direct naar inhoud van Artikel 19 Recreatie-Verblijfsrecreatie
Plan: Gulpen Wittem Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.17290000BPLBUI2009v1-

Artikel 19 Recreatie-Verblijfsrecreatie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  • b. horeca, ondergeschikt en inherent aan de verblijfsrecreatieve functie;
  • c. evenementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de plankaart, waarbij de regels uit de 'Kadernota evenementenbeleid gemeente Gulpen-Wittem' in acht worden genomen;
  • d. wonen in bedrijfswoningen,

en de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 45.2.

19.2 Bouwregels
19.2.1 Camping

19.2.1.1. Algemeen

Op de tot 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden met daarop een camping, zoals aangeduid op de plankaart, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. stacaravans ter plaatse van de aanduiding 'stacaravans';
  • b. vakantiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'vakantiewoning';
  • c. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het gebruik en onderhoud van de camping;
  • d. één bedrijfswoning, tenzij anders is aangeduid op de plankaart;
  • e. bijgebouwen, behorende bij een bedrijfswoning;

en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

19.2.1.2. Regels met betrekking tot gebouwen

Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde en een bedrijfswoning mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd, uitgezonderd het bepaalde onder d.;
  • b. stacaravans mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'stacaravans' worden gebouwd;
  • c. bij stacaravans mogen geen bijgebouwen worden opgericht;
  • d. sanitaire en daarmee vergelijkbare voorzieningen mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande, dat het bebouwingspercentage ten hoogste 3% mag bedragen;
  • e. indien niet in het bouwvlak wordt gebouwd dient de afstand tot de bestemming 'Verkeer' ten minste 10.00 m en tot de overige bestemmingen 3.00 m te bedragen.
  • f. de goothoogte van vakantiewoningen en gebouwen, geen woning zijnde mag ten hoogste 5.00 m bedragen;
  • g. gebouwen zullen met een kap van ten hoogste 50° worden afgedekt;
  • h. het vloeroppervlak van gebouwen in gebruik voor horeca dient ondergeschikt te zijn aan de hoofdbestemming;
  • i. een bedrijfswoning voldoet aan het bepaalde in artikel 24.2.

19.2.1.3. Regels met betrekking tot bijgebouwen

Met betrekking tot bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend bij de bedrijfswoning ten behoeve van de woonfunctie worden gebouwd;
  • b. het bijgebouw mag in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • c. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
  • d. het oppervlakte van bijgebouwen mag per bedrijfswoning ten hoogste 70 m² bedragen.

19.2.1.4. Overige regels

Voor het overige geldt de volgende regels:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 4.00 m bedragen. met uitzondering van:
    • 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen;
    • 2. de hoogte van palen, masten en verlichting, welke ten hoogste 10.00 m mag bedragen.
  • b. op eigen terrein dient in de parkeerbehoefte in voldoende mate te worden voorzien overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 45.3.
19.2.2 Bungalowpark Euverem

19.2.2.1. Algemeen

Op de tot 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden met daarop bungalowpark Euverem, zoals aangeduid op de plankaart, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. vakantiewoningen;
  • b. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het gebruik en onderhoud van de vakantiewoningen;

en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

19.2.2.2. Regels met betrekking tot gebouwen

Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. vakantiewoningen, gebouwen, geen woning zijnde en sanitaire voorzieningen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag ten hoogste 10% bedragen;
  • c. bij de vakantiewoningen mogen geen bijgebouwen worden opgericht;
  • d. de goothoogte van een vakantiewoning mag ten hoogste 4.00 m bedragen;
  • e. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde mag ten hoogste 5.00 m bedragen;
  • f. het vloeroppervlak van gebouwen in gebruik voor horeca dient ondergeschikt te zijn aan de hoofdbestemming.

19.2.2.3. Overige regels

Voor het overige geldt de volgende regels:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 4.00 m bedragen. met uitzondering van:
    • 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen;
    • 2. de hoogte van palen, masten en verlichting, welke ten hoogste 10.00 m mag bedragen.
  • b. op eigen terrein dient in de parkeerbehoefte in voldoende mate te worden voorzien overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 45.3.
19.2.3 Bungalowpark Landsrade

19.2.3.1. Algemeen

Op de tot 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden met daarop bungalowpark Landsrade, zoals aangeduid op de plankaart, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. vakantiewoningen;
  • b. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het gebruik en onderhoud van de vakantiewoningen;
  • c. één bedrijfswoning,
  • d. bijgebouwen, behorende bij een bedrijfswoning;

en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

19.2.3.2. Regels met betrekking tot gebouwen

Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. vakantiewoningen, gebouwen, geen woning zijnde en een bedrijfswoning mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bij de vakantiewoningen mogen geen bijgebouwen worden opgericht;
  • c. de goothoogte van een vakantiewoning mag ten hoogste 6.50 m bedragen;
  • d. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde mag ten hoogste 5.50 m bedragen;
  • e. gebouwen zullen met een kap van ten hoogste 50° worden afgedekt;
  • f. het vloeroppervlak van gebouwen in gebruik voor horeca dient ondergeschikt te zijn aan de hoofdbestemming;
  • g. een bedrijfswoning voldoet aan het bepaalde in artikel 24.2.

19.2.3.3. Regels met betrekking tot bijgebouwen

Met betrekking tot bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend bij de bedrijfswoning ten behoeve van de woonfunctie worden gebouwd;
  • b. het bijgebouw mag in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • c. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
  • d. het oppervlakte van bijgebouwen mag per bedrijfswoning ten hoogste 70 m² bedragen.

19.2.3.4. Overige regels

Voor het overige geldt de volgende regels:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 4.00 m bedragen. met uitzondering van:
    • 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen;
    • 2. de hoogte van palen, masten en verlichting, welke ten hoogste 10.00 m mag bedragen.
  • b. op eigen terrein dient in de parkeerbehoefte in voldoende mate te worden voorzien overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 45.3.
19.2.4 Vakantiewoningen

19.2.4.1. Algemeen

Op de tot 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden met daarop een vakantiewoning, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. één vakantiewoning per bouwperceel, tenzij in de bestaande situatie reeds meerdere vakantiewoningen aanwezig zijn of op de plankaart een ander maximum aantal is aangeduid;
  • b. op de locatie Slenakerweg 5 mogen nog 2 nieuwe vakantiewoningen worden gebouwd;
  • c. één bedrijfswoning per bouwperceel uitsluitend daar waar deze in de bestaande situatie aanwezig is;
  • d. bijgebouwen;

en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

19.2.4.2. Regels met betrekking tot het bouwvlak

Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd onder de voorwaarde dat in de parkeerbehoefte in voldoen mate wordt voorzien op eigen terrein overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 45.3;
  • c. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd;
  • d. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd;
  • e. iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen;
  • f. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt;
  • g. een bedrijfswoning voor het overige voldoet aan het bepaalde in artikel 24.2.

19.2.4.3. Regels met betrekking tot het bijbouwvlak

Met betrekking tot het bijbouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. in het bijbouwvlak mogen uitsluitend bijgebouwen en andere bouwwerken gebouwd worden;
  • b. in het bijbouwvlak mag in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • c. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
  • d. het oppervlakte van bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij de woning behorende bouwperceel bebouwd mag worden.

19.2.4.4. Overige regels

Voor het overige geldt de volgende regels:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 4.00 m bedragen. met uitzondering van:
    • 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen;
    • 2. de hoogte van palen, masten en verlichting, welke ten hoogste 10.00 m mag bedragen.
  • b. op eigen terrein dient in de parkeerbehoefte in voldoende mate te worden voorzien overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 45.3.
19.2.5 Groepskamperen

19.2.5.1. Algemeen

Op de tot 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden met daarop groepskamperen, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde ten behoeve van het recreatief verblijf van groepen;
  • b. één bedrijfswoning per bouwperceel;
  • c. bijgebouwen, behorende bij een bedrijfswoning;

en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

19.2.5.2. Regels met betrekking tot het bouwvlak

Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen mag ten hoogste 4.00 m bedragen;
  • c. gebouwen zullen met een kap van ten hoogste 50° worden afgedekt.

19.2.5.3. Overige regels

Voor het overige geldt de volgende regel:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 4.00 m bedragen. met uitzondering van:
    • 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen;
    • 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 10.00 m mag bedragen.
  • b. op eigen terrein dient in de parkeerbehoefte in voldoende mate te worden voorzien overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 45.3.
19.3 Nadere eisen
19.3.1

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • c. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing;

een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) en indachtig de regels zoals deze gesteld zijn in de POL-uitwerking BOM+.

19.3.2

De onder 19.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
19.4 Specifieke gebruiksregels
19.4.1 Gebruik van de gronden

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 40.1 wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als:

  • a. parkeren;
  • b. groen en/of tuin;
  • c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik;
  • d. camping, ter plaatse van de aanduiding 'camping' in de periode van 15 maart tot 1 november behoudens ter plaatse van de aanduiding 'winterkamperen' en de aanduiding 'stacaravans';
  • e. uitsluitend voor kamperen in tenten ter plaatse van het als zodanig aangeduide deel van het bestemmingsvlak op de plankaart;
  • f. uitsluitend als kampeerterrein ter plaatse van het als zodanig aangeduide deel van het bestemmingsvlak op de plankaart;
  • g. voor fietsverhuur, ter plaatse van de aanduiding 'fietsverhuur'.
19.4.2 Gebruik van de bebouwing

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 40.1 wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als:

  • a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • b. detail- en/of groothandel;
  • c. dagrecreatie anders dan van ondergeschikte betekenis;
  • d. camping of bungalowpark tenzij dit gebruik overeenkomstig de aanduiding op de plankaart is toegestaan;
  • e. horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis;
  • f. permanente bewoning, behoudens in een bedrijfswoning;
  • g. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.