direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - Hovenier
Plan: Sportcomplex De Pas te Elst
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0103ELSTsportdepas-ONHE

Artikel 4 Bedrijf - Hovenier

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor Bedrijf - Hovenier aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hoveniersbedrijf;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "geluidscherm", een geluidscherm;

één en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de doeleinden.

4.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:

  • a. Detailhandel

Detailhandel is uitsluitend toegestaan als nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen.

  • b. Niet-zelfstandige kantoren

Uitsluitend zijn niet-zelfstandige kantoren toegestaan.

  • c. Bedrijfswoning

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning", is een bedrijfswoning toegestaan.

  • d. Parkeergelegenheid

Op eigen terrein dient voldaan te worden aan de volgende parkeernorm (CROW publicatie 182, parkeercijfers - basis voor parkeernomering, 3e druk september 2008):

arbeidsextensieve/ bezoekersextensieve bedrijven:   0,8 tot 0,9 per 100 m² bvo.  

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" is één bedrijfswoning toegestaan;
  • c. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan in het bouwvlak, met de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” is aangegeven, met uitzondering van het bepaalde in sub f, g en h;
  • d. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m³;
  • e. de goothoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • f. de bouwhoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • g. voor bijgebouwen bij de bedrijfswoning geldt het volgende:
    • 1. de bebouwde oppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m²;
    • 2. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3 m;
    • 3. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 5 m.

4.2.3 Ondergrondse gebouwen

Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. ondergrondse gebouwen (kelders) zijn uitsluitend toegestaan daar waar bovengrondse gebouwen aanwezig zijn;
  • b. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag ondergronds.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "geluidscherm" is een geluidscherm toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 3 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 6 m.

4.2.5 Bestaande bouwwerken

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde het volgende:

  • a. indien en voorzover de bestaande maatvoering, afstanden en/of oppervlaktes van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de voorgeschreven maxima, dan wel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum;
  • b. indien de bestaande situering afwijkt van deze regels, is ook de bestaande situering toegestaan.

4.2.6 Bouwvlakoverschrijding ondergeschikte bouwdelen

Overschrijding van het bouwvlak is toegestaan voor ondergeschikte bouwdelen, mits het bouwdeel ondergeschikt is en het een overschrijding betreft van maximaal 0,5 m.

4.2.7 Bebouwd oppervlak

Voor de bebouwde oppervlakte geldt het volgende:

  • a. de bebouwde oppervlakte aan kassen mag niet meer bedragen dan 500 m²;
  • b. de totale bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 1100 m².

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r.;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. het anders dan inpandig opslaan van voer- en vaartuigen en andere producten en stoffen;
  • d. detailhandel, met uitzondering van detailhandel als bedoeld in 4.1.2 onder a;
  • e. zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft bijgebouwen.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Ander bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.1voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mits:

  • a. het bedrijf is opgenomen in categorie 1 of 2 van de als bijlage opgenomen Lijst van Bedrijfsactiviteiten dan wel het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2;
  • b. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • c. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden aangetast;
  • d. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.

4.4.2 Mantelzorg

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.3 in verband met het gebruik van een deel van de woning en bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, mits:

  • a. de oppervlakte maximaal 75 m² bedraagt;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

4.4.3 Intrekken vergunning mantelzorg

Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning als bedoeld in 4.4.2 in, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Wijzigingsbevoegdheid "wonen"

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, deze bestemming wijzigen in de bestemming wonen teneinde de bedrijfswoning te wijzigen naar een reguliere woning en eventueel de daarbij behorende gronden. Hierbij wordt voldaan aan het volgende:

  • a. het bestaande aantal woningen mag niet worden vergroot, met dien verstande dat na woningsplitsing twee woningen zijn toegestaan, mits:
  • 1. de te splitsen woning met eventueel bestaande inpandige bedrijfsruimten, een inhoud heeft van minimaal 800 m³;
  • 2. de gesplitste woningen een inhoud hebben van minimaal 400 m³;
  • 3. de oppervlakte of inhoud van de gesplitste woningen niet wordt vergroot;
  • b. bijgebouwen zijn toegestaan tot een oppervlakte van 75 m² per woning;
  • c. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • d. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • e. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woning.