direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Kom Galder 2008
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1723.BP00017-0001

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. industriële en ambachtelijke verzorgende bedrijven/inrichtingen en bedrijfsactiviteiten die genoemd staan in milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • b. groothandelsbedrijven die genoemd staan in milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • c. administratieve dienstverlening die ondergeschikt is en ten dienste staat van de doeleinden als bedoeld in sub a en sub b;
  • d. horecavoorzieningen (kantine) die ondergeschikt zijn aan en ten dienste staan van de doeleinden als genoemd in sub a en sub b;
  • e. productiegebonden detailhandel die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de bedrijven als genoemd in sub a en sub b, tot een maximum van 10% van het bedrijfsvloeroppervlak van het bedrijf;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', wonen met een maximum van één woning per aanduidingsvlak;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf' een garagebedrijf;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' een detailhandelsbedrijf, niet zijnde perifere detailhandel;

met de daarbij behorende:

  • i. ontsluitingswegen en -paden;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. erven, tuinen en terreinen;
  • l. bouwwerken en voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Voor het bouwen geldt dat op de in 4.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving mogen worden gebouwd.

4.2.2 Bouwvlak

Binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij een aanduiding met een bebouwingspercentage is opgenomen, in dat geval mag het bouwvlak bebouwd worden tot maximaal het aangegeven bebouwingspercentage;
  • c. gebouwen moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringeisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:

Gebouwen, niet zijnde een woning   Eis  
maximale goothoogte bedrijfsbebouwing   zie aanduiding  
maximale bouwhoogte bedrijfsbebouwing   zie aanduiding  
Woning   Eis  
maximale diepte   14 meter  
maximale goothoogte   6 meter  
maximale bouwhoogte   10 meter  
minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens   3 meter  
Situeringeisen   Eis  
afstand hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens   3 meter  
afstand bijgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens   1 meter  
afstand gebouwen tot de achterste perceelsgrens   1 meter  

  • d. in aanvulling op het bepaalde in sub c geldt dat de woning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' gerealiseerd mag worden en georiënteerd dient te zijn op de openbare weg;
  • e. in afwijking van het bepaalde in sub c, mag ter plaatse van de aanduiding 'wonen' over een diepte van 15 meter gemeten vanaf de voorgevel van het hoofdgebouw, de goothoogte maximaal 7 meter en de bouwhoogte maximaal 15 meter bedragen;
  • f. bedrijfsgebouwen dienen zoveel mogelijk achter de woning te worden gesitueerd;
  • g. in afwijking van het bepaalde in sub c, geldt de bestaande afstand tot de perceelsgrens als situeringmaat ingeval de afstand van het gebouw tot de perceelsgrens ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp-plan reeds minder was dan het bepaalde in sub c;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Maximale bouwhoogte  
terreinafscheidingen   2 meter  
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen   8 meter  
overige bouwwerken   4 meter  

4.2.3 Buiten bouwvlak

Buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Maximale bouwhoogte  
terreinafscheidingen   1 meter  
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen   8 meter  
speelvoorzieningen en pergola's   2 meter  
overige bouwwerken   1,5 meter  

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen aan:

  • de bouwhoogte en/of de goothoogte van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • de aanleg en omvang van parkeergelegenheid.

indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de directe omgeving;
  • c. de milieukwaliteit;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • g. het woon- en leefklimaat.

4.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:

ten behoeve van de maximale hoogte van een terreinafscheiding tot een hoogte van maximaal 2 meter, indien dit in het belang van het bedrijf is en er geen bezwaren zijn in het kader van de verkeersveiligheid.

4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Strijdig gebruik van bouwwerken

Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. de uitoefening/vestiging van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening (o.a. horecavoorziening) dan volgens het bepaalde in 4.1, sub d is toegestaan;
  • b. de uitoefening/vestiging van geluidszoneringplichtige inrichtingen/bedrijven;
  • c. detailhandel, met uitzondering van het bepaalde in 4.1, sub e en sub h;
  • d. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen (inclusief LPG);
  • e. de uitoefening/vestiging van een zelfbedieningsgroothandelsbedrijf;
  • f. de uitoefening van woondoeleinden, met uitzondering van de bedrijfswoningen als bedoeld in 4.1, sub f;
  • g. de uitoefening/vestiging van zelfstandige kantoren;
  • h. de uitoefening/vestiging van een seksinrichting.

4.5.2 Strijdig gebruik van gronden

Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. buitenopslag/open opslag van goederen en materialen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg;
  • b. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen (inclusief LPG);
  • c. het opslaan, het opgeslagen houden of (laten) bergen van gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen of materialen, behoudens voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • d. het opslaan, het opgeslagen houden, (laten) storten of (laten) lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.

4.5.3 Geen strijdig gebruik van gronden

Het bepaalde in 4.5.2, sub c en sub d is niet van toepassing voor zover het betreft:

  • a. tijdelijke opslag van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangewezen bestemming;
  • b. opslag in het kader van het normale onderhoud van de gronden en gebouwen.

4.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 4.1, sub a en sub b ten behoeve van de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf dat, hoewel het gelijkwaardig is aan categorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, niet in de Lijst van bedrijfsactiviteiten wordt genoemd, met dien verstande dat bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen, in die zin dat:

  • a. de Lijst van bedrijfsactiviteiten kan worden gewijzigd, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
  • b. de aanduiding als bedoeld in 4.1, sub g mag worden verwijderd, indien de activiteit ter plaatse gedurende een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit binnen een half jaar wordt voortgezet.