Plan: | Fietsverbinding en reconstructie N595 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1729.BPfietspadN595-VG01 |
Het bestemmingsplan 'Fietsverbinding en reconstructie N595' met identificatienummer NL.IMRO.1729.BPfietspadN595-VG01 van de gemeente Gulpen-Wittem.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen voor consumptie al dan niet ter plaatse, dan wel van hulpmiddelen om deze stoffen zelf te produceren. Als nevenactiviteit is sprake van het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse.
De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
Wetenschap die zich bezighoudt met de wisselwerking tussen planten en dieren en hun milieu.
Een tijdelijke activiteit in de openlucht aldan niet in tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, vermaak, culturele en/of levensbeschouwlijke doeleinden.
Vormen van recreatief medegebruik gericht op natuur- en landschapsbeleving.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Het planten, laten groeien en rooien van snel groeiende boomsoorten voor de productie van hout of houtvezels, in de vorm van een productiebos waarbij niet of slechts in beperkte mate sprake is van biodiversiteit.
Het (tijdelijk) onderwater zetten van laag gelegen land.
Een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Te handhaven gebouw of bouwwerk gezien de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse en gelet op de architectonische en/of cultuurhistorische waarde.
De aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
Niet-motorvoertuigen, fietsers, voetgangers, geleide-berijders van een dier en motorvoertuigen met een snelheidsbeperking tot 45 km/uur.
Alle op de plankaart als monument conform hoofdstuk 3 Erfoegdwet aangeduide zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, alsmede terreinen van algemeen belang wegens aanwezigheid daar van voornoemde zaken.
in andere gevallen:
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Hieronder wordt ook verstaan thuisprostitutie.
Het medegebruik van gronden voor routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren, en voor plaatsgebonden recreatieve activiteiten, zoals voor sportvisserij, alsmede voor route-ondersteunende voorzieningen en bestaande parkeergelegenheden, zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.
De kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
Een gelegenheid waarin beroepsmatig, bedrijfsmatig of in clubverband voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk porno-erotische aard plaatsvinden, en/of verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van porno-erotische aard plaatsheeft, en/of seksuele diensten/handelingen (van welke aard dan ook) worden verricht.
Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats, te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruik makend van fysieke middelen, zoals een kraam, wagen of een tafel.
Een bedrijf waar bedrijfsmatig psychoactieve middelen en/of benodigdheden voor de kweek van hennep en/of andere verdovende middelen te koop worden aangeboden, verstrekt of geleverd.
Een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de permanente huisvesting van één huishouding.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
De buitenwerks (tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren) gemeten afstand.
Vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
Het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
Vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1.50 m.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Op de tot 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het overige gelden de volgende regels:
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 17.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor en/of als:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt;
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Op de tot 'Natuur' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De onder 4.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 4.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken noodzakelijk met het oog op natuurbeheer, zoals een wildhut of observatiepost, en andere bouwwerken ter ondersteuning van het extensief recreatief medegebruik, mits de te beschermen natuurlijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad,
met dien verstande dat:
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 17.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor en/of als:
Het is verboden op of in de tot 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 4.6.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en, ter plaatse van de op de plankaart aangeduide 'specifieke vorm van verkeer - overkluizing', voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Boven, op of onder de tot 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Met betrekking tot het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Een evenement is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De eerste aanleg van verhardingen ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietspad' is uitsluitend toegestaan als de daarvoor vereiste natuurcompensatieopgave op grond van de beleidsregel 'Natuurcompensatie' van de Provincie Limburg is gerealiseerd.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
voor zover sprake is van niet permanent watervoerende watergangen, zijn de gronden op de momenten dat deze niet watervoerend zijn, mede bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Boven of op de tot 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Met betrekking tot het oprichten van bouwwerken gelden de volgende regels:
Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Water' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
De voor 'Leiding - ondergronds' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor ondergrondse leidingen voor gas-, rioolwater,- water-, en brandstoftransport, ter plaatse van de als zodanig aangeduide zone en voor de daarbij aangegeven breedte.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2..
Op de tot 'Leiding - ondergronds' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:
met dien verstande, dat:
Het bevoegd gezag kan, gehoord de leidingbeheerder, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 7.2. ten behoeve van het oprichten van bouwwerken welke ter plaatse conform de op de plankaart aangegeven bestemming mogen worden opgericht mits deze geen gevaar opleveren voor de leiding of aan het functioneren van de leiding geen afbreuk doen en/of door het aan de omgevingsvergunning verbinden van voorwaarden een en ander kan worden voorkomen.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 17.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor en/of als:
Het is verboden op of in de tot 'Leiding - ondergronds' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 7.5.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 7.5.1. zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Ter plaatse van wettelijk beschermde archeologische monumenten mag geen aantasting van de archeologische resten plaatsvinden.
Op de tot 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden die in Bijlage 2 Archeologische waardenkaart nader aangeduid zijn als archeologische verwachtingswaarden 'hoog', 'middelhoog' en 'AMK-terreinen' en ter plaatse van archeologische vindplaatsen dient archeologisch vooronderzoek uitgevoerd te worden als een bodemingreep dieper dan 30 cm beneden maaiveld plaatsvindt en:
Als uit het archeologische vooronderzoek blijkt dat geen archeologische waarden in het geding zijn, dan wel nadat door nader archeologisch onderzoek de aanwezige archeologische waarden veilig zijn gesteld, mag het planvoornemen in het kader van archeologie uitgevoerd worden.
Het is verboden op of in de tot 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 8.3.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 8.3.1. zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
Voor de werken of werkzaamheden als bedoeld onder 8.3.1 en voor zover betrekking hebbend op terreinen van hoge archeologische betekenis, waarbij de in de bedoelde gronden aanwezige oudheidkundige sporen meer dan in geringe mate worden aangetast, dient indien de mogelijkheid bestaat voorafgaand wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd te worden of dienen oudheidkundige waarnemingen te worden gedaan. Omtrent het toelaatbaar zijn van betreffende werken of werkzaamheden wordt vooraf advies bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ingewonnen.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en versterking van de cultuurhistorisch waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing) en patronen (verkavelingen, wegenpatronen, beplantingspatronen, stedenbouwkundig beeld), waaronder tevens wordt verstaan de nog in het landschap waarneembare taluds van het tracé van de oude Trambaan.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Het is verboden op of in de tot 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 9.2.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 9.2.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, cultuurhistorische en archeologische waarden
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Het is verboden op of in de tot 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 10.2.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 10.2.1. zijn slechts toelaatbaar:
De voor 'Waarde - Landschapselement' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en herstel van de in het buitengebied aanwezige landschapselementen en de daarmee samenhangende landschappelijke en natuurlijke waarden, alsmede het daarmee samenhangende waterbergend vermogen van de grond.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Het is verboden op of in de tot 'Waarde - Landschapselement' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 11.2.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 11.2.1. zijn slechts toelaatbaar:
De voor 'Waterstaat - beschermingszone water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren, zoals watergangen en regenwaterbuffers, overeenkomstig de Keur van Waterschap Limburg.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2
Op de voor Waterstaat - beschermingszone water''aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Boven of op de tot 'Waterstaat - beschermingszone water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van primaire wateren,
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,50 m bedragen.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2, ten behoeve van het oprichten van andere bebouwing binnen de 'Waterstaat - beschermingszone water', mits:
Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - beschermingszone water' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
De voor 'Waterstaat - Inundatiegebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de functie inundatiegebied (overstromingsgebieden).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet stijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Op de tot 'Waterstaat - Inundatiegebied' aangewezen gronden zijn geen aanvullende bouwregels van toepassing.
Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Inundatiegebied' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen (meandering).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
Op de tot 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn geen aanvullende bouwregels van toepassing.
Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Meanderzone' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de op de plankaart aangegeven bouwgrens wordt overschreden, behoudens overschrijdingen, die volgens deze regels zijn toegestaan.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder verboden gebruik, als bedoeld in 17.1, wordt naast het bepaalde in 17.3 tevens verstaan het gebruik van de gronden en bebouwing voor:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.1 als strikte toepassing van het voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - beschermingsgebied nationaal landschap zuid-limburg' dienen de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede voor het behoud en zo mogelijk versterking van de kernkwaliteiten van het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg, zijnde: het reliëf, het contrast tussen de open- en beslotenheid, het groene karakter en het cultuurhistorisch erfgoed. De regels ter bescherming van deze kernkwaliteiten, zoals vermeld in de Provinciale Omgevingsverordening Limburg, zijn op deze gronden van toepassing.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte van meer dan 20 m boven peil.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels ten aanzien van de bebouwing van niet voor bewoning bestemde gronden met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van het openbare nut met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de regels ten behoeve van het oprichten van antenne-installaties, met dien verstande dat deze voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de beleidsnotitie Mobiele Telecommunicatie van de gemeente Gulpen-Wittem (d.d. 11-01-2007)
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten aanzien van het afwijken van de voorgeschreven minimum en maximum maten mits:
In die gevallen waarin reeds uit hoofde van de regels in de respectievelijke artikelen een afwijking is verleend mag niet nogmaals op grond van onderhavige afwijkingsregel hiervoor een omgevingsvergunning worden verleend. Daarbij is de 10% afwijking reeds toegepast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-10%' en mag niet nogmaals worden toegepast.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de kaart, ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken, mits daardoor geen belangen van derden onevenredig worden geschaad.
Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid als genoemd in artikel 20.1 dient voldaan te worden aan de in de Wet ruimtelijke ordening bepaalde procedure.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, met name aan de orde bij wijzigingsbevoegdheden, blijft het belang van de dubbelbestemming overeind. De dubbelbestemming vormt het toegevoegde na te streven nieuwe beleid en levert als zodanig extra criteria op voor de uit te voeren toetsing bij de wijzigingsbevoegdheid. Kan bij wijziging niet aan deze criteria worden voldaan en/of wordt op enig vlak onevenredige schade aangebracht dan kan geen gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat, gelet op het totaalbeleid voor het grondgebied, dubbelbestemmingen gericht op het in stand houdend of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Uitzondering hierop, in de vorm van nevenschikking, is mogelijk, wanneer compensatie van eventueel verlies aan kwaliteit is gegarandeerd.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Fietsverbinding en reconstructie N595'.