Artikel 7 Verkeer
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
-
a. de provinciale weg (gebiedsontsluitingsweg) die een verbinding vormt tussen de A67 en de bestaande provinciale weg N284, bestaande uit maximaal 2 rijbanen met elk maximaal 2 rijstroken, de aansluitingen op het aansluitende wegennet en de bijbehorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen en watergangen. De provinciale weg wordt ingericht volgens de principes van Duurzaam Veilig. Dit betekent ondermeer dat de aanliggende percelen niet rechtstreeks op de provinciale weg worden ontsloten;
-
b. de verkeerskundige aansluiting van de provinciale weg op de rijksweg volgens het model algemeen bekend als 'Haarlemmermeeraansluiting' inclusief viaducten en op - en afritten;
-
c. ontsluitingswegen, bestaande uit 2 rijstroken, een voorziening voor langzaamverkeer en bermen, met een totale breedte van maximaal 18 m;
-
d. ongelijkvloerse wegkruisingen, inclusief viaducten en tunnels met de daarbij behorende op- en afritten;
-
e. kruisingen van routes voor langzaamverkeer door middel van ongelijkvloerse kruisingen, inclusief viaducten en tunnels met de daarbij behorende op- en afritten;
-
f. voet- en rijwielpaden;
-
g. onderhoudspaden;
-
h. groenvoorzieningen;
-
i. waterhuishouding;
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
-
k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie gelden de volgende bepalingen:
-
a. de bebouwde oppervlakte mag per gebouw niet meer bedragen dan 15 m²;
-
b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerk, geen gebouw zijnde
|
Maximale hoogte in m
|
Palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer
|
12
|
Viaducten: - constructiedeel - verlichtingsmasten/balustrades (gemeten vanaf bovenkant constructiedeel)
|
8 8
|
Alarmmasten
|
40
|
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
|
4
|
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.1teneinde ten behoeve van gebouwen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie een bouwhoogte van maximaal 4 m toe te staan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad.
-
b. Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden.
-
c. De verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Verbod
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
7.4.2 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.4.1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
-
a. voor parkeren, laden en lossen;
-
b. opslag.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.4.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.