direct naar inhoud van Artikel 4 Leiding - Riool
Plan: Zwiggelte - Elperweg (grondgebonden agrarisch bedrijf)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.ElperwegagrbedrZW-VA01

Artikel 4 Leiding - Riool

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een strook ten behoeve van een ondergrondse rioolpersleiding;

met de daarbijbehorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
4.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de dubbelbestemming.

4.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, ten behoeve van het veilig en doelmatig functioneren van de leiding.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding, kan met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2 en toestaan dat de in de daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd, mits:
    • 1. vooraf advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:

a. het ophogen en afgraven van de gronden;

b. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting;

c. het aanleggen van oppervlakteverhardingen.

4.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 4.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

a. het normale onderhoud betreffen;

b. noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;

c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

4.5.3 Toetsingscriteria

De in lid 4.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een veilig en doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. vooraf een advies wordt ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken bij de leidingbeheerder.