Plan: | Ontsluiting Heeswijk-Dinther Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1721.BPHeeswDinthZuid-vg01 |
Inleiding
Voor een goede ruimtelijke ordening is een goede verkeersafwikkeling en een veilige verkeersontsluiting van alle modaliteiten van belang. Bij ruimtelijke planning dienen verkeerskundige aspecten afgewogen te worden, omdat deze van grote invloed zijn op de het doelmatig functioneren van verschillende functies. Wanneer nieuwe ontwikkelingen worden gepland, is het van belang te onderzoeken welke effecten dit heeft op de verkeerskundige situatie om zo nodig passende maatregelen te kunnen nemen.
Functie nieuwe ontsluitingsweg
De nieuwe ontsluitingsweg krijgt een functie als gebiedsontsluitingsweg. Dit sluit aan bij de Duurzaam Veilig beleidsvisie. Allereerst omdat de weg de functie krijgt verkeer uit Heeswijk-Dinther te ontsluiten. Daarnaast vormt het een logische schakel tussen de regionale stroomweg (N279) en het verblijfsgebied. Verkeer vanuit de N279 naar de kern van Heeswijk - Dinther krijgt dan de logische afbouw tijdens de route van stroomweg naar erftoegangsweg. Waar de ontsluitingsweg bestaande lokale wegen in het Aa-dal doorsnijdt, is voorzien in qua verkeersregime ondergeschikte aansluitingen op de ontsluitingsweg om bestemmingsverkeer in Aa-dal te garanderen. Ook faciliteert de ontsluitingsweg in de aansluiting rotonde Laverdonk het lokaal verkeer dat gebruik zal maken van de toekomstige parallelweg langs de nieuwe N279.
Fietsinfrastructuur
Gelet op de fietsinfrastructuur heeft de keuze van functie van de verbindingsweg weinig invloed. De huidige bereikbaarheid voor fietsers van het zuidelijk deel van de Boterweg blijft gewaarborgd door voor een deel langs de ontsluitingsweg te voorzien in een dubbelzijdig fietspad. Daarnaast is vanuit het beleid geen absolute noodzaak om ter hoogte van de nieuwe verbindingsweg extra fietsvoorzieningen te realiseren.
Voetgangers
De algemene beleidsinzet van Bernheze om de toekomstige, potentiële economische dragers van het Aa-dal te versterken leidde ertoe recreatieve functies in de vorm van wandelroutes langs de Aa (aanvullend) te faciliteren. Dit is gebeurd met via een speciale, veilige oversteek via de nieuwe brug over de Aa en een wandelpad tussen de Aa en het – na realisatie van de ontsluitingsweg - doodlopend stuk Boterweg. Daarnaast wordt er onder de brug door een struinpad aangelegd.
Snelheidsregime
Hoewel een ontsluitingsweg functioneel gezien een voorkeursinrichting als 80 km/u-weg verdient, is omwille van de omgevingsaspecten gekozen voor een getrapt snelheidsregime: in de bebouwde kom 50 km/u aansluitend een deel 60 km/u en na de rotonde op Laverdonk naar de ongelijkvloerse kruising met de toekomstige N279 Noord 80 km/u (de N279 heeft in de toekomst een maximumsnelheid van 100 km/u). Verkeersbesluit(en) bepalen deze maximum snelheden. Het civieltechnisch wegontwerp gaat qua belijning eveneens van deze snelheden uit, de wegprofielen zijn wel gedimensioneerd als 80 km/u weg. Dit om een rustig wegbeeld te scheppen (verkeersveiligheid), alsmede ontwerptechnisch de voorsorteerstrook naar de Boterweg zodanig ruim te bemeten, dat vooral langzaam agrarisch verkeer de doorstroming op de ontsluitingsweg zelf niet belemmert. Bovendien is deze keus voor het wegontwerp toekomstbestendiger.
Verkeerseffecten
Om de verkeerseffecten van de ontsluitingsweg te bepalen is onderzoek uitgevoerd met behulp van het N279-verkeersmodel. Het basisjaar van dit model is het jaar 2006. Met behulp van dit model is de toekomstige situatie zonder ontsluitingsweg gemodelleerd (de zogenaamde referentiesituatie), evenals de situatie met de nieuwe ontsluitingsweg. Voor beide situaties is uitgegaan van een verbreding van de N279. Bij de modelvariant voor de situatie met ontsluitingsweg is bovendien uitgegaan van verlaging van de maximumsnelheid op de Sint Servatiusstraat van 50 km/u naar 30 km/u (als onderdeel van de herinrichting van de traverse). Onderstaande tabel toont de met het verkeersmodel bepaalde verkeersintensiteiten voor de voor het verkeersonderzoek relevante wegvakken in het studiegebied. De ligging van de wegvakken is schematisch weergegeven in de onder de tabel opgenomen afbeelding.
Tabel 5.2 Verkeersintensiteiten (motorvoertuigen/werkdag)
Afbeelding 5.1 Wegvaknummering behorende bij tabel 5.2
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in het jaar 2020 via de nieuwe ontsluitingsweg 6.400 motorvoertuigen op een gemiddelde werkdag rijden. Het verkeer op de ontsluitingsweg betreft bestemmingsverkeer van en naar Heeswijk-Dinther, en geen doorgaand verkeer (verkeer dat herkomst en bestemming buiten Heeswijk-Dinther heeft). Dat het verkeer op de ontsluitingsweg bestemmingsverkeer betreft, blijkt uit de afnames van de verkeersintensiteit op de Hoofdstraat, Sint Servatiusstraat, Abdijstraat, Eikenhoek en Laag-Beugt, in vergelijking met de referentiesituatie 2020. In Heeswijk-Dinther is als gevolg van de ontsluitingsweg (en snelheidsverlaging op de Sint Servatiusstraat) alleen op de Brouwersstraat en Edmundus van Dintherstraat een toename van het verkeer zichtbaar. Dit is het gevolg van een routewijziging van een deel van het bestemmingsverkeer (de toename op deze straten is immers vrijwel even groot als de afname op de Hoofdstraat/Sint Servatiusstraat). Voor dit verkeer is de nieuwe ontsluitingsweg een aantrekkelijk alternatief richting de N279.
De ontsluitingsweg sluit aan op de Boterweg en op Laverdonk. Zowel de Boterweg als het gedeelte van Laverdonk ter hoogte van de ontsluitingsweg, maken - net als veel andere lokale wegen - geen onderdeel uit van het verkeersmodel (het gedeelte van Laverdonk tussen N279 en Aabrugstraat maakt wel onderdeel uit van het verkeersmodel). Verkeerskundig (en voor het doeleinde waarvoor het verkeersmodel wordt ingezet) zijn dergelijke lokale wegen niet van belang. Uit de verkeerstelling uit 2012 blijkt dat op de Boterweg circa 200 mvt/etmaal rijden. De verwachting is dat deze intensiteit niet wezenlijk wijzigt als gevolg van de ontsluitingsweg. Van Laverdonk, ter hoogte van de toekomstige kruising met de ontsluitingsweg, zijn geen tellingen beschikbaar. Afgaande op de verkeerstelling op de aansluitende Avesteinstraat (circa 500 mvt/etmaal in 2012) kan worden aangenomen dat een dergelijke verkeersintensiteit nu ook op Laverdonk ter hoogte van de toekomstige kruising met de ontsluitingsweg rijdt. Naar verwachting zal dit aantal van 500 mvt/etmaal in de toekomst niet wijzigen.
Verkeerscijfers ten behoeve voor lucht/geluid onderzoek
De verkregen intensiteiten uit het verkeersmodel betreffen werkdagintensiteiten per etmaal voor de jaren 2006 en 2020. Voor zowel lucht- als geluidsonderzoeken is het van belang over weekdagintensiteiten te beschikken, die kunnen worden onderverdeeld naar dag, avond en nachtperiode. De factor weekdag/werkdag is bepaald op basis van telcijfers uit 2010 op de Baron van den Bogaerdelaan te Heeswijk. Deze bedraagt 0,94. Op basis van diezelfde telcijfers zijn ook de verdelingen over de dag bepaald. Ten behoeve van de huidige situatie 2012 en het planjaar 2023 (relevant voor het geluidsonderzoek), zijn de wegvakintensiteiten uit het verkeersmodel opgehoogd met behulp van een groeifactor van 1% per jaar. Onderstaande afbeeldingen tonen de relevante verkeersgegevens voor respectievelijk het geluid- en luchtkwaliteitsonderzoek.
Afbeelding 5.2 Verkeersgegevens voor geluidonderzoek
Afbeelding 5.3 Verkeersgegevens voor luchtkwaliteitsonderzoek
De hier opgenomen verkeersnotitie is tevens toegevoegd in Bijlage 2 Verkeer