direct naar inhoud van Artikel 6 Bestemming Leiding – Gas
Plan: Langstraat Hooge Zwaluwe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1719.6bp11langstraathzw-vg01

Artikel 6 Bestemming Leiding – Gas

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Leiding – Gas” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. ondergrondse gasleidingen;
  • b. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels

6.2.1 In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.


6.2.2 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.


6.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2 m mag bedragen.

6.3 Ontheffing van de bouwregels

6.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de ondergrondse leiding, ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in 6.2.1 en 6.2.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
  • b. het bepaalde in lid 6.2.3 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.


6.3.2 Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing op grond van 6.3.1 is de procedure in artikel 11, lid 1 van toepassing.

6.4 Aanlegvergunning

6.4.1 Het is verboden om of in de lid 6.1, sub a bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zulks het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:

  • a. het verlagen of afgraven van de bodem, waarvoor geen ontgrondingvergunning is vereist;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,40 m onder het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage;
  • c. het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde gezag;
  • d. het ophogen van de bodem;
  • e. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • f. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van de daarbij behorende constructies;
  • g. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • h. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of op andere wijze het indrijven van objecten in de bodem;
  • i. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- of pompputten;
  • j. het aanbrengen van constructies die verband houden met bovengrondse kabels en leidingen;
  • k. alle overige werkzaamheden, die de waarden in/op de aangeduide gronden kunnen aantasten.


6.4.2 Het in lid 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. voor zover de werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.4.1 onder f en g minder diep reiken dan 0,40 m onder het maaiveld en/of een grondoppervlak hebben van minder dan 10 m²;
  • b. het normale beheer en onderhoud betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.