direct naar inhoud van 4.4 Water
Plan: RvR Kanaal O.Z. 13a en naast Steendervalsweg 55
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.KanaalOZ13aDR-VST1

4.4 Water

Op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen. Deze doet verslag van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. De paragraaf is het resultaat van overleg tussen de gemeente en het waterschap.

Sinds 1 november 2003 is het verplicht plannen in het kader van de Wet op de ruimtelijke ordening te toetsen op water. Het doel van deze "watertoets" is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen. De waterhuishouding bestaat uit de overheidszorg die zich richt op het op en in de bodem vrij aanwezige water, met het oog op de daarbij behorende belangen. Zowel het oppervlaktewater als het grondwater valt onder de zorg voor de waterhuishouding. Naast veiligheid en wateroverlast (waterkwantiteit) worden ook de gevolgen van het plan voor de waterkwaliteit en verdroging onderzocht. De belangrijkste beleidsdocumenten op het gebied van de waterhuishouding zijn de Vierde Nota Waterhuishouding, Anders omgaan met water: Waterbeleid in de 21e eeuw, de Europese Kaderrichtlijn Water, Beleidslijn Ruimte voor de rivier en de Nota Ruimte.

Het waterschap zoekt naar duurzame oplossingen. Het waterschap wil dat het water zoveel mogelijk binnen een plangebied wordt vastgehouden en dat relatief schoon water ook relatief schoon blijft. Een toename van het verharde oppervlak in risicogebieden of beekdalen wordt gecompenseerd met extra waterberging. Regenwater dat op verharde oppervlaktes valt en schoon genoeg is, zal zoveel mogelijk worden vastgehouden of geborgen. De laatste mogelijkheid is afvoeren via bestaande watergangen.

Bij de voorgenomen ontwikkeling is geen sprake van een toename in het verhard oppervlak. Er is namelijk sprake van een afname van het verhard oppervlak. In totaal wordt circa 1.950 m2 aan bijgebouwen gesloopt met daarbij nog een aantal m2 overige erfverharding en wordt circa 500 m2 teruggebouwd.

Op dit moment zijn de locaties middels een gescheiden systeem op de riolering aangesloten. Daarbij wordt het hemelwater in de bodem geïnfiltreerd, terwijl het afvalwater rechtstreeks op het riool wordt geloosd. De nieuwe woningen zullen eveneens op het gescheiden rioolstelsel worden aangesloten.

Bij de technische uitwerking van de (bouw)plannen zal het gebruik van uitlogende bouwmaterialen zoveel mogelijk worden vermeden, zodat de kwaliteit van het oppervlaktewater (en in relatie daarmee de bodem) niet wordt aangetast.

Wateradvies

De watertoets is op 24 juni 2011 bij het Waterschap Reest en Wieden ingediend. Het waterschap heeft op 30 juni 2011 een reactie gegeven.

Op basis van de digitale toetsing valt de voorgenomen ontwikkeling onder de normale procedure. Als onderdeel van de normale procedure beoordeelt het waterschap de informatie die is ingestuurd bij de digitale toetsing. Na bestudering van de informatie bij de ontwikkeling en het maken van een afweging komt de ontwikkeling in aanmerking voor de korte procedure.

Concreet betekent dit dat direct kan worden doorgegaan met de planvorming onder de voorwaarde dat de standaard waterparagraaf wordt toegepast. De standaard waterparagraaf is weergegeven in Bijlage 6 Standaard waterparagraaf. Hierbij moet worden opgemerkt dat de locatie Kanaal Oostzijde 13a is aangesloten op een rioolpersleiding. Bij de nieuwe bebouwing mag het hemelwater niet worden aangesloten op de rioolpersleiding, maar moet het hemelwater worden afgewaterd op het omringende oppervlaktewater. Indien de ontvangende sloot daar niet op is berekend, dan moet deze worden vergroot.

De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen conform de Handreiking Watertoets III. Waterschap Reest en Wieden geeft een positief wateradvies.