevellijn en de gehele gevel in een strook van maximaal 2 m achter de genoemde gevellijn en evenwijdig hieraan - dan wel haaks hierop bij verspringen in de gevel - te worden gebouwd;
  • i. indien ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' twee hoofdgebouwen worden gebouwd, dan geldt het volgende:
    • 1. voor één van deze hoofdgebouwen geldt dat, in afwijking van het genoemde onder h, dit hoofdgebouw op minimaal 2 m achter en evenwijdig aan de aangegeven gevellijn dient te worden gebouwd. Bovendien dient de gehele gevel van voornoemd hoofdgebouw zich in een strook van maximaal 2 m achter de voorzijde van voornoemde gevel en evenwijdig hieraan - dan wel haaks hierop bij verspringen in de gevel te worden gebouwd;
    • 2. voor het andere hoofdgebouw geldt het genoemde onder h;
  • j. indien in een bouwvlak twee hoofdgebouwen worden gebouwd, bedraagt de afstand tussen deze hoofdgebouwen minimaal 10 m;
  • k. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • l. het aantal bouwlagen van de hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' aangegeven aantal bouwlagen;
  • m. bijgebouwen mogen uitsluitend achter, dan wel achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • n. het totaal oppervlak aan bijgebouwen gelegen buiten het bouwvlak mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 30 m²;
  • o. het oppervlak per bijgebouw gelegen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 15 m²;
  • p. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3,5 m.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende maximum bouwhoogten:

  • a. van tuinmeubilair: 2 m;
  • b. van erfafscheidingen voor de voorgevel van een hoofdgebouw: 1 m;
  • c. van erfafscheidingen achter de voorgevel van een hoofdgebouw: 1 m;
  • d. van speeltoestellen: 3 m;
  • e. van verlichtingsarmaturen: 8 m;
  • f. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.