Plan: | Ontsluiting Heeswijk-Dinther Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1721.BPHeeswDinthZuid-vg01 |
Wettelijk kader
De wet- en regelgeving betreffende externe veiligheid is in een aantal documenten vastgelegd. Hieronder zijn de onderwerpen genoemd.
Risicovolle inrichtingen
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
De Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRnvgs) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Het landelijk Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is in ontwikkeling. Dit basisnet met daaraan gekoppeld gebruiksruimtes en veiligheidszones, moet de spanning verminderen tussen vervoersbelangen en ruimtelijke ordening. De wettelijke verankering van het Basisnet wordt geregeld via het komende Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (Btev).
Het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen is geregeld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb). Beide zijn op 1 januari 2011 in werking getreden.
Onderzoek (notitie Externe veiligheid, 18 oktober 2012, Royal Haskoning)
Toetsingskader
Destijds heeft het Ministerie van VROM (nu: Ministerie van I&M) normen opgesteld, welke externe veiligheidsrisico's ten hoogste worden geaccepteerd. Het beleid is vastgelegd in wet- en regelgeving. Het uitgangspunt is dat burgers ten aanzien van de veiligheid van hun woonomgeving kunnen rekenen op een minimum beschermingsniveau (norm voor plaatsgebonden risico, PR). De kans per jaar dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen wordt uitgedrukt in het groepsrisico (GR).
De bestemmingsplanwijziging heeft betrekking op het aanleggen van een weg. Over deze route vindt mogelijk vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Derhalve is dit aspect beoordeeld.
Gezien de bestemmingsplanwijziging is er geen noodzaak om overige risicobronnen (zoals transport van gevaarlijke stoffen via het spoor of water) te beoordelen. Deze risicobronnen wijzigen namelijk niet door de realisatie van de transportroute. Een toetsing van inrichtingen met gevaarlijke stoffen aan het Bevi is evenmin noodzakelijk. In het Bevi vindt namelijk toetsing plaats van de risicobron naar (beperkt) kwetsbare objecten. De te realiseren transportroute vormt geen (beperkt) kwetsbaar object, derhalve is toetsing aan het Bevi niet aan de orde in deze situatie.
Transport gevaarlijke stoffen over de weg
De ontsluitingsweg zal een verbinding vormen tussen de provinciale weg N279 en Laag Beugt. Momenteel wordt Heeswijk-Dinther met de N279 verbonden via de A50/N606 en via de Heeswijkseweg/Baron van Bogaerdenlaan. Logischerwijs vindt het transport van gevaarlijke stoffen naar de gemeente momenteel over deze wegen plaats.
De N279 is opengesteld voor transport van gevaarlijke stoffen. De gemeente Bernheze (waarvan het dorp Heeswijk-Dinther deel uitmaakt) heeft geen routeringsstelsel voor transport van gevaarlijke stoffen binnen de gemeente vastgesteld. Transport van gevaarlijke stoffen kan in principe over alle wegen in de gemeente plaatsvinden.
Als basisregel geldt dat transporteurs met gevaarlijke stoffen de bebouwde kom zoveel mogelijk moeten mijden op grond van artikel 11 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Dit betekent dat vervoer van gevaarlijke stoffen alleen binnen de bebouwde kom mag plaatsvinden ten behoeve van laden en lossen. Vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de bebouwde kom zal dus nagenoeg alleen bestemmingsverkeer zijn en vrijwel geen doorgaand verkeer.
Het aantal bedrijven dat gevaarlijke stoffen aan- of afvoert in Heeswijk-Dinther is gering. Volgens de landelijke risicokaart betreft dit enkel bedrijven waar opslag van propaan plaatsvindt en een tankstation met LPG.
In de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen is aangegeven dat in sommige gevallen de berekening van het PR en GR achterwege kan blijven. Hiervoor zijn in de Handleiding Risicoanalyse Transport vuistregels opgenomen in de vorm van drempelwaarden.
Het aantal GF3 transporten over de nieuwe verbindingsweg wordt geschat op minder dan 500 per jaar. In combinatie met bovenstaande vuistregels blijkt dat een berekening van PR en GR niet nodig is. Ten aanzien van externe veiligheid doen zich geen knelpunten voor.
De notitie is opgenomen in Bijlage 5.
Conclusie
De beoordeling van de externe veiligheid met betrekking tot de ontsluitingsweg Heeswijk-Dinther leidt tot de volgende conclusies:
Op basis van voorgaande wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor het bestemmingsplan.