direct naar inhoud van 5.11 Archeologie
Plan: Ontsluiting Heeswijk-Dinther Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1721.BPHeeswDinthZuid-vg01

5.11 Archeologie

Wettelijk kader

Wet op de Archeologische Monumentenzorg

Ter implementatie van het Verdrag van Malta is op 1 september 2007 de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in werking getreden. In deze wet is vastgelegd dat gemeenten in het kader van ruimtelijke ordening ook rekening dienen te houden met het archeologisch erfgoed. In dat kader dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan inventariserend archeologisch onderzoek te worden gedaan, zodat in het plan - indien nodig - een passende regeling kan worden getroffen om aanwezige archeologische waarden te beschermen.

Gemeentelijke archeologische beleidskaart

De gemeente Bernheze heeft voor het gehele grondgebied van de gemeente een archeologische inventarisatie uitgevoerd en vervolgens een archeologische verwachtingskaart en archeologische beleidskaart opgesteld. Op de verwachtingskaart staan naast de reeds bekende archeologische waarden ook de te verwachte archeologische waarden in de vorm van zones met een zekere trefkans. Hiermee wordt een beeld verkregen waar archeologische sporen en vondsten in de bodem aanwezig kunnen zijn. Deze verwachtingskaart kan door de gemeente worden gebruikt als instrument om een archeologisch beleid te kunnen formuleren en uit te voeren.

De archeologische verwachtingswaarden in de gemeente zijn bepaald door een koppeling te maken tussen de landschapskenmerken en de bekende archeologische waarden om vervolgens elke archeolandschappelijke eenheid om te zetten in een archeologische verwachting. De aanwezigheid van een bepaald landschapstype zegt immers veel over de oorspronkelijke hoogteligging, ontwatering en bodemvruchtbaarheid; de drie factoren die bij de locatiekeuze van nederzettingen en akkers in het verleden een belangrijke rol speelden. De archeologische verwachting per landschapstype is vervolgens aangevuld informatie van onder andere historische kaarten en archeologisch onderzoek.

De bekende archeologische en historische waarden zijn op de verwachtingskaart opgenomen, omdat in de directe omgeving ervan archeologische resten in de bodem verwacht kunnen worden. In de tabellen in de bijlagen is tevens aangegeven hoe nauwkeurig de ligging van de waarden kon worden bepaald. De informatie over de op de verwachtingskaart opgenomen bodemverstoringen is afkomstig van de provinciale ontgrondingenkaart, het Actueel Hoogtebestand Nederland en van de gedetailleerde bodemkaarten.

Onderzoek (Archeologisch onderzoek, RAAP, 10 mei 2012)

Voor dit project is reeds een bureauonderzoek uitgevoerd. Alvorens de werkzaamheden ten behoeve van de ontsluitingsweg uitgevoerd worden dient er een veldonderzoek uitgevoerd te worden. Het onderzoek is opgenomen in Bijlage 9.

Resultaten

Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied zich op 2 dekzandruggen bevindt, met daartussen het beekdal van de Aa. In en rondom het beekdal komen beekeerdgronden en lage enkeerdgronden voor. Op de hoger gelegen dekzandruggen komen hoge zwarte enkeerdgronden ('esdekken') en podzolbodems voor. Ongeveer in het midden van het plangebied bevinden zich de resten van het Ridderhof ten Bogaerde te Dinther; een omgracht adellijk huis dat teruggaat tot 1361 na Chr. Direct ten oosten daarvan, juist buiten het plangebied, bevindt zich een terrein met bewoningssporen uit de Middeleeuwen dat als archeologisch monument is aangemerkt.

Op basis van archeologische en landschappelijke gegevens is er een gespecificeerde archeologische verwachting geformuleerd. Er geldt een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen van jager-verzamelaars (periode Paleolithicum-Neolithicum) op de hoger gelegen delen langs de Aa. Voor landbouwers (periode Neolithicum-Nieuwe tijd) geldt er een hoge verwachting in het noordelijk deel van het plangebied (de zone met esdekken). Voor het beekdal van de Aa geldt er een specifieke verwachting voor archeologische resten die typisch zijn voor natte contexten, zoals bruggen/voorden, afvaldumps en rituele deposities.

Conclusie

In de planregels en op de verbeelding zijn twee archeologische dubbelbestemmingen opgenomen. In deze bestemmingen is een verschillend beschermingsregime opgenomen. In de bestemming Waarde - Archeologie 1 is opgenomen dat werkzaamheden die strekken over een oppervlakte van 100 m² of meer en dieper dan 40 cm beneden maaiveld omgevingsvergunningplichtig zijn. Bij Waarde - Archeologie 2 is deze grens groter en zijn werkzaamheden die strekken over een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 40 cm reiken omgevingsvergunningplichtig.