direct naar inhoud van Artikel 8 Algemene bouwregels
Plan: Langstraat Hooge Zwaluwe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1719.6bp11langstraathzw-vg01

Artikel 8 Algemene bouwregels

8.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop

De op de verbeelding als “Vrijwaringszone - molenbiotoop” aangewezen gronden zijn bestemd als obstakelvrije ruimte ten behoeve van de functie van de buiten het plangebied voorkomende molen als werktuig. Onder obstakel moet voor de uitleg van dit artikel bouwwerken en beplanting worden verstaan.

8.2 Bouwregels

8.2.1 In afwijking van het bepaalde bij de mede aangewezen bestemming(en) is het verboden op deze gronden enig bouwwerk te bouwen met een grotere hoogte dan 9 m.


8.2.2 De vrijwaringszone heeft een straal van 315 m gemeten uit de voet van de molen.

8.3 Beplantingsregels

8.3.1 In afwijking van het bepaalde bij de mede aangewezen bestemming(en) is het verboden op deze gronden beplanting te hebben met een grotere kruinhoogte dan 9 m.


8.3.3 De vrijwaringszone heeft een straal van 315 m gemeten uit de voet van de molen.

8.4 Aanlegvergunning

8.4.1 Het is verboden op de in lid 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
  • b. het ophogen van gronden;
  • c. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing.


8.4.2 Het in lid 8.4, sub 1 vervatte verbod geldt niet voor:

  • a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming van die gronden gerichte normale onderhoud en beheer, dan wel die welke voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. werken en werkzaamheden, welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
  • c. het oprichten van antennes en zend- en lichtmasten.


8.4.3 De werken en werkzaamheden, als bedoeld in lid 8.4, sub 1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht.