direct naar inhoud van Artikel 17 Natuur
Plan: Gulpen Wittem Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.17290000BPLBUI2009v1-

Artikel 17 Natuur

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden,
  • b. bestaande parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding op de plankaart;
  • c. bestaande picknickvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding op de plankaart

en ter plaatse van de aanduiding Natura 2000-gebied, voor:

  • d. waarborging van de verschillende natuurwaarden zoals omschreven in het aanwijzingsbesluit LNV dienaangaande; bestaand agrarisch gebruik mag, met inachtneming van de bedoelde natuurwaarden worden voortgezet;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. extensief recreatief medegebruik.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 45.2.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen

Op de tot 'Natuur' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:

  • a. omheiningen en/of erfafscheidingen, uitsluitend in de vorm van draadomheiningen en/of draaderfafscheidingen, met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte ten hoogste 1.50 m mag bedragen.
17.3 Nadere eisen
17.3.1

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen.
  • b. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing;
17.3.2

De onder 17.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
17.4 Ontheffing van de bouwregels
17.4.1 Ontheffing aanleg bouwwerken met het oog op natuurbeheer

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken noodzakelijk met het oog op natuurbeheer, zoals een wildhut of observatiepost, en andere bouwwerken ter ondersteuning van het extensief recreatief medegebruik, mits de te beschermen natuurlijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad,

met dien verstande, dat:

  • a. de hoogte ten hoogste 4.00 m mag bedragen.
17.4.2 Procedure ontheffing

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 44.1 gegeven procedure.

17.5 Specifieke gebruiksregels
17.5.1 Gebruik van de gronden

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 40.1 wordt tenminste verstaan gebruik van de grond voor en/of als:

  • a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen;
  • b. parkeerterrein behoudens ter plaatse van de aanduiding op de plankaart;
  • c. sport- en wedstrijdterrein, ligplaats, speelweide, paardenbak, terras, tennisbaan en zwembad;
  • d. het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
  • e. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
  • f. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • g. het winnen van bosstrooisel en mos;
  • h. militaire oefeningen met uitzondering van marsoefeningen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen en voorzover het bestaande openbare wegen en paden betreft;
  • i. terrein voor het aanbrengen, het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclame-uitingen, behoudens het bepaalde in artikel 7 van de Grondwet;
  • j. het scheuren van grasland;
  • k. het opslaan van mest(stoffen);
  • l. het opslaan van hooi- en strobalen;
  • m. het oprichten van boogkassen, hagelnetten en teeltondersteunende voorzieningen;
  • n. nieuwvestiging van een niet grondgebonden agrarisch bedrijf;
  • o. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
17.6 Aanlegvergunning
17.6.1 Vergunningsplichtige werken of werkzaamheden

Het is verboden op of in de tot 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen;
  • c. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • e. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschroeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders;
  • f. het aanbrengen van hoog opgaande beplanting anders dan ten behoeve van de ecologische structuur of de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap;
  • g. het bebossen van gronden ten behoeve van de houtproductie;
  • h. het verrichten van exploratieboringen ten behoeve van de winning van de delfstoffen olie en gas;
  • i. het bemalen, draineren van gronden en het winnen van water of anderszins verlegen van de grondwaterstand.
17.6.2 Het bepaalde in 17.6.1 is niet van toepassing voor:
  • a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd
  • e. werken of werkzaamheden warvoor een vergunning is verleend vanuit de Natuurbeschermingswet;
  • f. werken of werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van een Beheerplan Natura 2000.
17.6.3

De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 17.6.1. zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.

17.6.4

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de in artikel 44.3 gegeven procedure.

17.7 Wijzigingsbevoegdheid
17.7.1 Wijziging naar de bestemming Water, Waterstaat – Beschermingszone

Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Water', ten behoeve van het aanleggen van watergangen, waaronder regenwaterbuffers, en het herinrichten van bestaande watergangen, mits:

  • a. de noodzaak daartoe in het kader van een adequaat waterhuishoudkundig beheer is aangetoond;
  • b. natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • c. ruimtelijke inpassing in het landschap verzekerd is;
  • d. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;

met dien verstande, dat:

  • 1. bij de wijziging in de bestemming 'Water' of de bestemming 'Waterstaat – Beschermingszone' voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 23 en 32 van deze regels.
17.7.2 Procedure wijziging

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de in artikel 44.2 gegeven procedure.