Behoudens het bepaalde in de andere artikelen van deze regels, zijn op dit wijzigingsplan de regels van het Bestemmingsplan Buitengebied Bernheze, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Bernheze op 10 september 2014, van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat artikel 3.5 wordt vervangen door:
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Algemeen
- het gebruik van een woning voor een aan huis gebonden beroep is toegestaan, mits:
- er maximaal 100 m² van het totale vloeroppervlak als zodanig in gebruik wordt genomen, met dien verstande dat bij een cultuurhistorisch waardevol pand, zoals opgenomen in Bijlage 9, de als zodanig in gebruik genomen oppervlakte maximaal 150 m² mag bedragen;
- geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd van ter plaatse vervaardigde producten;
3.5.2 Specifiek
- functietype agrarisch bedrijf
- als specifieke nevenactiviteit is de verkoop van streek- of bedrijfseigen producten tot een verkoopvloeroppervlak van max. 100 m² toegestaan, evenals verkoop van streek- of bedrijfseigen producten met een bestaand verkoopvloeroppervlak van meer dan 100 m²;
- mestbewerking als nevenactiviteit ten behoeve van het agrarisch bedrijf is toegestaan, met dien verstande dat mestbewerking voor derden niet is toegestaan;
- als specifieke nevenactiviteit is een hondenpension met een vloeroppervlak binnenruimte van max. 110 m² en een vloeroppervlak buitenruimte van max. 520 m² met een totale oppervlakte van maximaal 630 m² toegestaan;
- functietype maatschappelijk en functietype recreatie
- Een inpandige oppervlakte van 30 m2 en een buitenpandige (terras) oppervlakte van 70 m2 mag worden gebruikt voor ondergeschikte horeca-activiteiten;
3.5.3 Strijdig gebruik
Tot een met de bestemming strijdig gebruik, wordt gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in 3.1 , waaronder in ieder geval wordt verstaan:
- het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, waaronder tevens caravans of woonunits ten behoeve van de bewoning door seizoensarbeiders of permanente bewoning;
- het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering;
- het gebruik van de gebouwen voor de huisvesting van seizoensarbeiders;
- het gebruik van bedrijfsgebouwen (stallen) en bijgebouwen ten behoeve van bewoning;
- het gebruik van recreatiewoningen ten behoeve van permanente bewoning;
- het gebruik van de gronden voor de beoefening van lawaaisporten;
- inrichtingen ex onderdeel D van bijlage 1 van het Bor (betreffende de zogenaamde 'grote lawaaimakers') zijn niet toegestaan, tenzij op basis van een akoestisch onderzoek, uitgevoerd door een gerenommeerd bedrijf, is aangetoond dat de geluidhinder acceptabel is, en; wanneer is aangetoond dat omwonenden geen bezwaar hebben tegen het plan, wordt het verzoek om advies voorgelegd aan de AAB;
- de aanleg van blijvende ondersteunende voorzieningen voor teelt van gewassen vrij van de grond.