Plan: | RvR Kanaal O.Z. 13a en naast Steendervalsweg 55 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1731.KanaalOZ13aDR-VST1 |
De voorgenomen functieverandering heeft tot gevolg dat de geur- en ammoniakproductie verdwijnt en dat er woningen worden gerealiseerd. Omliggende bedrijven mogen geen negatieve gevolgen ondervinden van de voorgenomen ontwikkeling. Tevens mag de nieuwe functie geen hinder ondervinden van omliggende gevoelige functies. Bij de beoordeling op de effecten voor de omliggende agrarische bedrijven is in deze situatie met name het aspect geurhinder van belang.
Locatie Kanaal Oostzijde 13a te Drijber
De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) voorziet in extra mogelijkheden voor onderhavige situaties op locaties waar een agrarisch bedrijf wordt beëindigd, in dit geval dus de locatie Kanaal Oostzijde 13a. In artikel 14 Wgv is opgenomen dat wanneer een kavel op of na 19 maart 2000 in gebruik was als veehouderij, bij beëindiging van deze veehouderij en sloop van de gebouwen, de bestaande bedrijfswoning en de eventueel nieuw te bouwen woningen op de betreffende kavel, niet op geurbelasting hoeven te worden getoetst. Er geldt slechts een minimale afstand van 50 meter.
Op basis van artikel 14 Wgv geldt ten opzichte van agrarische bedrijven een vaste afstand van 50 meter. Op de locatie Kanaal Oostzijde 15 is een melkveehouderijbedrijf gevestigd waar melkvee en jongvee wordt gehouden. Het bedrijf ligt op circa 150 meter ten westen van het deelgebied. Aan deze afstandseis wordt voldaan. Voor melkvee en (bijbehorend) jongvee is in de Regeling geurhinder en veehouderij geen geuremissiefactor bepaald.
In verband met eventuele uitbreidingsmogelijkheden van intensieve veehouderijen, is ook nader gekeken naar de ligging ten opzichte van intensieve veehouderijen in de omgeving. De meest nabijgelegen intensieve veehouderij ligt op de locatie De Hullen 10 op een afstand van circa 460 meter. Ook is er een intensieve veehouderij op de locatie De Hullen 4 op een afstand van circa 650 meter (geschat emissiepunt van de vergunde maar nog niet gerealiseerde uitbreiding). De intensieve veehouderijen liggen dus op een grote afstand.
Locatie naast Steendervalsweg 55 te Mantinge
De nieuwe woning betreft een tweede bedrijfswoning bij het agrarisch bedrijf op de locatie Steendervalsweg 55. Aangezien het een bedrijfswoning van het agrarisch bedrijf is, is de milieuzone van dit bedrijf geen belemmering op de voorgenomen ontwikkeling.
Op circa 250 meter ten westen van het deelgebied is een bedrijf gevestigd. De afstand is dermate groot dat het deelgebied buiten de milieuzone van dit bedrijf ligt.
Op circa 290 meter ten oosten van het deelgebied ligt een agrarisch bedrijf. De meest nabijgelegen intensieve veehouderij ligt op de locatie De Hullen 10 op een afstand van circa 640 meter. Daarnaast is er een intensieve veehouderij op de locatie Streijenheugte 2 op een afstand van circa 870 meter. De afstanden zijn vrij groot.
Opgemerkt moet worden dat de agrarische bedrijven een flexibel bouwblok hebben. Echter, de afstanden zijn dermate groot dat wordt voldaan aan de normen van de Wgv en de geurverordening van de gemeente Midden-Drenthe.
Conclusie
Aangenomen wordt dat de voorgenomen ontwikkeling op de beide locaties geen belemmeringen oplevert voor de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving. Op basis van de afstanden kan ruimschoots worden voldaan aan de milieuzoneringen.
In het kader van de omgevingsvergunningprocedure zullen de initiatiefnemers bodemonderzoek laten uitvoeren.
Locatie Kanaal Oostzijde 13a te Drijber
Ondanks de realisering van een nieuw "geluidgevoelig object" in de zin van de Wet geluidhinder is geen akoestisch onderzoek uitgevoerd. De locatie bevindt zich namelijk aan het einde van een doodlopende weg. Er is geen sprake van doorgaand verkeer, maar enkel en alleen van bestemmingsverkeer. Qua aantallen is sprake van hooguit enkele verkeersbewegingen per etmaal. De maximaal toegestane geluidsbelasting zal logischerwijs dan ook niet worden overschreden.
Locatie naast Steendervalsweg 55 te Mantinge
Voor de locatie naast Steendervalsweg 55 is op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) wel een akoestisch onderzoek uitgevoerd (BVA, Akoestisch onderzoek Woningbouw Steendervalsweg 55, Mantinge, van 21 april 2011). Het akoestisch onderzoek is opgenomen in Bijlage 3 Akoestisch onderzoek Woningbouw Steendervalsweg 55, Mantinge. De locatie valt binnen de geluidszone van de Steendervalsweg die een maximumsnelheid van 80 km/uur heeft. Onderzocht is of voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van Lden 48 dB op de gevels van de te realiseren woonbebouwing ten gevolge van het verkeer op deze weg.
De berekeningen zijn uitgevoerd aan de hand van een contourenbepaling. Hiervoor is gekozen omdat in dit stadium van de planvorming de exacte positie van de nieuwe woning nog niet bekend is. Aan de hand van de contourenberekening kan worden bepaald waar de woning kan worden gebouwd zonder dat er bezwaren voortkomen uit de Wet geluidhinder (Wgh). De contouren zijn berekend door een rekengrid in te brengen. Een rekengrid is een verzameling ontvangerpunten op een bepaalde onderlinge afstand. Per ontvangerpunt wordt de geluidsbelasting vastgesteld. Rekenpunten met dezelfde geluidswaarden worden met elkaar verbonden waardoor contouren ontstaan. De berekeningen zijn uitgevoerd voor een waarneemhoogte van 7,5 meter (derde bouwlaag).
Op de afbeelding "Overzicht contouren 7,5 meter hoogte" zijn de contouren opgenomen van de Steendervalsweg met een waarneemhoogte van 7,5 meter (de zwaarst belaste hoogte).
Afbeelding: Overzicht contouren 7,5 meter hoogte
Uit het figuur blijkt dat de 48 dB-contour op circa 18 meter van de wegkant ligt, vergelijkbaar met de bouwlijn van de reeds aanwezige bebouwing langs de Steendervalsweg. Indien de woning op 18 meter of meer uit de wegkant wordt gerealiseerd, zal geen sprake zijn van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van Lden 48 dB. Opgemerkt wordt dat het afwijkende verloop van de contouren ter hoogte van bebouwing te maken heeft met de reflectie die deze bebouwing teweegbrengt.
Conclusie
In het geval van de locatie Kanaal Oostzijde 13a wordt de maximaal toegestane geluidsbelasting niet overschreden. Bij de locatie naast Steendervalsweg 55 dient de woning buiten de weergegeven contouren (op een afstand van 18 meter) te worden gerealiseerd. Gelet op het vorenstaande leidt het aspect "geluid" niet tot belemmeringen.
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening gehouden worden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, indien:
Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:
Het bestemmingsplan bevat niet een van deze ontwikkelingen, want het gaat slechts om de bouw van 2 woningen. Door de ontwikkeling die in het onderhavige bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, zal de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" verslechteren. Aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit wordt dan ook voldaan.
Conclusie
Vanuit het aspect luchtkwaliteit zijn geen belemmeringen voor het uitvoeren van de voorgenomen ontwikkeling.
Op 28 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. In dit Besluit zijn regels gesteld teneinde de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Bedrijven die onder dit besluit vallen zijn onder meer grote chemische bedrijven, lpg-tankstations en bedrijven die 10.000 kilo of meer aan chemicaliën opslaan. Het besluit verplicht gemeenten en provincies voortaan met veiligheidsnormen rekening te houden. Op basis van de "Risicokaart provincie Drenthe" blijkt dat in de directe omgeving van de locaties geen risicovolle bedrijven gevestigd zijn die vallen onder het Bevi.
De basis voor de risicobenadering bij het vervoer van gevaarlijke stoffen (over weg, water en spoor) ligt in "Omgaan met risico's". De algemene uitgangspunten zijn uitgewerkt in de "Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" (RNVGS). Sinds augustus 2004 is er sprake van een "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen". Met deze circulaire wordt het beleid als vervat in de RNVGS verder geoperationaliseerd en verduidelijkt. Als verplichte route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen kunnen rijks-, provinciale en gemeentewegen worden aangewezen. Omdat het initiatief geen invloed ondervindt van de nabijheid van een transportroute voor gevaarlijke stoffen, wordt hier verder geen aandacht aan besteed.
Verder dient voor wat betreft het aspect externe veiligheid bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening te worden gehouden met buisleidingen. Op de locaties en in de directe omgeving daarvan bevinden zich geen aardgastransportleidingen.
Conclusie
In het kader van het aspect externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling.