direct naar inhoud van Artikel 21 Verkeer
Plan: Gulpen Wittem Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.17290000BPLBUI2009v1-

Artikel 21 Verkeer

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bewegend en stilstaand wegverkeer en de daarbij behorende voorzieningen, met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen;
  • b. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut;
  • c. groenvoorzieningen, ter aankleding van niet direct voor rijdend en stilstaand wegverkeer noodzakelijk gronden, zoals (midden)bermen;
  • d. straatmeubilair;
  • e. infiltratie en buffervoorzieningen, zoals hemelwaterbuffers en bergbezinkbassins;

en, ter plaatse van de op de plankaart aangeduide 'wegwatergang – overkluizing', voor:

  • f. primair water in de voor van wegwatergangen en overkluisde watergangen waarbij tevens de Keur van het waterschap van toepassing is.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 45.2.

21.2 Bouwregels
21.2.1 Algemeen

Boven, op of onder de tot 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik;
  • b. andere bouwwerken, met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
  • c. andere bouwwerken ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
  • d. andere bouwwerken ten behoeve van recreatieve voorzieningen;
  • e. andere bouwwerken behorende tot het straatmeubilair;
  • f. andere bouwwerken ten behoeven van onder- en bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water;
  • g. andere bouwwerken noodzakelijk voor de gescheiden boven- en ondergrondse inzameling van afvalstoffen
  • h. en ter plaatse van de aanduiding 'wegwatergang – overkluizing' andere bouwwerken die noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de wegwatergang of overkluizing.
21.2.2 Regels met betrekking tot het bouwen

Met betrekking tot het oprichten van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van die, welke bedoeld zijn onder b., mag ten hoogste 4.00 m bedragen;
  • b. de hoogte van lichtmasten, verkeerstekens en andere palen en masten mag ten hoogste 10.00 m bedragen.